Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Woldenburg

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 28 jan 2022 om 15:00 (afbeelding toegevoegd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
De Woldenburg in 1720 getekend door Jacobus Stellingweff naar een origineel van Diederick Tiellemans.
De Woldenborg op een ets van Hendrik Spilman naar een tekening van Jan de Beijer uit 1743.
Netterden op de kadastrale kaart uit 1822.
De Woldenburg is nr. 228a in perceel 228. Nr. 231 is een "elzenpas"; de gedempte gracht begroeid met elzen (pas komt dan van het Latijnse adjectief pascuus, weide-). De huiskerk van de Woldenburg is nr. 306, aangegeven in blauw.
De aankondiging van de verkoop in 1830 van de Woldenburg
uit de nalatenschap van pastoor Janssen.

De Woldenburg was een havezate in Netterden. Ook de spellingen Woldenberg, Volderborg, Woldenborg, Woldenburch, Wolden Burch en vergelijkbare varianten komen voor.

De Woldenburgseweg, een doodlopende weg aan de noordkant van het huidige dorp Netterden, herinnert aan deze havezate. Het kasteeltje heeft aan het einde van deze weg gestaan, zoals op de kaart van de kadastrale gemeente Netterden uit 1822 te zien is.

In het begin van de vorige eeuw waren er nog fundamenten en overblijfselen van de gracht zichtbaar, nadat de havezate "in de eerste helft van de 19e eeuw" was afgebroken. Daarna stond er nog een ruime woning die door de dorpsbewoners nog steeds "het kasteel" werd genoemd. Dit restant van de havezate werd op 29 april 1933 door brand verwoest. Er werd vervolgens een aanbesteding uitgeschreven om de puinhoop op te ruimen en de bakstenen af te bikken. Het werk werd voor 99 gulden gegund aan een inwoner van Netterden, waarna de Woldenburg voorgoed verdwenen was.

De Woldenborg was oorspronkelijk eigendom van de graven van Bergh en werd waarschijnlijk al rond 1330 aangeduid als 't gued tot Netterden. Rond 1600 was de familie Gommersbach ermee beleend. Johanna van Gommersbach, de oudste dochter van Derrik van Gommersbach en Megteld van Rijswijk trouwde op 13 december 1622 in de Sint Martinuskerk in Emmerik met Harmen tot Manhorst (onder Didam). Als huwelijksgeschenk kreeg zij 't gued tot Netterden mee. Het huis op het leengoed was echter bouwvallig, zodat het echtpaar na enige tijd toestemming voor nieuwbouw vroeg aan Albert van den Bergh. Op 18 mei 1632 stond hij toe er mit eerster mochelicher gelegentheit ein adelick getimmer […] aen te vangen en toe setten. Tegelijk met toekenning van de bouwvergunning werd de leen vernieuwd en werd de naam veranderd van Gommerbachgoet in den Woldenborch (even verderop in de akte gespeld als Woldenborgh). Dit is ook de achternaam die Harmen sindsdien voerde. Graaf Albert verklaarde verder dat de adelicke haeffsaet […] alsulke privilegien, vrijheyten, rechten und emolumenten, gelich ander adelicke haeffsaeten, in onsse graeffschap Bergh liggende, gebruyken und genieten [kon], geene overall uytgesundert.

Harmen van Woldenburg overleed op 17 december 1669, tachtig jaar oud. Zijn vrouw werd ook tachtig en overleed op 1 januari 1680. Hun kleinzoon Andries van Woldenburg was de laatste nakomeling die op de Woldenborg heeft gewoond. Zijn douairière Bertrudis van Erp verkocht de havezate op 2 september 1754 voor 10.500 gulden aan Joanne Mechtildis van Doys, douairière van Dorth.

De douairière van Dorth liet bij de Woldenburg een huiskerk bouwen. Hoewel er in Netterden naar verluidt maar één protestants gezin woonde – dat van de koster en schoolmeester – was de Sint Walburgiskerk daar tot 1800 in gebruik bij de protestanten. De gemeente was qua ledental natuurlijk te klein voor een eigen dominee, zodat onder meer dominee Bloemendaal uit 's-Heerenberg ook Netterden heeft bediend. Met een huiskerk op haar terrein stelde de douairière de katholieken van Groot- en Klein-Netterden toch een eigen kerk ter beschikking.

Toen de douairière overleed, erfde haar neef Johan Herman Winold van Hövell het goed. Die heeft er zelf niet gewoond, maar zijn dochter Anna Mechteld van Hövell (17381780) vestigde zich er na haar huwelijk in 1757 met Henricus Wilhelmus Radzitsky d'Ostrowick (17341820). Het wapen van Radzitsky d'Ostrowick is de inspiratiebron voor het wapen van Netterden.

Amandus Franciscus van Baustetter werd eigenaar van de Woldenburg door zijn huwelijk in 1764 met van Johanna Henriette van Hövell (Hoevel), dochter van Oswald Petrus Hoevel. Hoe Johanna Henriette van Hövell met Anna Mechteld van Hövell verwant was, kon nog niet worden achterhaald. De huiskerk die de douairière van Dorth had laten bouwen, bleek rond 1790 zo bouwvallig dat restauratie onvermijdelijk was. De katholieke gemeenschap kon het benodigde kapitaal niet opbrengen, zodat Baustetter en zijn vrouw dat verstrekt hebben. Voorwaarden hierbij waren dat de katholieken zouden helpen bij het transport van de bouwmaterialen. Verder bedong Baustetter dat hij een stuk land, genaamd "Lange Slink", dat hij van de kerk pachtte, in eigendom zou krijgen, en enkele gemene gronden voor het vaste bedrag van 52 Kleefse daalders in eeuwigdurende pacht zou krijgen. Ook zou Baustetter voortaan zitplaatsen toewijzen voor drie Hollandse stuivers per plaats, bestemd voor het onderhoud van de kerk en de pastorie.

Baustetter overleed in 1813, waarna zijn vrouw de Woldenburg verhuurde. Toen zij in 1819 overleed, was Lodewijk van Nispen, getrouwd met Maria Wilhelmina Hoevel, een van de erfgenamen. Hij liet het kasteeltje grotendeels afbreken, waarna alleen de eerdergenoemde ruime woning overbleef. Op de kadastrale kaart van 1822 is te zien dat de bebouwing toen al niet meer tot aan de voormalige gracht reikte, zoals dat op de prent nog het geval is.

De erven droegen de havezate in 1822 over aan Theodorus Janssen, die van 1806 tot 1814 pastoor was geweest in 's-Heerenberg en sindsdien in Netterden stond. Na pastoor Janssens dood in 1830 werd de Woldenburg geveild door notaris Kolfschoten uit Gendringen. De koper was Cornelis Kroes, rentenier en eigenaar van meerdere panden en percelen in Netterden. Toen de resterende ruime woning in 1933 afbrandde, woonde Johannes Cornelis Grin er met zijn gezin.

De graaf van Bergh heeft het leengoed Woldenburg op een onbekend moment verkocht. Toen in 1822 de kadastrale kaart met de bijbehorende oorspronkelijke aanwijzende tafels der grondeigenaren werd gemaakt, had de toenmalige graaf Anton Alois nog diverse bezittingen in Netterden, maar daar hoorde de Woldenbrug al niet meer bij. Opvallend is verder dat het kadaster in de eerste oorspronkelijke aanwijzende tafel Cornelis Kroes al als eigenaar noteerde. Mogelijk is deze lijst pas na 1830 opgemaakt.

Bronnen