Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Mons Calvariae
Mons Calvariae of Calvarieberg was de naam van het franciscaner observantenklooster dat Willem II van den Bergh in 1463 met goedkeuring van paus Pius II stichtte in de Vier Heezen. Naar de veldnaam ter plekke werd het ook het klooster in de Briemer genoemd.
De observanten waren aanhangers van een hervormingsbeweging binnen de franciscaner orde die streefden naar een strikte naleving van het armoede-ideaal van Franciscus van Assisi. In het Calvariebergklooster woonden op enig tijdstip een tiental observanten.
Heer Willem II overleed in 1465 nog voor het klooster klaar was. Onder zijn zoon Oswald werd de bouw voltooid.
In de Tachtigjarige Oorlog, ten tijde van graaf Willem IV, werd het klooster in 1572 verwoest. Onbekend is wie dit gedaan heeft. Graaf Willem was op dat moment met zijn vrouw en enkele kinderen op de vlucht naar Bremen. Mogelijk waren het zijn afgedankte huurlingen, maar daarvoor ontbreekt elk bewijs.
Alleen een ruïne van de kloosterkerk is nog een aantal eeuwen blijven staan. Tegenwoordig loopt de 's-Heerenberger Straße in Emmerik over het voormalige kloosterterrein. Op nummer 121 is een hotel-restaurant gevestigd dat Klosterberg heet. Een zijstraat heet Am Klosterberg.
Er zijn plannen geweest het klooster ter plaatse te herbouwen. In 1673 honoreerde Madeleine de Cusance, de weduwe van graaf Albert, een verzoek van pater Adolf van Raesveldt, vicaris van de Saksische (of Westfaalse) provincie van de franciscanen, om het klooster in dezelfde vorm en staat te herbouwen. Een voorwaarde was dat de Staten-Generaal hiermee instemden, maar dat deden ze niet, ook niet nadat graaf Oswald III in 1674 het bestuur over Bergh van zijn moeder had overgenomen.
Maria Francisca van Manderscheid-Blankenheim, abdis van het Stift Elten, bood op 20 februari 1679 redding door een stuk grond in Laag-Elten aan te bieden voor de herbouw van het observantenklooster. Frederik Willem I van Brandenburg, die als hertog van Kleef de voogdij over het Stift Elten bezat, voelde zich echter gepasseerd door de abdis. Hij stond toe dat de kloosterkerk gebouwd werd, maar na de voltooiing in 1683 mochten er geen kerkdiensten gehouden worden. Pas in 1695 gaf de Duitse keizer Leopold I van Habsburg toestemming het klooster te herbouwen, 123 jaar na zijn verwoesting.
Bronnen
- Old Nijs nr. 110, blz. 4–13
- Old Nijs nr. 112, blz. 4–14