Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Sutherland, Daniël
Daniël Sutherland was grensjager in Beek met de rang van sergeant. Hij werd in 1758 geboren in Maastricht. Zijn achternaam komt ook voor als Sueterland, Suterland en Sutterland.
Inhoud
Huwelijk en gezin
Zoals alle grensjagers had Sutherland al een lange staat van dienst als onderofficier. Hij was sergeant bij het 2e Bataljon Stuart onder majoor Panhuizen toen hij op 20 maart 1791 in Coevorden trouwde met Antje Jans, ook genaamd Antje Wessels, geboren in 1767 in Nieuweschans.
Zijn kinderen werden in verschillende garnizoensplaatsen geboren:
- Anna Maria, op 29 januari 1792 gedoopt in Delfzijl
- Jan, geboren op 23 februari 1795 in Den Briel, gedoopt aldaar op 25 februari 1795
- Daniël, op 7 maart 1798 geboren in Zutphen
- Johannes, rond 1801 geboren in Zutphen
- Wessel, op 7 september 1805 geboren in Kamp Zeist, op 22 september 1805 gedoopt in de protestantse kerk in Zeist zonder consequentie
- Willem, geboren op 9 februari 1808, gedoopt op 14 februari 1808 in de protestantse kerk in Bergen op Zoom
Nazaat van een Schotse huurling
Sutherland werd in Maastricht geboren, maar zijn naam duidt op een buitenlandse afkomst. Het Bataljon Stuart dat in zijn huwelijksakte genoemd wordt, bestond inderdaad uit Schotse huurlingen in dienst van het Staatse leger van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De eersten waren al in de Tachtigjarige Oorlog overgekomen, maar in 1678 verwierf de Republiek het recht actief soldaten te werven in Schotland. Een voorvader van Sutherland zal toen naar Nederland zijn gekomen. Hoewel de uiteindelijk drie Schotse regimenten in de Nederlanden gestationeerd waren, bleven zij deel uitmaken van het Britse leger. De latere grensjager Vincent had bij het Regiment Schotten van Dundas gediend.
Overigens had de Republiek der Verenigde Nederlanden meer buitenlandse militairen in dienst. Grensjager Pfanstiehl had bij een Regiment Zwitsers gediend.
In 1772 verviel de naam Stuart en ging het onderdeel Regiment Schotten Nr. 3 heten. Na de inlijving van de Schotse regimenten bij het Staatse leger in 1783 veranderde de naam in Regiment Nationalen XXIII. De naam in Sutherlands huwelijksakte van 1791 was toen dus al verouderd. Bij de vorming van de Bataafse Republiek in 1795 ging het Regiment Nationalen XXIII over in het 3e bataljon van de 6e Halve Brigade, vervolgens in 1803 in het 18e Bataljon Infanterie en in 1805 in het 3e bataljon van het 6e Regiment Infanterie van Linie.
Sutherland maakte al deze reorganisaties en naamsveranderingen mee. Zijn stamboek vermeldt dat hij op 26 november 1798 22 jaar, een maand en 26 dagen in dienst was. Dit zou betekenen dat hij werd ingelijfd op 1 oktober 1777, het jaar waarin hij negentien werd.
Hij was ingedeeld bij het 7e Regiment Infanterie van Linie toen hij op 3 januari In 1807, na bijna dertig jaar, uit de dienst werd ontslagen. Hij behoorde tot een groep van onderofficieren en verdere manschappen die wegens ouderdom, langjarige dienst of lichaamsgebreken niet meer in staat waren den activen dienst naar behooren te kunnen waarnemen. Sutherland werd ontslag verleend wegens een "kwade borst".
Grensjager in Rotterdam en Beek
Sutherland was echter nog gezond genoeg voor een dienstverband als grensjager. Zo diende hij vanaf 1808 in Rotterdam bij de 9e escouade van het 1e Korps Grensjagers. Op een namenlijst van grensjagers uit 1810 staat hij nog steeds vermeld onder Rotterdam, maar al eerder, op 23 juni 1809, werd hij ook genoteerd in de "Staat der gemeente" van de protestantse kerk in Eersel, Duizel en Steensel. Hierin wordt hij vermeld als lidmaat, terwijl zijn vrouw Anna Sutherland geboren Jans en zonen Daniël, Johannes en Willem onder "toehoorders en kinderen" staan. Later is achter hun namen "vertrokken" toegevoegd. De drie kinderen die niet genoemd worden, waren mogelijk al overleden of, wat de oudste betreft, stonden al op eigen benen. Hoe het lidmaatschap in Steensel met de standplaats Rotterdam gerijmd moet worden, is niet duidelijk.
Mogelijk is Sutherland in Steensel gebleven tot 1814, het jaar waarin gegadigden voor het toen opgericht 2e Korps Grensjagers zich in Den Haag moesten melden. Hij werd toen naar Beek gestuurd, waar hij grensjager is geweest tot de opheffing van het 2e Korps in 1823. Zijn commandant in Beek was sergeant-majoor Cornelis Valk.
Op 26 maart 1822 heeft Arnold Rietveld, burgemeester van de gemeente Bergh, in zijn hoedanigheid van notaris voor Sutherland en zijn vrouw, woonachtig in Beek, een huwelijksconsent opgesteld. Dit was voor zijn zoon Daniël, die op 11 april 1822 in Deventer trouwde. De huwelijksakte van zijn zoon vermeldt commies als beroep van Sutherland senior. Commiezen en grensjagers hadden overlappende taken.
Op 13 november 1822 stierf zijn collega sergeant Van Groningen, 67 jaar oud. Samen met sergeant-majoor Valk heeft Sutherland dit overlijden nog dezelfde dag aangegeven op het gemeentehuis in 's-Heerenberg.
Op 1 maart 1826 werd Sutherland met zijn vrouw als gepensioneerd militair komende uit Beek ingeschreven in het bevolkingsregister van Wehl. Daar overleed hij op 7 februari 1828, 70 jaar oud. Zijn vrouw woonde in Den Bosch toen zij op 19 mei 1835 overleed in Teteringen.
Bronnen
- Archieven.nl
- Nationaal Archief, Militairen in de Bataafs-Franse tijd 1795-1813, toegangsnummer 2.01.15:
- inventarisnummer 28, folionummer 133
- inventarisnummer 116, folionummers 2 en 8
- inventarisnummer 220, folionummer 17
- inventarisnummer 221, folionummer 88b
- inventarisnummer 328, folionummer 3 en 15
- Grensjagers en Commiezen (te paard) 1814-1828, H. Kramer, Contactorgaan ADW (december 1992), blz. 8–22
- Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL), archieftoegang 3013 Notarissen in de gemeente Montferland, 1812-1935, inventarisnummer 171
- Alfabetisch register van de hoofdofficieren van de Schotse Regimenten in Nederlandse dienst, H. Ringoir, Den Haag (1973)
- Schotse Brigade op Wikipedia