Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Thiel, Jozina van
Jozina (Sien) van Thiel werd op 8 november 1820 geboren in 's-Heerenberg als dochter van Hendrik van Thiel en Theodora Lankerman.
Zij was naaister van beroep toen zij op 1 mei 1884, 63 jaar oud, in 's-Heerenberg trouwde met Engelbertus Bohemen, gedoopt in Den Haag omstreeks 1830 als zoon van Cornelis Bartholomeus Bohemen en Maria van Schendel. Sien was minderbegaafd en werd al gauw door haar man verlaten. Zijn woonplaats was niet bekend toen Sien op 18 september 1885 zelfmoord pleegde door zich op te hangen. Vermoed werd dat Bohemen op dat moment in Westervoort of Arnhem woonde.
Sien huurde kamers op de bovenverdieping van het huis van Albertus Gunsing. Hier werd zij op die 18e september kort na elf uur 's morgens gevonden door Gradus Winters, die bij haar kwam om haar een overhemd te laten wassen. Zij stond, zo leek het hem, tegen de muur tussen de twee ramen. Toen hij geen antwoord kreeg, riep hij Gunsings vrouw. Zij pakte Sien bij de arm, waarop Winters ontdekte dat zij aan een touw hing dat was vastgemaakt aan een haak bestemd voor een spiegel of schilderij. Met één voet stond zij nog op een stoof. Hierop werd H. Smeenk geroepen, die het touw doorsneed. Ook werd burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt gewaarschuwd. Hij kwam met de gemeentegeneesheer, die nog vergeefs geprobeerd heeft Sien te reanimeren, maar niet anders kon dan de dood vaststellen. Het moest om zelfmoord gaan, want Sien had zich overdag opgehangen in een huis waar meerdere mensen aanwezig waren, in een kamer aan de straatkant waar de ramen openstonden.
Haar dood werd de volgende dag aangegeven door haar huisbaas Albertus Gunsing en de zadelmaker Wilhelmus Gerhardus Tervoert (die in 1868 een van de aangevers was van de vondeling Joannes Wilhelmus Hofstraat).
Sien werd opgebaard in het lijkenhuisje op de oude algemene begraafplaats aan de Zeddamseweg. Deze begraafplaats, in 1869 aangelegd, werd door de gemeente Bergh beheerd, maar is nooit in gebruik genomen. Alle inwoners van 's-Heerenberg behoorden destijds tot een van de drie kerkgenootschappen die in de stad elk een eigen begraafplaats hadden: het katholieke oude kerkhof, het protestantse kerkhof en de joodse begraafplaats.
Er gingen geruchten dat Sien kostbaarheden bezat, maar de burgemeester betwijfelde dat, omdat haar kamers nogal armelijk ingericht waren. Hoe dan ook, de advertentie over de veiling van haar nalatenschap laat zien dat ook niet in armoede had geleefd.
De zelfmoord van Sien zal de reden zijn geweest dat ze niet in een van de lijkenhuisjes van het katholieke oude kerkhof opgebaard werd. Het lijkt erop dat zij de enige is geweest die ooit in dit lijkenhuisje heeft gelegen, want honderd jaar later werd het in de volksmond nog steeds "het huisje van Sien van Thiel" genoemd.
Bronnen
- Old Ni-js nr. 37, blz. 5–6
- Bevolkingsregister Bergh
- Archieven.nl
- De Graafschapbode van 31 oktober 1885 op Delpher