Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Westenberg, Arnold Elbert
Ambtenaar in Bergh
Arnold Elbert Westenberg was van 1812 tot 1820 adjunct-maire van de gemeente Zeddam. Zijn functietitel veranderde eind 1813 in viceburgemeester en eind 1817 in onderschout. Zijn baas maire, later burgemeester Philippe Jacques de Bellefroid werd per 1 januari 1818 opgevolgd door Arnold Rietveld, wiens nieuwe functietitel schout was. Per 1 januari 1821 werd Rietveld burgemeester van de toen nieuwgevormde gemeente Bergh.
Van eind 1815 tot eind 1817 was Westenberg vaak op het gemeentehuis in de Bovendorpsstraat in Zeddam, want vrijwel alle geboorte- en overlijdensakten in de gemeente Zeddam zijn in deze periode door Westenberg opgemaakt. Zijn baas De Bellefroid bleef de huwelijken sluiten.
Na de vorming van de gemeente Bergh op 1 januari 1821 werd Westenberg daar een van de eerste gemeenteraadsleden. De anderen waren Derk Bruins, Roelof Herfkens, Lambertus Jansen en Willem van Zalingen.
Op 5 maart 1829 trad burgemeester Arnold Rietveld af, waarna Westenberg de volgende dag aantrad als waarnemend burgemeester. Hij overleed een half jaar later op 21 september 1829, 58 jaar oud. Het burgemeestersambt bleef toen vacant tot jhr. Lodewijk van Nispen de taak van waarnemend burgemeester op 5 februari 1830 overnam. Pas op 22 oktober 1831 was er met mr. J.T. van Coeverden een nieuwe burgemeester.
Zijn eerdere loopbaan
Westenberg werd op 25 augustus 1771 gedoopt in Goor als zoon van Jan Oortwijn Westenberg en Maria Henrietta Pothoff. In 1777 verhuisde hij met zijn ouders naar Dijkhuizen, dat wil zeggen naar de buitenplaats die een leen was van de heren van Keppel. Dit buitengoed is in de tweede helft van de 19e eeuw gesloopt. De nog bestaande naastgelegen boerderij Dijkhuizen was ooit een leen van het Stift Elten. Zijn vader werd op 1 juli 1791 als lidmaat opgenomen in de Neder-Duits gereformeerde gemeente in Zeddam.
Hij werd net als zijn vader beroepsmilitair in het Staatse Leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Zo diende hij in 1793 als vaandrig in het Regiment van de Prins van Baden. Na de vorming van de Bataafse Republiek in 1795 bleef hij in dienst. Bij een reorganisatie van 's lands armee in 1805 werd hij met de rang van kapitein ingedeeld bij het Zesde Regiment Infanterie van Linie.
In 1812 verliet Westenberg de dienst en keerde als gepensioneerd majoor der infanterie terug naar Dijkhuizen. In datzelfde jaar werd hij, zoals hierboven al vermeld, viceburgemeester van Zeddam. Door in 1812, of kort daarvoor, de dienst te verlaten, heeft Westenberg niet hoeven deelnemen aan Napoleons Veldtocht naar Rusland.
Tot zijn bezittingen behoorde boerderij De Kemp aan de toenmalige Ganzendorpsche Straat in Klein-Azewijn. Een andere naam voor deze boerderij is Hanevoorden, ook gespeld als Hanevoorde, Henferden, Heinforden en Heynvoorde.
Huwelijk en gezin
Hij was nog kapitein der infanterie toen hij op 24 december 1810 in Bergen op Zoom trouwde met Rochina Cornelia Biesman, gedoopt op 6 december 1778 als dochter van Cornelis Biesman en Magdalena Jacoba Colon.
Zijn kinderen werden op Dijkhuizen geboren:
- Maria Henrietta Magdalena Jacoba, geboren in 1812
- Johanna Dingena Augusta Constantia Olevia, geboren in 1813, overleden in Doetinchem in 1899
- Ortwijna Amalia Cornelia Eugenia, geboren in 1816, overleden in Herwen en Aerdt in 1902
- Jan Oortwijn Wesselius, geboren in 1818, overleden in Nijmegen in 1834
Zijn vrouw overleed op 22 januari 1819, 40 jaar oud. Zijn kinderen waren toen nog erg jong, zodat Westenberg een gouvernante in dienst nam. Deze Johanna Petronella Roest was geboren in 1805, dus ook nog lang niet volwassen. Daarnaast werkten er bij Westenberg twee dienstmeiden.
Westenberg overleed ruim tien jaar na zijn vrouw; zoals hierboven al vermeld op 21 september 1829. Zijn buurman Hendrik Giesen en Gradus Arentz hebben zijn overlijden aangegeven in 's-Heerenberg.
In zijn overlijdensakte staat als zijn beroep assessor vermeld. De 19e-eeuwse betekenis van dit woord is wethouder, en verwijst in dit geval waarschijnlijk (mede) naar zijn functie van waarnemend burgemeester. Mr. J.T. van Coeverden, die twee jaar later burgemeester van Bergh zou worden, heeft als fungerend burgemeester en ambtenaar van de burgerlijke stand de overlijdensakte opgemaakt.
Bronnen
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 276, 426, 427, 507
- Archieven.nl
- West-Brabants Archief
- Op Delpher:
- Rotterdamsche Courant van 9 mei 1793 en 4 juli 1805
- Opregte Haarlemsche Courant van 13 december 1810, 2 februari 1819 en 24 september 1829