Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Joost van den Bergh

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 13 sep 2019 om 08:35 (Aanvulling uit Bulletin KNOB)
Ga naar: navigatie, zoeken

Joost van den Bergh werd op 25 januari 1565 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau.

Zijn peetouders worden genoemd in een document (inventarisnummer 94) in het archief van Huis Bergh. Hij is vernoemd naar zijn peetooms.

  • Joest, graef tho Schouenborch was Joost II van Schouwenburg (15201581; ook bekend als Jobst von Schauenburg / Schaumburg). Hij was een volle neef van Joosts moeder Maria van Nassau.
  • Joest, heer tho Hoenepell was Joost, graaf van Bronckhorst-Batenburg en heer Hönnepel (±1525–±1599).
  • joffer van Deill, droistyn was de vrouw van landdrost Cornelis van Deelen, die peetoom was van Joosts broer Oswald.

Oudere naslagwerken vermelden over Joost dat hij "doof en onnozel" was. In 2006 publiceerde de arts Wieringa een artikel waarin hij de term "onnozel" als onjuist bestempelt. Het artikel gaat over Maria Elisabeth Clara van den Bergh, dochter van graaf Joosts broer Herman en Maria Mencia van Wittem. Op grond van onder meer documenten in het archief van Huis Bergh trekt hij conclusies over de medische klachten die aan haar dood hebben kunnen bijdragen. Zo had zij op de dag van haar overlijden meerdere epileptische aanvallen gehad, wat de vraag opriep of epilepsie meer voorkwam in de grafelijke familie.

Volgens Wieringa is het waarschijnlijk dat ook Joost aan epilepsie leed. Hij baseert zich op onder meer een brief die de arts Goert Steegh op 20 september 1581 schreef aan Joosts moeder Maria van Nassau. Steegh had met Joost gesproken (hij was dus niet doof?) en vermeldde in de brief de aanbevelingen die hij (net als twee andere artsen) had gedaan om epileptische aanvallen te voorkomen. Volgens Wieringa waren deze aanbevelingen in die tijd gebruikelijk bij de behandeling van epilepsie. Zo moest Joost niet van grote hoogte naar beneden kijken en ook niet naar blinkende voorwerpen of vuur kijken.

Of de raad van de artsen heeft geholpen, is niet te zeggen. Wel is duidelijk dat er iets met Joost aan de hand was, want hij deelde niet in de erfenis van zijn ouders. Hij overleed in 's-Heerenberg op 8 augustus 1600, ruim een jaar na zijn moeder.

Hij is 35 jaar oud geworden en werd bijgezet in de grafelijke grafkelder in de toenmalige Pancratiuskerk 's-Heerenberg. De kerk was toen als gevolg van oorlogshandelingen in de Tachtigjarige Oorlog zo bouwvallig, dat er eerst balken weggeruimd moesten worden om bij de kelder te kunnen komen.

Bronnen