Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Meijer, Laurentius: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 10: Regel 10:
 
Daarna woonde hier dokter [[Kok, Marinus Joseph]]
 
Daarna woonde hier dokter [[Kok, Marinus Joseph]]
 
<br clear=all>
 
<br clear=all>
 +
[[Bestand:Kopie van stationskoffiehuis 1904.jpg|right|500px]]
 
----
 
----
 
<div style="background:Khaki">
 
<div style="background:Khaki">

Versie van 28 mrt 2024 om 15:15

Rentmeester Laurens Meijer.jpg

Laurens Meijer was "Boschbeheerder en rentmeester" in dienst van Huis Bergh, en commissaris van de Nederlandsche Heidemaatschappij.

Als geboortedatum en -plaats gelden 1 februari 1831 te Zeddam. Hij overleed op 23 januari 1911 te Zeddam. Zijn ouders waren Franciscus Meijer, "jager, boschbeheerder en tapper op Montferland", en Theodora Meurs. Van vader Frans is de "Beschrijving van Houtcultuur onder het Vorsterambt Montferland" in 1831 afkomstig, dat gepubliceerd is in Old Ni-js nr. 46, blz. 95-108.

Meijer trouwde 26 jaar oud op 18 september 1863 met de Zeddamse Louisa Maria Wijnanda Pierik, geboren in Bergh op 13 september 1829 als dochter van Gerardus Johannes Pierik, logementhouder, en Petronella Sanders.

Dat hij een plekje verdient in op de Berghapedia moge blijken uit het volgende citaat uit "Het Huis Bergh" door Mr. A.P. van Schilfgaarde. Hieraan kan toegevoegd worden dat hij later in Zeddam woonde op de plek waar tegenwoordig het Bejaardencentrum Sydehem staat. Dit was het latere stationskoffiehuis ,bewoond door zijn dochter Maria Meijer van 1911 tot 1930. Daarna woonde hier dokter Kok, Marinus Joseph

Kopie van stationskoffiehuis 1904.jpg

Het bericht in "Het Nieuws van de Dag" van 9 februari 1901 over de verlening van de titel Domänenrat. De Hohenzollernse Huisorde en de Orde van de Eikenkroon had hij al in 1891 respectievelijk 1889 gekregen.

Laurens Meijer volgde in 1880 Wilhelm Steinberger op als rentmeester van Huis Bergh. Hij was sedert 1847 als assistent, tevens als Forstgehilf, bij de administratie werkzaam. In 1865 was hij benoemd tot Forstverwalter van de Revierverwaltung Wisch, in 1874 ook van de Revierverwaltung Montferland.

Na 50-jarige dienst - zijn diensttijd gold van zijn 20e jaar af - werd hij in 1901 vereerd met de titel van Domänenrat; hij stierf in het harnas op 23 januari 1911, een week voor zijn 80e verjaardag en na een 64-jarige trouwe ambtsvervulling.

Laurens Meijer was als zoon van de vorster Frans Meijer vanaf zijn jeugd vertrouwd geraakt met de gang van zaken in het Berghse bosbedrijf. Reeds in 1865 was hij tot opvolger benoemd van August Buk als Forstverwalter van Wisch, in welke functie hij woonde op het huis Schuylenburg bij Silvolde. Nu hij in 1874 tevens het beheer te 's-Heerenberg kreeg, besloot men de beide revieren te combineren. Met de naam Wisch verdwenen door successievelijke verkopingen in de daarop volgende jaren ook de bezittingen aldaar.

Gedurende het beheer van Laurens Meijer verkreeg het Bergherbos een grote bekendheid in bosbouwkundige kringen, vooral omdat in die tijd de belangstelling voor de bebossing van onze woeste gronden sterk toenam. Verschillende leerlingen in de bosbouw ontvingen hier hun practische opleiding. Meijer zelf was commissaris van de in 1888 opgerichte Nederlandsche Heidemaatschappij. De leden van deze vereniging maakten in 1905 een excursie naar 's-Heerenberg, naar aanleiding waarvan majoor H.M. Werner in zijn boek "Geldersche kasteelen" schreef: "de exploitatie geschiedt zeer regelmatig, methodisch en oordeelkundig; nergens in ons land kan men het beter en doelmatiger ingericht vinden".

De vermaardheid van het Bergherbos blijkt echter ook reeds uit vroegere publicaties. Zo lezen we in een Duits bosbouwtijdschrift uit de vijftiger jaren: "Das hier übliche Kulturverfahren ist so lohnend, erfolgreich und eigentümlich, daβ es schon mehrfach die allgemeine Aufmerksamkeit erregt und fremde Forstleute behufs der örtlichen Berichtigung herbei gezogen hat".

Laurens Meijer, die sedert 1880 tevens het rentmeesterschap uitoefende, gaf het bosbeheer in 1903 over aan de Brabander Leo le Mire, een oud-leerling van de toenmalige bosbouwschool te Frederiksoord.


Hij heeft zich samen met pastoor Nales en burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt ingezet voor een nieuwe kerk.

In 1900 was hij, met onder meer zijn baas vorst Leopold, een van de oprichters van de Tramwegmaatschappij Zutphen-Emmerik N.V.

In 1908 heeft hij de jezuïeten geholpen bij de aankoop van grond voor de bouw van het Patersklooster.

Meijer en zijn vrouw kregen minstens drie kinderen, maar daarvan overleden er twee heel jong:

  • Maria Theodora Petronella, overleden te Zeddam op 15 juni 1865, twee maanden oud
  • Maria Gerharda Francisca, geboren op 7 februari 1867 in Bergh, overleden op 1 december 1941 in Zeddam.
  • Franciscus Josephus Ignatius, geboren op 15 april 1871 in Oer en aldaar drie dagen later overleden (dit zal op Schuylenburg zijn geweest).

Meijers vrouw overleed op 16 november 1918, 89 jaar oud, in haar geboorteplaats Zeddam.

Onderscheidingen

Uit dagblad De Tijd van 12 november 1889
Uit De Graafschapbode van 14 februari 1891
Overlijden Meijer 1911.jpg

Bronnen