Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Stift Elten: verschil tussen versies
k (→De stichting: link Necrologium van Elten) |
(algehele revisie) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[Bestand: | + | [[Bestand:Gezicht op Hoog-Elten door Jan van Call 1680-1685.jpg|thumb|right|400px|<center>'''Gezicht op Hoog-Elten met rechts het stift op een aquarel die Jan van Call maakte in de jaren [[1680]]–[[1685]].</center>]] |
+ | [[Bestand:St-vitus-hoch-elten.jpg| thumb|right|250px|<center>'''De abdijkerk van het stift in [[2012]]</center>]] | ||
+ | == Het begin == | ||
+ | Het '''Stift Elten''' op de [[Eltenberg]] werd in [[967]] gesticht door graaf [[Wichman IV van Hamaland]]. Een stift is een gebied waarin een hoge geestelijke wereldlijke macht uitoefent. In het Stift Elten werd die macht uitgeoefend door de abdis. | ||
− | + | Graaf Wichman stichtte het stift na de dood van zijn enige [[Wichman V van Hamaland|zoon Wichman]], die op 1 augustus [[965]] of [[966]] op,8-jarige leeftijd stierf. In [[964]] was graaf Wichman al weduwnaar geworden. Blijkbaar was hij niet van plan te hertrouwen, zodat hij geen mannelijk nageslacht meer kon krijgen. De houten burcht die hij al op de Eltenberg bezat, liet graaf Wichman vervangen door een stenen gebouw. Verder schonk hij een derde van zijn goederen aan het stift en benoemde zijn jongste [[Liutgard I van Hamaland|dochter Liutgard]] tot de eerste abdis. Zij schonk haar derde deel van de erfenis eveneens aan het stift. Keizer Otto I bevestigde de stichting en de schenkingen in een oorkonde van 29 juni [[968]]. | |
− | |||
− | + | De abdij van het stift, gewijd aan [[Sint Vitus]], werd bewoond door adellijke dames die geen nonnen waren in de normale zin van het woord maar ''[[:Categorie:Kanunniken|kanunnikessen]]''. Ze hoefden geen eed af te leggen en het stond hun vrij om het stift te verlaten. De stiftdames kregen er een hoofse opleiding. [[Maria Leopoldina van Oostfriesland-Rietberg]] was voor haar huwelijk met [[Oswald III van den Bergh|graaf Oswald III]] stiftdame in Elten. Een lijst van abdissen volgt hieronder. | |
− | |||
− | + | Het stift beleefde een turbulent begin door de aanspraken die [[Adela van Hamaland]], graaf Wichmans oudste dochter, maakte op de bezittingen van het stift. Zij was de enige andere erfgenaam van de graaf en daarom niet tevreden met maar een derde van de erfenis. Met haar tweede echtgenoot [[Balderik van Duffelgouw]] heeft zij tot [[1002]] tevergeefs geprobeerd het stift in handen te krijgen. | |
− | == | + | Op 14 december [[973]] verleende keizer Otto II de dames van het stift het recht om hun eigen abdis te kiezen. Zo werd het stift rijksonmiddelbaar, wat wil zeggen dat het alleen verantwoording verschuldigd was aan de keizer. Het stift werd daarmee een kleine staat op zich, met het recht om belasting te heffen en recht te spreken in de gebieden die het bezat, waaronder [[Elten]] zelf. Deze rijksonmiddelbaarheid raakte het stift onder keizer Hendrik IV in [[1083]] tijdelijk kwijt, maar kreeg het weer terug in [[1129]]. |
− | + | ||
− | Op 2 november [[1595]] bezette de | + | De eerste kerk van het stift, door de eerste abdis gebouwd op de plaats van de oude burchtkapel, werd in het begin van de [[:Categorie:Jaartallen 1100-1199|12e eeuw]] wegens verzakking en bouwvalligheid afgebroken en vervangen door een grotere kerk. Deze nieuwe kerk werd in [[1129]] op bevel van keizer Lotharius III ingewijd door bisschop Sigward van Minden. Dit gebeurde onder abdis [[Ermgard II, abdis|Ermgardis]], die daarom in het [[Necrologium van Elten]] ''reaedificatrix ecclesiae'' genoemd wordt: ''zij die de kerk herbouwde''. |
+ | |||
+ | == De Tachtigjarige oorlog== | ||
+ | In [[1585]], tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]], werden de kerk en andere gebouwen van het stift verwoest. [[Marten Schenck van Nideggen|Maarten Schenk van Nydeggen]], die al geruime tijd de omgeving onveilig maakte, nam de Eltenberg voor de staatse troepen in. De dames van het stift restte niets anders dan te vluchten en zij namen hun intrek in [[Emmerik]]. | ||
+ | |||
+ | Op 2 november [[1595]] bezette de Spaanse veldheer Don Francesco de Mendoza Emmerik en Elten en gebruikte de ruïnes van het stift als kamp. | ||
In [[1613]] werd een begin gemaakt met de wederopbouw, hoewel het geld voor een nieuwe kerk nog ontbrak. Eerst werd puin geruimd en voor een nieuw onderkomen voor de abdis gezorgd. In plaats van de kerk werd een kleine kapel gebouwd. | In [[1613]] werd een begin gemaakt met de wederopbouw, hoewel het geld voor een nieuwe kerk nog ontbrak. Eerst werd puin geruimd en voor een nieuw onderkomen voor de abdis gezorgd. In plaats van de kerk werd een kleine kapel gebouwd. | ||
− | In [[1618]] brak in het gebied van het huidige Duitsland de | + | In [[1618]] brak in het gebied van het huidige [[Duitsland]] de Dertigjarige Oorlog uit. Opnieuw werd het gebied van de Nederrijn oorlogsgebied en hoewel het stift door de prins van Oranje gevrijwaard werd van Staatse aanvallen, werd het stift door andere partijen opnieuw verwoest. In [[1630]] werd opnieuw met de wederopbouw begonnen. Pas in [[1670]] zou een begin gemaakt worden met een nieuwe kerk, die echter aanzienlijk kleiner was dan de vorige. De toenmalige abdis, [[Salm-Reifferscheid, Maria Sophie van|Maria Sophie van Salm-Reifferscheid]], bekostigde de herbouw uit eigen middelen. Boven de ingang van de kerk herinnert een inscriptie aan deze herbouw. |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | + | == Het einde== | |
− | Was het stift gedurende meerdere eeuwen zelfstandig, in [[1803]] werd het eigendom van het koninkrijk | + | Was het stift gedurende meerdere eeuwen zelfstandig, in [[1803]] werd het eigendom van het koninkrijk [[Pruisen]]. Het kiesrecht dat de nonnen van keizer Otto II hadden gekregen werd hun nu door koning Friederich Wilhelm III van Pruisen ontnomen. Tegen de wil van het stift en de bevolking benoemde hij de 8-jarige [[Radziwill, Louise Wilhelmina Friderica von|Friederike von Radziwil]] in [[1805]] tot abdis. De koning dwong ook af dat er nu protestantse dames in het stift mochten intreden. Dit had ook gevolgen voor Elten, dat tot dan toe door het stift geregeerd werd: er mochten zich nu leden van de protestantse kerk in de stad vestigen. |
− | In [[1806]] viel het stift dan onder het [[Groothertogdom Berg]], een kunstmatige staat door Napoleon in het leven geroepen, met hertog Joachim Murat aan het roer. | + | In [[1806]] viel het stift dan onder het [[Groothertogdom Berg]], een kunstmatige staat door Napoleon in het leven geroepen, met zijn zwager hertog Joachim Murat aan het roer. Deze Murat benoemde, met toestemming van Napoleon, zijn 8-jarige [[Murat, Marie Letizia Josephine Annonciade| dochter Laetitia]] tot abdis. |
− | Op 18 maart [[1811]] werd het stift, op bevel van Napoleon, opgeheven. De kerk van het stift werd de | + | Op 18 maart [[1811]] werd het stift, op bevel van Napoleon, opgeheven. De kerk van het stift werd de parochiekerk van [[Hoog-Elten]]. In [[1832]] werden de abdijgebouwen verkocht voor sloop. Tegenwoordig resten behalve de kerk nog drie andere gebouwen: |
− | * Het huis van de abdissen uit het geslacht Manderscheid Blankenheim naast de [[Drususbron| Drususbron]]. Op de gevel van het huis staat: | + | * Het huis van de abdissen uit het geslacht Manderscheid-Blankenheim naast de [[Drususbron| Drususbron]]. Op de gevel van het huis staat: |
− | : ''M(aria) F(ranziska) Z(u) M(anderscheid) B(lankenheim) D(echantin) Z(u) E(lten) P(röpstin) Z(u) V(reden).'' | + | : ''[[Manderscheid-Blankenheim, Maria Francisca I van|M(aria) F(ranziska) Z(u) M(anderscheid) B(lankenheim)]] D(echantin) Z(u) E(lten) P(röpstin) Z(u) V(reden).'' |
− | * Het huis van de abdissen uit het geslacht Salm Reifferscheid ten westen van de kerk. Tegenwoordig is er het jezuïtische | + | * Het huis van de abdissen uit het geslacht Salm-Reifferscheid ten westen van de kerk. Tegenwoordig is er het jezuïtische Stanislauscollege gevestigd. Op de gevel van het huis staat: |
: ''A(nn)O 1667'' | : ''A(nn)O 1667'' | ||
: ''A(nna) S(alome) F(ürstin) Z(u) E(ssen) C(üsterin) Z(u) E(lten) G(Räfin) Z(u) S(alm) U(nd) R(eiferscheidt)'' | : ''A(nna) S(alome) F(ürstin) Z(u) E(ssen) C(üsterin) Z(u) E(lten) G(Räfin) Z(u) S(alm) U(nd) R(eiferscheidt)'' | ||
− | * Een kleiner huis tussen het abdissenhuis van Salm Reifferscheid en de kerk. | + | * Een kleiner huis tussen het abdissenhuis van Salm-Reifferscheid en de kerk. |
+ | {| | ||
+ | |- valign=top | ||
+ | |[[Bestand:Abdis-huis-manderscheid-blankenheim.jpg|thumb|300px|<center>'''Het voormalige huis van de abdissen uit het geslacht Manderscheid-Blankenheim</center>]] | ||
+ | |[[Bestand:Abdis-huis-salm-reifferscheidt.jpg| thumb|300px |<center>'''Het voormalige huis van de abdissen uit het geslacht Salm-Reifferscheidt</center>]] | ||
+ | |} | ||
− | In maart [[1945]] werd de Eltenberg bestookt door de | + | In maart [[1945]] werd de Eltenberg bestookt door de Canadese artillerie, waarbij de kerk wederom zwaar beschadigd raakte. De kerk werd echter door toedoen van onder andere [[Heek, Dr Jan Herman van| Dr. Jan Herman van Heek]] direct na de oorlog weer hersteld. |
− | In [[1964]] en [[1965]] werden uitgebreide archeologische opgravingen uitgevoerd op het vroegere terrein van de abdij. Daarbij werden enkele resten van de oorspronkelijke burcht gevonden en konden de verschillende bouwfasen van de | + | In [[1964]] en [[1965]] werden uitgebreide archeologische opgravingen uitgevoerd op het vroegere terrein van de abdij. Daarbij werden enkele resten van de oorspronkelijke burcht gevonden en konden de verschillende bouwfasen van de stiftkerk bepaald worden. Een paar meter ten zuidoosten van de huidige kerk werden een aantal graven gevonden met daarin met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een deel van de familie van graaf Wichman (waaronder zijn vrouw Liutgard) en van de abdis Ermgardis († 1129). |
− | + | == Bezittingen in Bergh == | |
− | Het | + | Het Stift Elten bezat in [[gemeente Bergh|Bergh]] meerdere [[boerderijen]]: |
*[[Godschalkshuis]], [[Vinkwijk]] | *[[Godschalkshuis]], [[Vinkwijk]] | ||
*[[ Rozenpas]], [[Kilder]] | *[[ Rozenpas]], [[Kilder]] | ||
Regel 47: | Regel 52: | ||
*[[Boekelt|De Boekelt]], [[Wijnbergen]] | *[[Boekelt|De Boekelt]], [[Wijnbergen]] | ||
− | + | == Abdissen == | |
− | + | De abdissen van het Stift Elten waren vaak ook abdis in andere stiften, zoals het Stift Vreden of het Stift Essen. | |
− | + | {| | |
− | + | | valign=top width=300 | | |
− | + | * 967 - [[990]]?: [[Liutgard I van Hamaland]] | |
− | + | * < [[997]]? - ?: [[Lutgardis II van Hamaland]] | |
− | + | * ? - ?: [[Richardis, abdis| Richardis]] | |
− | ==Abdissen== | + | * ? - ?: [[Riclindis, abdis| Riclindis]] |
− | De abdissen van het | + | * ? - ?: [[Ermgard I, abdis|Yrmgardis]] |
− | + | * ? - ?: [[Giltruit, abdis| Giltruit]] | |
− | * 967 - [[990]]?: [[Liutgard I]] | + | * ? - [[1129]]?: [[Ermgard II, abdis|Ermgardis]] |
− | * < [[997]]? - ?: Lutgardis II | + | * ? - ?: [[Aleydis, abdis|Aleydis]] |
− | * ? - ?: Richardis | + | * ? - ?: [[Guda, abdis|Guda]] |
− | * ? - ?: Riclindis | + | * < [[1241]] - ?: [[Adeleydis, abdis|Adeleydis]] |
− | * ? - ?: Yrmgardis | + | * < [[1273]] - [[1301]]?: [[Godelindis, abdis|Godelindis]] |
− | * ? - ?: Giltruit | + | * 1301? - < [[1357]]: [[Batenborch, Mabelia|Mabelia van Batenborch]] |
− | * ? - [[1129]]?: Ermgardis | ||
− | * ? - ?: Aleydis | ||
− | * ? - ?: Guda | ||
− | * < [[1241]] - ?: Adeleydis | ||
− | * < [[1273]] - [[1301]]?: Godelindis | ||
− | * 1301? - < [[1357]]: | ||
* [[1334]] - [[1365]]: [[Ermgard van den Bergh]] | * [[1334]] - [[1365]]: [[Ermgard van den Bergh]] | ||
− | * 1365? - [[1402]]: | + | * 1365? - [[1402]]: [[Holzate, Elza van|Elza van Holzate]] |
− | * 1402 - [[1443]]: Lucia | + | * 1402 - [[1443]]: [[Kerpen, Lucia van|Lucia van Kerpen]] |
− | * 1443 - [[1475]]: Agnes van Bronckhorst | + | * 1443 - [[1475]]: [[Bronckhorst, Agnes van|Agnes van Bronckhorst]] |
− | * [[1476]] - [[1513]]: Elsa | + | | valign=top width=600 | |
− | * 1513 - [[1544]]: Veronica van | + | * [[1476]] - [[1513]]: [[Daun, Elsa van|Elsa van Daun]] |
+ | * 1513 - [[1544]]: [[Reichenstein, Veronica van|Veronica van Reichenstein]] | ||
* 1544 - [[1572]]: [[Wied-Runkel, Magdalena van|Magdalena van Wied-Runkel]] | * 1544 - [[1572]]: [[Wied-Runkel, Magdalena van|Magdalena van Wied-Runkel]] | ||
* 1572 - [[1603]]: [[Manderscheid-Gerolstein, Margaretha van|Margaretha van Manderscheid-Gerolstein]] | * 1572 - [[1603]]: [[Manderscheid-Gerolstein, Margaretha van|Margaretha van Manderscheid-Gerolstein]] | ||
Regel 87: | Regel 87: | ||
* [[1790]] - [[1796]]: [[Salm-Reifferscheidt-Bedburg, Josepha Maria Anna Antonia Nepomucena van|Josepha Maria Anna Antonia Nepomucena van Salm-Reifferscheidt-Bedburg]] | * [[1790]] - [[1796]]: [[Salm-Reifferscheidt-Bedburg, Josepha Maria Anna Antonia Nepomucena van|Josepha Maria Anna Antonia Nepomucena van Salm-Reifferscheidt-Bedburg]] | ||
* 1796 - 1805: [[Salm-Reifferscheid, Maximiliana Francisca de Paula van|Maximiliana Francisca de Paula van Salm-Reifferscheid]] | * 1796 - 1805: [[Salm-Reifferscheid, Maximiliana Francisca de Paula van|Maximiliana Francisca de Paula van Salm-Reifferscheid]] | ||
− | * 1805: Friederike | + | * 1805: [[Radziwill, Louise Wilhelmina Friderica von|Friederike von Radziwil]] |
− | * 1806 - 1811: [[Murat, Marie Letizia Josephine Annonciade| | + | * 1806 - 1811: [[Murat, Marie Letizia Josephine Annonciade|Letizia Murat]] |
− | + | |} | |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | == | + | ==Bronnen== |
− | + | *[http://nl.wikipedia.org/wiki/Stift_Elten Stift Elten] op Wikipedia | |
− | + | *''Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij'', N.C. Kist; Leiden (1853), blz. 105–107 ([http://books.google.com Google Books]) | |
+ | *[http://www.archive.nrw.de Getuigenis van Ermgard van den Bergh] van 21 januari 1357 in het archief van de stad Keulen (akte U 1/2187) | ||
+ | *[http://www.guide2womenleaders.com/germany_ecclesiastical.htm Germany Ecclesiastical Territories (Geistliche Gebiete) ruled by women] | ||
+ | *[http://regesten.regesta-imperii.de/index.php?uri=1129-02-02_1_0_4_1_1_181_181| Regest van 2 februari 1129] over de inwijding van de kerk (in het Duits en Latijn) | ||
[[Categorie: Kerken en Kloosters Elten]] | [[Categorie: Kerken en Kloosters Elten]] |
Versie van 7 dec 2018 om 16:19
Inhoud
Het begin
Het Stift Elten op de Eltenberg werd in 967 gesticht door graaf Wichman IV van Hamaland. Een stift is een gebied waarin een hoge geestelijke wereldlijke macht uitoefent. In het Stift Elten werd die macht uitgeoefend door de abdis.
Graaf Wichman stichtte het stift na de dood van zijn enige zoon Wichman, die op 1 augustus 965 of 966 op,8-jarige leeftijd stierf. In 964 was graaf Wichman al weduwnaar geworden. Blijkbaar was hij niet van plan te hertrouwen, zodat hij geen mannelijk nageslacht meer kon krijgen. De houten burcht die hij al op de Eltenberg bezat, liet graaf Wichman vervangen door een stenen gebouw. Verder schonk hij een derde van zijn goederen aan het stift en benoemde zijn jongste dochter Liutgard tot de eerste abdis. Zij schonk haar derde deel van de erfenis eveneens aan het stift. Keizer Otto I bevestigde de stichting en de schenkingen in een oorkonde van 29 juni 968.
De abdij van het stift, gewijd aan Sint Vitus, werd bewoond door adellijke dames die geen nonnen waren in de normale zin van het woord maar kanunnikessen. Ze hoefden geen eed af te leggen en het stond hun vrij om het stift te verlaten. De stiftdames kregen er een hoofse opleiding. Maria Leopoldina van Oostfriesland-Rietberg was voor haar huwelijk met graaf Oswald III stiftdame in Elten. Een lijst van abdissen volgt hieronder.
Het stift beleefde een turbulent begin door de aanspraken die Adela van Hamaland, graaf Wichmans oudste dochter, maakte op de bezittingen van het stift. Zij was de enige andere erfgenaam van de graaf en daarom niet tevreden met maar een derde van de erfenis. Met haar tweede echtgenoot Balderik van Duffelgouw heeft zij tot 1002 tevergeefs geprobeerd het stift in handen te krijgen.
Op 14 december 973 verleende keizer Otto II de dames van het stift het recht om hun eigen abdis te kiezen. Zo werd het stift rijksonmiddelbaar, wat wil zeggen dat het alleen verantwoording verschuldigd was aan de keizer. Het stift werd daarmee een kleine staat op zich, met het recht om belasting te heffen en recht te spreken in de gebieden die het bezat, waaronder Elten zelf. Deze rijksonmiddelbaarheid raakte het stift onder keizer Hendrik IV in 1083 tijdelijk kwijt, maar kreeg het weer terug in 1129.
De eerste kerk van het stift, door de eerste abdis gebouwd op de plaats van de oude burchtkapel, werd in het begin van de 12e eeuw wegens verzakking en bouwvalligheid afgebroken en vervangen door een grotere kerk. Deze nieuwe kerk werd in 1129 op bevel van keizer Lotharius III ingewijd door bisschop Sigward van Minden. Dit gebeurde onder abdis Ermgardis, die daarom in het Necrologium van Elten reaedificatrix ecclesiae genoemd wordt: zij die de kerk herbouwde.
De Tachtigjarige oorlog
In 1585, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werden de kerk en andere gebouwen van het stift verwoest. Maarten Schenk van Nydeggen, die al geruime tijd de omgeving onveilig maakte, nam de Eltenberg voor de staatse troepen in. De dames van het stift restte niets anders dan te vluchten en zij namen hun intrek in Emmerik.
Op 2 november 1595 bezette de Spaanse veldheer Don Francesco de Mendoza Emmerik en Elten en gebruikte de ruïnes van het stift als kamp.
In 1613 werd een begin gemaakt met de wederopbouw, hoewel het geld voor een nieuwe kerk nog ontbrak. Eerst werd puin geruimd en voor een nieuw onderkomen voor de abdis gezorgd. In plaats van de kerk werd een kleine kapel gebouwd.
In 1618 brak in het gebied van het huidige Duitsland de Dertigjarige Oorlog uit. Opnieuw werd het gebied van de Nederrijn oorlogsgebied en hoewel het stift door de prins van Oranje gevrijwaard werd van Staatse aanvallen, werd het stift door andere partijen opnieuw verwoest. In 1630 werd opnieuw met de wederopbouw begonnen. Pas in 1670 zou een begin gemaakt worden met een nieuwe kerk, die echter aanzienlijk kleiner was dan de vorige. De toenmalige abdis, Maria Sophie van Salm-Reifferscheid, bekostigde de herbouw uit eigen middelen. Boven de ingang van de kerk herinnert een inscriptie aan deze herbouw.
Het einde
Was het stift gedurende meerdere eeuwen zelfstandig, in 1803 werd het eigendom van het koninkrijk Pruisen. Het kiesrecht dat de nonnen van keizer Otto II hadden gekregen werd hun nu door koning Friederich Wilhelm III van Pruisen ontnomen. Tegen de wil van het stift en de bevolking benoemde hij de 8-jarige Friederike von Radziwil in 1805 tot abdis. De koning dwong ook af dat er nu protestantse dames in het stift mochten intreden. Dit had ook gevolgen voor Elten, dat tot dan toe door het stift geregeerd werd: er mochten zich nu leden van de protestantse kerk in de stad vestigen.
In 1806 viel het stift dan onder het Groothertogdom Berg, een kunstmatige staat door Napoleon in het leven geroepen, met zijn zwager hertog Joachim Murat aan het roer. Deze Murat benoemde, met toestemming van Napoleon, zijn 8-jarige dochter Laetitia tot abdis.
Op 18 maart 1811 werd het stift, op bevel van Napoleon, opgeheven. De kerk van het stift werd de parochiekerk van Hoog-Elten. In 1832 werden de abdijgebouwen verkocht voor sloop. Tegenwoordig resten behalve de kerk nog drie andere gebouwen:
- Het huis van de abdissen uit het geslacht Manderscheid-Blankenheim naast de Drususbron. Op de gevel van het huis staat:
- M(aria) F(ranziska) Z(u) M(anderscheid) B(lankenheim) D(echantin) Z(u) E(lten) P(röpstin) Z(u) V(reden).
- Het huis van de abdissen uit het geslacht Salm-Reifferscheid ten westen van de kerk. Tegenwoordig is er het jezuïtische Stanislauscollege gevestigd. Op de gevel van het huis staat:
- A(nn)O 1667
- A(nna) S(alome) F(ürstin) Z(u) E(ssen) C(üsterin) Z(u) E(lten) G(Räfin) Z(u) S(alm) U(nd) R(eiferscheidt)
- Een kleiner huis tussen het abdissenhuis van Salm-Reifferscheid en de kerk.
In maart 1945 werd de Eltenberg bestookt door de Canadese artillerie, waarbij de kerk wederom zwaar beschadigd raakte. De kerk werd echter door toedoen van onder andere Dr. Jan Herman van Heek direct na de oorlog weer hersteld.
In 1964 en 1965 werden uitgebreide archeologische opgravingen uitgevoerd op het vroegere terrein van de abdij. Daarbij werden enkele resten van de oorspronkelijke burcht gevonden en konden de verschillende bouwfasen van de stiftkerk bepaald worden. Een paar meter ten zuidoosten van de huidige kerk werden een aantal graven gevonden met daarin met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een deel van de familie van graaf Wichman (waaronder zijn vrouw Liutgard) en van de abdis Ermgardis († 1129).
Bezittingen in Bergh
Het Stift Elten bezat in Bergh meerdere boerderijen:
- Godschalkshuis, Vinkwijk
- Rozenpas, Kilder
- Goed Vinkwijk te Vinkwijk
- De Boekelt, Wijnbergen
Abdissen
De abdissen van het Stift Elten waren vaak ook abdis in andere stiften, zoals het Stift Vreden of het Stift Essen.
Bronnen
- Stift Elten op Wikipedia
- Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij, N.C. Kist; Leiden (1853), blz. 105–107 (Google Books)
- Getuigenis van Ermgard van den Bergh van 21 januari 1357 in het archief van de stad Keulen (akte U 1/2187)
- Germany Ecclesiastical Territories (Geistliche Gebiete) ruled by women
- Regest van 2 februari 1129 over de inwijding van de kerk (in het Duits en Latijn)