Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Millingen
Millingen (sinds 1954 Millingen aan de Rijn) is een dorp in de gemeente Berg en Dal. De plaats moet niet verward worden met Millingen in Duitsland. Dit was vroeger een zelfstandig dorp, maar tegenwoordig een stadsdeel van Rees.
Millingen aan de Rijn was ooit een heerlijkheid die, samen met de aangrenzende heerlijkheden Bylandt en Pannerden, Berghs bezit werd toen Willem I van den Bergh in 1348 trouwde met Sophia van Bylandt.
Millingen, Bylandt en Pannerden lagen destijds aan de Waal, even ten westen van de plaats waar deze rivier toen van de Rijn aftakte. Millingen lag op de zuidoever; Pannerden en Bylandt op de noordoever (zie de kaart van 1573). Door verzanding van de Rijn werd steeds meer water naar de Waal afgevoerd, zodat in 1707 het Pannerdensch Kanaal werd aangelegd om de Rijn en de IJssel weer bevaarbaar te maken. Daarna werd in de jaren 1773–1776 het Bijlandsch Kanaal gegraven om een grote noordwaartse bocht van de Waal af te snijden. Door deze maatregelen is het afsplitsingspunt van de Waal zover naar het westen verschoven, dat het lijkt of de heerlijkheden aan de Rijn zijn komen te liggen. In feite liggen ze aan de twee nieuw gegraven kanalen. De oude rivierlopen zijn nog te herkennen als de Oude Rijn en de Oude Waal (zie de kaart van 2017).
In 1365 gaf heer Willem I de heerlijkheid Millingen als bruidsschat aan zijn dochter Elisabeth toen zij trouwde met heer Johan van Lynden. In 1430 kocht heer Willem II Millingen terug van Johan van Arkel. Elisabeth was Johan van Arkels grootmoeder. Zo kwam Millingen weer in Berghse handen.
Op 16 juli 1731 waren de gezworen landmeter Bücker en rentmeester Van der Veeken in de Bovenste Millingerwaard om in aanwezigheid van een aantal getuigen een nieuwe grens vast te leggen tussen het land van de graaf en dat van ene vrouw Van Raij. Het ging om een stuk grond ingeklemd tussen de Waal en de toenmalige Bimmense Strang. Bücker tekende een kaart waarop de neije scheijde stond aangegeven. Het was een rechte lijn van een nieuwe krib in de Waal naar de westoever van de Bimmense Strang, waar een grote populier de grens markeerde. Het grensverloop werd met palen afgezet. Bimmen ligt bij Millingen net over de huidige Duitse grens. Het staat als Bymmen op de kaart uit 1573.
In 1795 confisqueerde de regering van de Bataafse Republiek, een Franse vazalstaat, alle adellijke en kerkelijke onroerende goederen. Ook vorst Anton Alois van Hohenzollern-Sigmaringen, graaf van Bergh, verloor toen al zijn Nederlandse bezittingen. In 1801 kon hij die (behalve Boxmeer) terugkrijgen voor een afkoopsom van 325.000 gulden. Om dit te financieren besloot de vorst tot de verkoop van Pannerden.
In Millingen bezat de heer en later graaf van Bergh de rechten van de vicarie van Sint Catharina. Dit bleef zo nadat vorst Karel van Hohenzollern-Sigmaringen, graaf van Bergh, Millingen in 1837 verkocht aan F.C. Colenbrander in Zutphen. In 1912 verkocht Willem van Hohenzollern als laatste graaf van Bergh zijn Nederlandse bezittingen aan Jan Herman van Heek. Deze heeft de Millingse vicarierechten, samen met de Drielse vicarierechten, omgezet in de nog steeds bestaande Stichting de vicarieën van Millingen en Driel.
Als leengoederen hebben de heerlijkheden Millingen, Bylandt en Pannerden aan het hertogdom Kleef behoord, maar zij maakten geen deel meer uit van de Kleefse enclaves die in 1816 door Pruisen aan Nederland werden overgedragen.
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 151–152
- Archief Huis Bergh, inventarisnummer 5801
- Old Ni-js nr. 65, blz. 14–16