Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Ruck, Rudolph

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Rudolph Ruck (1905-1945).jpg
Rucks graf in Groesbeek

Rudolph Ruck werd op 18 mei 1905 geboren als zoon van Godfrey (Gottfried) Ruck en Bertha Nußberger. Zijn geboorteplaats was Camenca in het toenmalige Russische Keizerrijk. Tegenwoordig ligt Camenca in Transnistrië, een afvallige regio van Moldavië.

Ruck en zijn ouders behoorden tot de Duitstalige minderheid in Camenca. In 1911 emigreerden zij naar Canada, waar zij zich vestigden in Winnipeg in de provincie Manitoba. Op 2 juni 1928 trouwde hij met een vrouw die Rose heette. Met haar kreeg hij drie zonen: Ronald Allan (1932), Donald Edgar (1935) en Keith Gerald (1938).

Hij werkte bij een handelsbedrijf in auto-onderdelen toen hij zich op 30 mei 1940 aanmeldde bij het Canadese leger. Hij was toen 35 jaar oud. Na een opleiding bij de artillerie vertrok hij eind juli 1941 vanuit Halifax naar Groot-Brittannië, waar hij aankwam in de Schotse haven Gourock. Op 12 januari 1942 kreeg hij zijn definitieve bestemming en werd ingedeeld bij 12th Field Regiment van de Royal Canadian Artillery. Het regiment was uitgerust met 25-ponder-kannonen (officieel Ordnance QF 25 pounder). Een kanon van dit type staat op De Bleek in 's-Heerenberg.

12th Field Regiment nam op D-Day, 6 juni 1944, deel aan de geallieerde landing in Normandië. Vanuit Southampton maakte het regiment de oversteek naar Juno Beach, de Canadese landingszone. Op 30 september 1944 werd Ruck bevorderd tot bombardier (korporaal bij de artillerie).

In februari 1945 bereikte 12th Field Regiment Kleef, waar Ruck een week verlof kreeg. Op 1 maart vertrok hij naar Engeland en meldde zich op 9 maart weer terug bij zijn onderdeel. Kort daarna, in de nacht van 23 op 24 maart begon Operatie Plunder: de oversteek van de Rijn. 12th Field Regiment stak op 27 maart als eerste artillerie-eenheid via pontonbruggen de rivier over.

Op 1 april, bij de bevrijding van Bergh, vestigde 12th Field Regiment zijn hoofdkwartier in "een molen" in Zeddam. In de War Diary van het regiment wordt de molen vanwege de dikte van zijn muren omschreven als waarschijnlijk de sterkste commandopost die wij ooit gehad hebben. Dat moet de Torenmolen zijn geweest.

Op 4 april kreeg 12th Field Regiment om 9 uur 's morgens het bevel noordwaarts te gaan om troepen ten oosten van Zutphen ondersteuning te geven. De colonne verplaatste zich over de weg en moest op het kruispunt in Baak rechts afslaan omdat de route rechtdoor over de dijk langs de IJssel te gevaarlijk was. De westoever was nog in handen van de Duitsers. Ruck had de opdracht op het kruispunt het verkeer te regelen.

De bevolking van Baak, dat op 2 april bevrijd was, stond langs de weg de Canadese bevrijders toe te juichen. Maar toen ontplofte er midden op het kruispunt een granaat, afgeschoten door Duitsers aan de overkant van de IJssel. Vijf kinderen en één volwassene waren op slag dood; vier personen, onder wie Ruck, raakten zo ernstig gewond dat ze naar een ziekenhuis gebracht moesten worden. De bedoeling was de burgergewonden naar Nijmegen te brengen, maar onderweg werd besloten de 9-jarige Dikkie Donderwinkel naar het Canadese veldhospitaal in het Patersklooster in 's-Heerenberg te brengen. Hij overleed daar twee dagen later.

Ruck werd aan de Canadese verbandplaats in de Schutterstent van het St. Jansgilde in Beek overgedragen. Aangenomen wordt dat hij op dat moment al was overleden. Hij werd begraven bij de Schutterstent. Op 10 maart 1946 werd hij herbegraven in graf XXII-D-4 op de Canadese Militaire erebegraafplaats Groesbeek, tussen Pare en Fortier.

Zijn naam staat vermeld in het Second World War Book of Remembrance. Dit gedenkboek, met de namen van meer dan 44.000 Canadese militairen die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, ligt in de Peace Tower van het Canadese parlementsgebouw in Ottawa.

Zijn naam ontbreekt op de plaquette bij het Canadese kanon op De Bleek in 's-Heerenberg. Rucks eenheid was uitgerust met een kanon van dit type.

Bronnen