Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Veerrecht
Inhoud
Inleiding
Het veerrecht was een heerlijk recht op basis waarvan de graaf van Bergh veerdiensten kon instellen op de rivieren in zijn bezittingen. Hij verpachtte zijn veren aan veermannen, die tegen vastgestelde tarieven personen en goederen overzetten. De inkomsten uit de veerdienst waren voor de graaf. Ook kon de graaf een veer verpanden aan een andere leenman, of een aandeel verwerven in een veer van een andere leenman. Voorbeelden hiervan zijn in het onderstaande te lezen.
Het veerrecht ging in 1798 met de inwerkingtreding van de grondwet van de Bataafse Republiek over op de Staat. In 1814, na de Franse tijd, gaf koning Willem I het veerrecht terug aan de oorspronkelijke eigenaren. Door verlies en verkoop van bezittingen had het veerrecht uiteindelijk geen betekenis meer voor de graaf van Bergh.
Grafelijke veren
Door het graafschap Bergh stroomden geen rivieren, maar doordat het groter was dan de latere gemeente Bergh, grensde het wel aan rivieren. De oostgrens van het graafschap liep langs de Oude IJssel en in het westen raakte het in de heerlijkheid Westervoort aan de IJssel.
Het veer in Wijnbergen
In het archief van Huis Bergh zijn geen vermeldingen gevonden van veren op de Oude IJssel die van de graven van Bergh zouden zijn geweest.
Wel was er in de eerste helft van de vorige eeuw, in elk geval tot in de jaren vijftig, nabij de monding van het Waalse Water in de Oude IJssel een voetveer bij boerderij de Bluemerhoeve, die ook bekend stond als het Veerhuis.
Het Westervoortse veer
Het veer dat het vaakst voorkomt in het archief van Huis Bergh is het Westervoortse veer, dat al in 1295 wordt vermeld. Het voer op de IJssel en was eeuwenlang de enige verbinding tussen Westervoort en Arnhem. Hoewel de graaf van Bergh ook heer van Westervoort was, behoorde het veer niet aan hem toe, maar aan het Stift Elten. Vanaf 1526 kocht graaf Oswald II meermaals aandelen in het veer; in 1538 onder andere van het klooster Bethanië in Arnhem.
In 1735 verkocht graaf Frans Willem de heerlijkheid Westervoort, inclusief zijn aandeel in het veer, aan de stad Arnhem. Hij kreeg er 35.000 gulden voor.
Het begin van de IJssel is sinds de verkoop anders komen te liggen, zodat de locatie van het veer is verdwenen. In 1774 werd ongeveer twee kilometer stroomopwaarts in de Rijn een nieuwe aftakking gegraven om meer Rijnwater naar de IJssel te geleiden.
Andere grafelijke veren
De graven van Bergh hebben veren bezeten in hun bezittingen aan de Rijn, de Waal en de Maas, maar hierover is in het archief van Huis Bergh of elders weinig te vinden. Genoemd worden wel de volgende veren.
- Het veer op de Maas bij Hedel, waarover Joest van der Elst op 26 juni 1466 aan Ludolf van den Bergh schreef, dat niemand het veer heeft willen pachten.
- Het veer "aan den Bilant", dat destijds aan de Waal lag. Willem IV van den Bergh schreef op 28 februari 1583 een aanbeveling om Jenneken Kerckhoff als pachteres van het veer te handhaven. Op 23 april 1584 verpandde hij het veer voor 200 daalders aan Gerrit de Mann en diens vrouw.
- Het "dwarsveer" op de Waal bij Ochten komt in 1561 twee keer voor. Op 9 februari van dat jaar stuurde graaf Willem IV een klacht aan Herman van den Pol, zijn ambtman ter plaatse, over belemmeringen in het gebruik van zijn veer. Blijkbaar had dit geen effect, want op 1 juli vroeg graaf Willem het Hof van Gelre in Arnhem zijn ambtman op te dragen de huislieden te verbieden langer afbreuk te doen aan zijn veer. In 1837 verkocht Karel van Hohenzollern-Sigmaringen de laatste Ochtense bezittingen, waaronder het dwarsveer.
- Het veer op de Maas bij Beugen. Op 27 februari 1561 kreeg graaf Willem IV het verzoek de hertog van Kleef om toestemming te vragen voor de veerman van Beugen om met zijn nieuwe veerboot op de Kleefse oever aan te leggen.
- Het veer op de Maas bij Buggenum. Hiëronyma Catharina van Spaur-Flavon, weduwe van Hendrik van den Bergh, kocht in 1679 de heerlijke rechten van Buggenum, waaronder het veerrecht.
- Het veer over het Pannerdens Kanaal (gegraven tussen 1701 en 1709). Het Huis Bergh en enige ingezetenen van Pannerden hadden in de jaren 1767–1768 een geschil over dit veer.
Een bijzondere vermelding
Graaf Willem IV, sinds 1581 stadhouder van Gelre en Zutphen in dienst van Willem van Oranje, vaardigde op 29 augustus 1583 een bevel uit aan de schippers en veerlieden op de IJssel en de Rijn om geen soldaten zonder zijn bevel over te zetten. In die tijd woedde de Tachtigjarige Oorlog.
Bronnen
- Archief Huis Bergh:
- Inventarisnummer 3511, 3515, 6138
- Regesten 2383, 2384, 2838a, 3979
- Briefregesten 194, 5351, 5467, 5363, 7920
- Veerrecht op Wikipedia
- Historische Kring Westervoort over het Westervoortse veer