Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Reijnders, Jan
Jan Reijnders werd op 29 april 1909 geboren in Den Haag als zoon van Hendrik Reijnders en Johanna Geertruida van Mouwe. Van beroep was hij meubelmaker.
Reijnders werd opgepakt bij de grote razzia die op 21 november 1944 onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok plaatsvond in Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Daarbij werden ongeveer 13.000 mannen opgepakt en samengedreven op een aantal verzamelplaatsen.
De lotgevallen van Reijnders konden nog niet met zekerheid worden achterhaald, maar aangezien hij later in Lengel was, is het waarschijnlijk dat hij behoorde tot de 7.000 gevangenen die daags na de razzia in een aantal binnenhavens in rijnaken werden geladen en via Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en het IJsselmeer naar Kampen werden overgebracht.
De meeste van deze 7.000 werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Reijnders behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuwe Schans naar Duitsland werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij Kamp Rees.
Reijnders was op 25 maart 1945 in Lengel. Daar werd hij bij een aanval door jachtbommenwerpers getroffen door granaatscherven. Om twee uur die middag overleed hij aan de gevolgen van verwondingen aan zijn longen. Hij was 35 jaar oud. Het ligt voor de hand dat hij naar het noodziekenhuis in het Patersklooster te 's-Heerenberg is overgebracht, want zijn overlijden is door een verpleger van het noodziekenhuis aangegeven.
Het is niet bekend wat Reijnders in Lengel deed, of hoe hij daar is terechtgekomen, maar hij wordt genoemd in lijsten van dwangarbeiders in Kamp Rees. Mogelijk is hij begin februari 1945, samen met andere zieke en verzwakte dwangarbeiders, van Kamp Rees overgebracht naar het noodziekenhuis in 's-Heerenberg. Daar kan hij zodanig hersteld zijn dat hij ontslagen werd, maar de oorlogsomstandigheden en zijn povere conditie lieten de thuisreis naar Den Haag niet toe. Hij kan toen in de buurt, waarschijnlijk in Lengel, tijdelijk onderdak hebben gevonden. Een andere mogelijkheid is dat hij uit Kamp Rees is ontsnapt en op eigen houtje naar Lengel is gekomen.
Zijn overlijden is op 26 maart 1945 aangegeven in de gemeente Bergh en op 7 augustus 1945 in de gemeente Den Haag. De aangifte in Bergh werd gedaan door Peter Wilhelmus Johannes van de Pas, een verpleger uit Eindhoven die in het noodziekenhuis werkte. Hij bevond zich aan de verkeerde kant van de frontlinie, want Eindhoven was al op 18 september 1944 bevrijd. Van de Pas heeft in totaal twaalf overlijdens aangegeven; naast dat van Reijnders ook dat van Boeljon, Buis, Van der Drift, Kamstra, Kleinleugenmors, Kurtz, Leenders, Van Solingen, Strijaards, Udo en Vermaat.
Reijnders werd op 28 maart begraven op de algemene begraafplaats 's-Heerenberg en later herbegraven op het Ereveld Loenen, vak A, nummer 604.
Ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders uit de gemeente Den Haag werd daar op 1 november 1999 het monument 'Dwangarbeiders' onthuld. Het bevindt zich op het binnenplein van het Provinciehuis van Zuid-Holland, dat staat op de plek waar vroeger de Haagse dierentuin was. Die werd tijdens de razzia als een van de verzamelplaatsen gebruikt.
Bronnen
- L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldooorlog, deel 10b, 1e helft, blz. 125-126
- Stichting Dwangarbeiders Apeldoorn 1940 – 1945
- Gemeentearchief Den Haag
- Oorlogsgravenstichting
- Archieven.nl
- Comité 4 en 5 mei, oorlogsmonument 353