Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Kleinpenning, Hermanus Wilhelmus Antonius
Herman Kleinpenning was bakker voor hij zich aanmeldde bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hij werd op 9 februari 1918 geboren in Zeddam als zoon van Wilhelmus Leonardus Kleinpenning (geboren in Wijnbergen) en Johanna Geertruida van Remmen (geboren in Zeddam).
Een goed geschoolde bakker
Herman was lid van de Voetbalvereniging Zeddam, die werd opgericht in 1933. Op de pagina van deze club is hij te zien op een foto van zijn elftal. Veel tijd om er te voetballen zal hij niet hebben gehad, want hij is een aantal jaren naar scholen elders in het land geweest. Al op 27 augustus 1930 vertrok hij, twaalf jaar oud, voor een jaar naar de Bisschoppelijke Nijverheidsschool in Voorhout bij Leiden. Aangezien hij later bakker was, zal hij daar lessen in het bakkersvak heeft gevolgd (ook Clemens Berntsen heeft op deze school voor bakker geleerd).
Op 14 september 1931 kwam hij terug naar Zeddam, en een jaar later vertrok hij naar het Sint Bernarduscollege in Echt (Limburg). Daar werd lesgegeven door de paters van de Cisterciënzerabdij in die plaats. Herman bleef er drie jaar en kwam op 17 mei 1935 terug naar Zeddam. Dit was maar voor korte tijd, want al op 21 juni ging hij als bakker naar Keijenborg. Op 30 augustus 1937 kwam hij, nog steeds als bakker, vanuit Doetinchem terug naar Zeddam.
KNIL-soldaat
Aan het eind van de jaren dertig hebben veel jongemannen, ook uit de gemeente Bergh, vrijwillig dienstgenomen bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Ook Herman heeft dit deed gedaan.
Op 26 november 1937 heeft hij zich in Nijmegen aangemeld voor een verbintenis van vijf jaar, ingaande op de dag van geschiktbevinding. Dat was 4 februari 1938, op welke dag hij ook een premie van honderd gulden in ontvangst nam. Zijn stamboeknummer was 93394.
Op 16 februari 1938 is hij met het stoomschip Johan de Witt van Amsterdam naar Nederlands-Indië vertrokken. De aankomst in Batavia was 18 maart. In Indië diende hij bij de infanterie.
Nadat Japan begin 1942 Nederlands-Indië was binnengevallen, werd Kleinpenning op 5 maart krijgsgevangen gemaakt in de Tjiaterstelling bij Bandoeng op West-Java. Dit was een van de laatste stellingen waar het KNIL nog weerstand bood tegen de Japanners voor de capitulatie op 8 maart 1942.
Kort na zijn gevangenneming is hij door de Japanners vermoord. Hij was 24 jaar oud. Na de capitulatie werd Kleinpennings lichaam "aangetroffen op vlak terrein 800 meter West van de rijweg ± 150 meter Z. van de Kali Tjipengasahan".
Kleinpenning is gecremeerd en zijn as wordt bewaard op het Nederlandse ereveld Pandoe in Bandoeng, Indonesië. Zijn naam staat op een van de gedenkplaten rond het vlaggenmonument op Pandoe.
Verder staat zijn naam vermeld:
Postuum is hem het Oorlogsherinneringskruis met gesp toegekend. De gesp was voor de "bijzondere krijgsverrichting" NEDERLANDSCH-INDIË 1941–1942.
Bronnen
- Bevolkingsregister Bergh
- Nationaal Archief:
- Onderofficieren en soldaten KNIL 1815-1950, toegangsnummer 2.10.50, suppletiefolium 49665
- A-dossier van de Oorlogsgravenstichting
- Erelijst van gevallenen 1940-1945
- Delpher
- Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 95