Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Bod, Gerrit Antonius: verschil tussen versies
k (→Bronnen: cat) |
k (aanvulling Narionaal Archief) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | '''Gerrit Antonius Bod''' werd op 30 december [[1900]] geboren in [[Loerbeek]] als zoon van Wilhelmus Bod en Hendrina Leijting. | + | '''Gerrit Antonius Bod''' raakte in de [[Tweede Wereldoorlog]] vermist. Hij werd op 30 december [[1900]] geboren in [[Loerbeek]] als zoon van Wilhelmus Bod en Hendrina Leijting. Op 22 september [[1932]] trouwde hij in [['s-Heerenberg]] met Maria Johanna te Winkel, geboren op 23 februari [[1914]] als dochter van Wilhelmus te Winkel en Anna Marie Derksen. De huwelijksakte vermeldt als zijn beroep houthandelaar. Dit was ook het beroep van zijn schoonvader. |
− | In de | + | In de Tweede Wereldoorlog is Bod in Duitse krijgsdienst getreden en daaruit op een gegeven moment gedeserteerd. Hij is teruggekeerd naar zijn woning in Loerbeek, huisnummer 75, waar hij in juli [[1944]] door de [[Marechaussee|marechaussees]] [[Moorman, Antonius Wilhelmus Franciscus|Moorman]] en Leitink werd gearresteerd. Hij werd overgedragen aan de Duitsers in het [[Patersklooster|klooster]] te [['s-Heerenberg]], die hem overbrachten naar het SS-strafkamp in Dachau. |
De echtgenote van Bod heeft een maand na zijn vertrek een brief van hem ontvangen uit Dachau. Deze brief is via [[Elten]] naar Loerbeek gesmokkeld. In [[1955]] werd vermoed dat deze brief bij het Rode Kruis is terechtgekomen. | De echtgenote van Bod heeft een maand na zijn vertrek een brief van hem ontvangen uit Dachau. Deze brief is via [[Elten]] naar Loerbeek gesmokkeld. In [[1955]] werd vermoed dat deze brief bij het Rode Kruis is terechtgekomen. | ||
− | + | De Oorlogsgravenstichting vermeld hem niet in haar openbare slachtofferregister. Zij heeft wel een beperkt dossier over hem aangelegd, waarin staat dat hij in Duitse krijgsdienst is getreden en politiek onbetrouwbaar was. Officieel wordt hij dus niet als [[oorlogsslachtoffers|oorlogsslachtoffer]] erkend, hoewel vermoed wordt dat hij in Dachau is overleden. | |
Op 28 oktober [[1955]], toen Bods echtgenote wilde hertrouwen, heeft een Nederlandse rechtbank onderstaande verklaring van rechtsvermoeden van overlijden opgesteld. | Op 28 oktober [[1955]], toen Bods echtgenote wilde hertrouwen, heeft een Nederlandse rechtbank onderstaande verklaring van rechtsvermoeden van overlijden opgesteld. | ||
---- | ---- | ||
<div style="background:Khaki"> | <div style="background:Khaki"> | ||
− | #Aangezien gedaagde, echtgenoot van eiseres, in juli 1944 zijn woonplaats Loerbeek nr.75, [[gemeente Bergh]], heeft verlaten - hij toen namelijk door de "Nederlandse" | + | #Aangezien gedaagde, echtgenoot van eiseres, in juli 1944 zijn woonplaats Loerbeek nr.75, [[gemeente Bergh]], heeft verlaten - hij toen namelijk door de "Nederlandse" Politie is gearresteerd en overgeleverd aan de Duitsers die in het klooster te 's Heerenberg huis hielden - zonder volmacht tot het waarnemen zijner zaken te hebben gegeven, of orde op het beheer van dezelve te hebben gesteld. |
#Aangezien eiseres sedert dien dag nog slechts eenmaal nl. ongeveer een maand na zijn vertrek bericht van gedaagde heeft ontvangen en wel een brief uit het S.S. Strafkamp te Dachau, welke over Elten naar eiseres is gesmokkeld en inmiddels verloren is gegaan en vermoedelijk in handen van het Rode Kruis is. | #Aangezien eiseres sedert dien dag nog slechts eenmaal nl. ongeveer een maand na zijn vertrek bericht van gedaagde heeft ontvangen en wel een brief uit het S.S. Strafkamp te Dachau, welke over Elten naar eiseres is gesmokkeld en inmiddels verloren is gegaan en vermoedelijk in handen van het Rode Kruis is. | ||
# Aangezien na deze laatste tijding van gedaagdes bestaan, welke dus uiterlijk te stellen is op 31 augustus 1944, geen bewijs meer is ingekomen waaruit van het aanwezen van gedaagde of diens overlijden blijkt, zijnde aldus reeds meer dan tien jaren zonder bewijs verlopen. | # Aangezien na deze laatste tijding van gedaagdes bestaan, welke dus uiterlijk te stellen is op 31 augustus 1944, geen bewijs meer is ingekomen waaruit van het aanwezen van gedaagde of diens overlijden blijkt, zijnde aldus reeds meer dan tien jaren zonder bewijs verlopen. | ||
Regel 16: | Regel 16: | ||
---- | ---- | ||
− | Gerrit Bod was een oom van [[ Bod, Johannes Lambertus Wilhelmus|Jo Bod]]. | + | Gerrit Bod was een oom van [[Bod, Johannes Lambertus Wilhelmus|Jo Bod]]. |
== Bronnen == | == Bronnen == | ||
+ | *[https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/204743A/file?eadID=2.19.255.01&unitID=204743A&query= A-dossier van de Oorlogsgravenstichting in het Nationaal Archief] | ||
*[[Bevolkingsregister|Bevolkingsregister Bergh]] | *[[Bevolkingsregister|Bevolkingsregister Bergh]] | ||
*[[GAB|Gemeentearchief Bergh]], ongeïnventariseerd bestand bekendmakingen | *[[GAB|Gemeentearchief Bergh]], ongeïnventariseerd bestand bekendmakingen |
Versie van 24 mrt 2023 om 08:29
Gerrit Antonius Bod raakte in de Tweede Wereldoorlog vermist. Hij werd op 30 december 1900 geboren in Loerbeek als zoon van Wilhelmus Bod en Hendrina Leijting. Op 22 september 1932 trouwde hij in 's-Heerenberg met Maria Johanna te Winkel, geboren op 23 februari 1914 als dochter van Wilhelmus te Winkel en Anna Marie Derksen. De huwelijksakte vermeldt als zijn beroep houthandelaar. Dit was ook het beroep van zijn schoonvader.
In de Tweede Wereldoorlog is Bod in Duitse krijgsdienst getreden en daaruit op een gegeven moment gedeserteerd. Hij is teruggekeerd naar zijn woning in Loerbeek, huisnummer 75, waar hij in juli 1944 door de marechaussees Moorman en Leitink werd gearresteerd. Hij werd overgedragen aan de Duitsers in het klooster te 's-Heerenberg, die hem overbrachten naar het SS-strafkamp in Dachau.
De echtgenote van Bod heeft een maand na zijn vertrek een brief van hem ontvangen uit Dachau. Deze brief is via Elten naar Loerbeek gesmokkeld. In 1955 werd vermoed dat deze brief bij het Rode Kruis is terechtgekomen.
De Oorlogsgravenstichting vermeld hem niet in haar openbare slachtofferregister. Zij heeft wel een beperkt dossier over hem aangelegd, waarin staat dat hij in Duitse krijgsdienst is getreden en politiek onbetrouwbaar was. Officieel wordt hij dus niet als oorlogsslachtoffer erkend, hoewel vermoed wordt dat hij in Dachau is overleden.
Op 28 oktober 1955, toen Bods echtgenote wilde hertrouwen, heeft een Nederlandse rechtbank onderstaande verklaring van rechtsvermoeden van overlijden opgesteld.
- Aangezien gedaagde, echtgenoot van eiseres, in juli 1944 zijn woonplaats Loerbeek nr.75, gemeente Bergh, heeft verlaten - hij toen namelijk door de "Nederlandse" Politie is gearresteerd en overgeleverd aan de Duitsers die in het klooster te 's Heerenberg huis hielden - zonder volmacht tot het waarnemen zijner zaken te hebben gegeven, of orde op het beheer van dezelve te hebben gesteld.
- Aangezien eiseres sedert dien dag nog slechts eenmaal nl. ongeveer een maand na zijn vertrek bericht van gedaagde heeft ontvangen en wel een brief uit het S.S. Strafkamp te Dachau, welke over Elten naar eiseres is gesmokkeld en inmiddels verloren is gegaan en vermoedelijk in handen van het Rode Kruis is.
- Aangezien na deze laatste tijding van gedaagdes bestaan, welke dus uiterlijk te stellen is op 31 augustus 1944, geen bewijs meer is ingekomen waaruit van het aanwezen van gedaagde of diens overlijden blijkt, zijnde aldus reeds meer dan tien jaren zonder bewijs verlopen.
Gerrit Bod was een oom van Jo Bod.
Bronnen
- A-dossier van de Oorlogsgravenstichting in het Nationaal Archief
- Bevolkingsregister Bergh
- Gemeentearchief Bergh, ongeïnventariseerd bestand bekendmakingen
- Clemens Berntsen
- Oorlogsgravenstichting