Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Molen achter het Jodenkerkhof

Uit Berghapedia
Versie door Antoine Booms (overleg | bijdragen) op 19 apr 2021 om 13:54 (Beeldmateriaal)
Ga naar: navigatie, zoeken
De aankondiging van de aanbesteding van de molen in de Arnhemsche Courant van mei 1827

De Molen achter het Jodenkerkhof in 's-Heerenberg is een beltmolen die in 1829 in opdracht van vorst Anton Alois van Hohenzollern-Sigmaringen, de toenmalige bezitter van het voormalige graafschap Bergh, werd gebouwd. Dit ter vervanging van de standerdmolen bij de Molenpoort, die in 1826 bij herstelwerkzaamheden was ingestort. Op de nieuwe locatie achter de Joodse begraafplaats aan de Zeddamseweg kon de molen meer wind vangen dan bij de Molenpoort.

Al op 8 juni 1827 werd de molen aanbesteed, aannemer was G. Slittenhorst, molentimmerman uit Werth. De totale bouwkosten bedroegen 3.168 gulden en 48,5 cent. De molen werd opgetrokken onder toezicht van de Anholtse architect J.F. Ubbing. Als bouwmateriaal werden onder meer stenen gebruikt van de stadspoorten van Emmerik, die juist in die tijd gesloopt werden. Jan ter Laak, die toen molenaar was van de Terlaaksmolen in Didam (ook een grafelijke molen), heeft veel bruikbaar advies kunnen geven bij de bouw.

De oude standerdmolen was tot de afschaffing van de heerlijke rechten in 1798 een van de dwangmolens van de graaf van Bergh. Daarna bleef de molen in het bezit van Huis Bergh, zodat het vorst Anton Alois was die opdracht gaf de nieuwe molen te bouwen.

In 1833 overleed Gerrit Kelderman, de eerste pachter van deze molen. Zijn weduwe Cornelia Beerendsen overleed in 1864. Johannes Franciscus Ketels volgde de weduwe Kelderman op; hij overleed in 1852. Zijn weduwe Grada Winterink vertrok naar Giesbeek, terwijl haar broer Theodorus Filippus Jacobus Winterink m.i.v. 3 februari 1852 de pacht van de molen overnam. Op 1 augustus 1854 vroeg hij toestemming om in Stokkum een molen te mogen bouwen. In 1865 was Jan Heijltjes molenaar in 's-Heerenberg.

De molen bleef minimaal vijftig jaar in bezit van de familie Heijltjes, want in een advertentie in De Molenaar van 11 november 1904 vroeg de weduwe Heijltjes een gebruikte ijzeren binnenroede te koop. Deze moest een lengte hebben van 26 tot 27 meter, doch liefst 26 en een halve meter (info Erik Stoop, 6 okt. 2008).

De molen kwam in 1910 buiten gebruik. Door oorlogshandelingen verloor de molen zijn wiekenkruis. Wat er precies met deze molen is gebeurd, lijkt een beetje in nevelen gehuld.

In 1912 werd dr. Jan Herman van Heek eigenaar van de molen achter het Jodenkerkhof, toen hij Huis Bergh met bijbehorende goederen kocht van Willem van Hohenzollern, de laatste graaf van Bergh. In 1920 werd de kap hersteld, maar werden de wieken verwijderd.

In 1948 is de molen grotendeels uitgebroken en geschikt gemaakt voor bewoning, daarna (1950-1954) zijn de muren langs de belt hersteld en heeft er onderhoud plaatsgevonden aan de kap en de ramen. In de 50er en 60er jaren had de gemeentearchitect Wiet Rutten zijn atelier in de molen.

Sinds 31 januari 1967 is de molen een rijksmonument (monumentnummer 9282).

In 2016 is er 'behoudrestauratie' uitgevoerd. Hierbij werd het metselwerk opnieuw gevoegd en werden de stenen geïmpregneerd.

Op 23 november 2018 werd een één jaar durende restauratie afgerond. Deze werd uitgevoerd onder auspiciën van molenaar Mario van den Berg en bouwhistoricus Dick Zweers. Men koos ervoor om de molen niet meer te completeren met as en wieken. Zo kunnen het unieke kruiwerk (Engels kruiwerk bovenop de oude onderring van het rollenwerk) en oude zolderingen intact blijven. Een opvallend detail is de zeer zware versteviging van de donsbalk onder de koningsspil. Het voorkevelens en de beltdeur werden vernieuwd, bij de stenen in het metselwerk werd voor de originele rode kleur gekozen.

Beeldmateriaal

Bronnen

  • Archief Huis Bergh, inventarisnummer 6656
  • Molendatabase, databasenummer 197
  • Ansicht 1920 - Thiemo Kaaf
  • Foto's uit 2014 van Doreen Jansen
  • "Bijzondere restauratie korenmolen 's-Heerenberg", art. door Rolf Wassens en Marjan ten Broeke in Molens, dec. 2018.