Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Moram Plastics
Moram Plastics aan de Ulenpasweg 2 in 's-Heerenberg nadat er in 1977 al eens een 'kleinere' brand woede brandde het bedrijf op zondag 11 maart 2001 tot de grond toe af. Het bedrijf, gevestigd op industrieterrein 't Goor was producent van o.a. spuitgietpotten. In de middag rond half vijf brak de brand uit. Hierbij werden onder meer ook Sassa Moden en een hal van transporteur Wim Bosman vernield, waarbij een groot aantal John Deer tractoren verloren zijn gegaan.
Kort na de brand, waarbij het kankerverwekkende asbest is vrijgekomen, is de directe omgeving tot en met de wijk De Tuger gesaneerd.
Er is een jarenlange juridische strijd gevoerd over de afhandeling van de schadevergoedingen aan de diverse bij de brand betrokken partijen.
SYNBRA (Synprodo), dat eigendom was van Ten Cate / Shell (in december 1999 verkocht Shell zijn belang van 50% aan Gilde Investments), was eigenaar van Moram Plastics.
Het oostelijk deel van Moram met op de voorgrond het veld van de Berghse Boys
2001 de rookpluim gezien vanaf Stokkum
Over de brand in 2001 is een zeer uitgebreid verslag geschreven door Steven Schutte (brandweer Doetinchem).
"Het is zondagmiddag 11 maart 2001, omstreeks 16.30 uur en ik lig thuis te luieren op de bank. Zoals zo vaak heb ik ook nu de pieper niet op de stil staan. Dan hoor je nog eens wat. En ik heb zelf dienst, dus kun je ook nog eens horen wanneer de bevelvoerder weer eens alleen op pad gaat. En opeens.....ja, activiteit op de pieper. Aan de alarmeringscode's kan ik horen dat het Brandweer Bergh is. Tevens worden de OVD van de GGD en de SOVD meegepiept. Ik zeg tegen mijn vrouw. "Er is of een ongeval met beknelling of een fabrieksbrand." Anders wordt de OVD van de GGD niet meegealarmeerd. “Brandweer Bergh, fabrieksbrand gemeld, Ulenpasweg nummertje 2 te 's-Heerenberg. Einde bericht”, klinkt het uit de pieper. Alweer? Denk ik. Vier weken geleden had men in 's-Heerenberg ook al een fikse brand op hetzelfde industrieterrein, waar wij toen naar toe moesten voor bijstand. De 592 meld zich in. Rob Nederhoff is de commandant van de Brandweer Bergh, en is deze week tevens de SOVD (Sector Officier Van Dienst).
Het gesproken woord kan ik helaas niet verstaan, daar is de afstand te groot voor. Ondertussen denk ik nog eens aan die bijstand van vier weken geleden. Eigenlijk hebben we daar weinig gedaan. "Ik hoop, dat wanneer we bijgepiept worden, dat we dit keer wel wat mogen doen!", zeg ik tegen Jacqueline, mijn vrouw. "Ach nee, je hoeft niet weg, het zal wel meevallen. Maak je maar niet druk!"
Ondertussen vindt er steeds meer activiteit plaats op de pieper. Op een gegeven moment hoor ik de centralist zeggen dat hij "het" gaat regelen. Wat zou "het" zijn? Bijstand van Doetinchem??? Je weet het maar nooit. Enkele minuten later hoor ik zeggen dat hij het geregeld heeft en dat ook het korps van Kleef eventueel in te zetten is. "Nou", denk ik, "het moet wel weer wat zijn daar in 's-Heerenberg." Opnieuw bericht op de pieper: "Ja 592, grote brand en dat ga ik regelen voor U."
Nu weet ik het wel zeker. We gaan naar 's-Heerenberg toe. Ik trek mijn schoenen aan en zoek de sleutels en ga richting de auto. Rustig rij ik naar de kazerne. (Ja, echt rustig!) Nog steeds niks. Na een kleine 4 minuten ben ik op de kazerne. Een andere collega, Willem, komt er ook net aan rijden. "We gaan er heen, let maar op!" Opeens wordt er een korps gealarmeerd. Het is Brandweer Wehl met het verzoek voor bijstand aan Brandweer Bergh bij grote brand. Binnen een minuut gaat dan ook onze pieper af. "Brandweer Doetinchem, Groep 1, rukt u uit voor bijstand bij grote brand naar 's-Heerenberg. Uitrukken met hoogwerker en tankautospuit. Einde bericht!"
"Eindelijk", denk ik en ik trek mijn pak en bluslaarzen aan en pak de helm van het rek af. Ondertussen komen er meerdere collega's aanvliegen, die normaal toch iets later zijn. Maar ja, iedereen heeft allang het een en ander op dan wel de pieper of de scanner gehoord. Henk, onze bevelvoerder komt binnen lopen, trekt z'n pak aan en verdeeld de mensen over de voertuigen. Samen met Willem en Ben wordt ik ingedeeld voor de hoogwerker. Iets waar ik ook op gehoopt had. De rest van de mensen gaat in de 718, een tankautospuit lage druk. Verder gaan twee centralisten , Peter en Rudie met de 599, de VC2 op pad. Zo heeft iedereen een plaatsje en kunnen we vertrekken richting 's-Heerenberg. De 718 voorop, gevolgd door de hoogwerker 758 en de VC2. Bij de kazerne zie ik nog een gezinnetje staan met twee kleine kinderen.
Op het moment dat we uitrukken en de sirene erop gaat, hebben de kinderen de grootste schik. Maar ja, dat had ik vroeger ook. We rijden met toeters en bellen over de Gaswal richting de Europaweg. Deze weg komt in principe in 's-Heerenberg uit. Onderweg zie je mensen kijken. "Waar zou de brand zijn?". Voor hun een vraag en voor ons een weet. Wanneer we langs Esso tankstation rijden zie ik Derk-Jan staan, een collega van groep 2. Hij staat te gebaren dat hij z'n pieper weer eens niet bij zich heeft, en dus weet hij niet wat er loos is. Trouwens, dat weten wij ook niet. We rijden de T-splitsing met de Liemersweg over richting spoorwegovergang. Voor dat ik het weet, zit ik bijna vast aan het dak van de hoogwerker. Die stoel heeft een hele goede vering. Nadat we de rotonde bij tuincentrum Peer zijn gepasseerd, schiet ons een politiewagen voorbij. Uiteraard ook op weg naar 's-Heerenberg.
We rijden nu de A18 over richting de rotonde bij Stroombroek, terwijl de agenten even laten zien hoe een normale burger niet mag inhalen. Over het verdrijvingsvlak dus. Kost normaal ƒ280,- of zoiets. Nadat we de rotonde voorbij zijn, kunnen we het berichtenverkeer via de mobilofoon goed volgen. Er worden meerdere korpsen gealarmeerd. Tevens worden de eerste meetploegen gealarmeerd. Men vermoedt dat er giftige stoffen vrijkomen. Dat is geen gekke gedachte, als je weet dat de brand in een plasticfabriek is. Opeens wijst Willem richting Zeddam. Een enorme zwarte slurf (ik zou niet weten hoe ik hem anders zou moeten noemen) trekt langzaam naar de hemel. "Och god", zegt Willem, "we zijn voorlopig nog niet thuis!" Alsof ons dat wat boeit. Voor een goeie fik wil ik wel even van huis zijn. Willem pakt zijn mobieltje en belt z'n vrouw Daisy op. Ondertussen gaat Ben een foto maken en wordt de rook steeds dikker en wordt het voor ons ook steeds spannender. Eindelijk, na 3 jaar bij de Brandweer gezeten te hebben, maken we een echte grote fik mee. Alleen weten we nu nog niet wat ons te wachten staat. We rijden Zeddam binnen. Opvallend veel mensen staan langs de weg. Het lijkt wel een optocht. De mensen kijken ook nog eens richting 's-Heerenberg en weten dan waarom al die brandweerwagens door hun dorp scheuren. We rijden langs het [[Tolhuis], een restaurant aan de rotonde in Zeddam. Mensen die daar rustig proberen te eten, kunnen dat wel vergeten. Is het de brandweer, ambulance of politie niet die langs komt rijden, dan zijn het wel de eerste ramptoeristen die even een blik van de brand willen zien. We rijden de rotonde over richting de Drieheuvelenweg. De rookpluim wordt snel dikker. Een teken van een brand die zich razend snel aan het uitbreiden is. Via Henk, de bevelvoerder, horen we dat we bij de rotonde linksaf moeten. Het is inmiddels erg druk op de weg, maar de mensen laten ons er nog steeds vlot door. Wanneer we de rotonde voorbij zijn rijden we richting het brandadres. Ondertussen is Ben al weer enkele foto’s aan het maken. Hij heeft zich een wegwerpcamera gekocht, maar dat deze zo snel zou vol zijn, dat had hij ook niet verwacht. Bij de brand aangekomen stapt de bevelvoerder uit en gaat vragen waar we ons kunnen melden, zodat we ingezet kunnen worden. Ben is alweer foto's aan het maken. Ondertussen zie we dat het vuur zich razend snel uitbreid. We moeten terug naar de achterzijde van het bedrijf, want daar dreigt het pand van Furness ook vlam te vatten. Nadat we terug zijn gereden staan er enkele jongeren met de fiets zowat midden op de rijbaan. Denk je dat ze aan de kant gaan? Nee hoor! Willem geeft gas en rijdt hun richting op. Het stoere is er dan snel af, ze vliegen als hazen aan de kant. De schijterds! Aan de achterzijde aangekomen zien we als het ware een gigantische buitenbrand. Er staan vele pallets met bloempotjes die in de brand staan. Tevens zie ik dat de twee hallen die vier weken geleden zijn afgebrand, al reeds gesloopt zijn. Alleen de betonnen vloer is nog zichtbaar. We worden opgevangen door iemand van de brandweer Bergh. Het is de bedoeling dat we bij het kanon van Bergh gaan staan. Mogelijk kunnen we nog iets tegenhouden, al weet iedereen dat dat onbegonnen werk is. Willem parkeert de hoogwerker en Ben en ik gaan de platen voor de stempels op z'n plaats leggen. Ondertussen begint de bemanning van de tankautospuit de waterwinning in orde te maken. Nadat de hoogwerker is afgestempeld, besluiten we om de hoogwerker van beneden af te bedienen. Dan hoeft er niemand naar boven. Ook de monitor, het kanon, bedienen we van beneden af. Willem vraagt ook meteen enkele stralen lage druk voor koeling van de hoogwerker. De hitte is zeer goed voelbaar en zal alleen maar erger worden. Terwijl Ben zich bezig houdt met de waterwinning van de hoogwerker, ga ik bovenop de hoogwerker staan om zo te kunnen zien wat de monitor doet. Het is even wennen, werken met een joystick, maar na enige minuten gaat het perfect. Eerst proberen we het vuur tegen te houden bij een tussengang. Later gaan we een waterscherm aanleggen voor de mannen van 's-Heerenberg die met hun waterkanon proberen Furness te redden van de vlammenzee. Ondertussen neemt Willem de bediening van de monitor over, zodat ik elders ingezet kan worden. Andere mensen hebben reeds een aantal stralen lage druk gereed gemaakt. Ben, Margaret, Raymond en ik gaan proberen het vuur te stoppen in een van de gangen die zich tussen de pallets bevind. Maar al gauw blijkt het onbegonnen werk. Het vuur kruipt door het water heen. De volgende rij pallets ontbrandt spontaan door de enorme hitte. We moeten onze goudschermen opzetten anders is de hitte niet te harden. Na enkele minuten daar gestaan te hebben, roept Henk ons weer terug. We moeten het gaan proberen in de volgende gang. Maar ook daar is het water naar de zee dragen. In mijn ooghoek zie ik enkele silo's staan. Wat zou daar in zitten? Ik roep Henk en vraag of hij weet wat er in die silo's zit. Henk kan me daar geen antwoord op geven. Er loopt iemand van brandweer Bergh voorbij. Ik vraag hem of hij weet wat er in die silo's zit. Grondstoffen, zoals plastic korrels. Opeens moeten we ons terug trekken. Het vuur komt te snel op ons af. Ik roep de andere en we gaan terug naar het begin van de korrels. Ondertussen kruipt het vuur verder en gaat langzaam op de silo's af. Ik begin me een klein beetje zorgen te maken. Door de enorme hitte kan de silo ontploffen of gewoonweg omvallen. En aangezien de rook vrij dik en vettig is, kan ik dat niet zien. We gaan ons weer verplaatsen richting het einde van de opslag van de pallets met bloempotten. Het gebouw wat daar staat, is een grote opslaghal van Wim Bosman Transport. Je kunt zien dat de muren erg warm zijn. Wanneer er water op komt, verdampt dit onmiddellijk. We staan nu met 5 man recht tegenover de silo. Edward, de plaatsvervangend bevelvoerder, zegt me dat we op moeten letten met de silo. Wanneer we het niet vertrouwen, moeten we daar gewoon weggaan. Harry Jansen van groep 3 (meegekomen als OSCAR-ploeg) heeft inmiddels ook een lage-druk straal gepakt. Ondertussen vraag ik Ben even een foto te maken, terwijl we aan het blussen zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Ondertussen heeft het vuur de silo's bereikt.
Enigszins gespannen kijk ik naar de silo's. Wat gaat er nu gebeuren? De silo's worden door de vlammen langzaam ingesloten. Ik zie de grote ijzeren silo ineen krimpen. Net zoals je een plastic fles vacuüm kunt zuigen. Opeens beweegt hij weer en zet hij uit. Ik roep dat we ons terug moeten trekken en op dat moment een knal en een hoop gesis. We rennen enkele meters terug en proberen de hallen van Bosman nat te houden. Dan moeten Ben en ik weer naar de hoogwerker. Men wil de hoogwerker inzetten tussen de hallen van Bosman en de hal van Homan. Om daar een waterscherm aan te leggen om de loodsen van Bosman te behouden. Willem pakt de hoogwerker in terwijl we de slangen afkoppelen en ik een hek open zet, zodat Willem makkelijk met de hoogwerker kan wegdraaien. We rennen achter de hoogwerker aan en pakken meteen de stempelplaten eraf. Men wil de hoogwerker zover mogelijk naar achteren hebben. Maar Willem vindt dat te riskant. Als die hallen van Bosman gaan, heb je de hoogwerker nooit meer op tijd weg. En daar heeft hij gelijk in. Dus wordt de hoogwerker aan het begin van de hallen neergezet. We spreken af dat Ben naar boven gaat. Nadat we de hoogwerker hebben opgebouwd is eveneens de waterwinning gereed gemaakt. Dus kan Ben naar boven, terwijl ik even terug ga naar de plaats waar we eerder hebben gestaan. De mensen beperken zich alleen maar tot het nathouden van de hallen van Homan. De panden van Bosman kan men door de hitte niet meer bereiken. Met zeer veel moeite kunnen de mensen van brandweer Bergh met hun waterkanon het pand van Furness vooralsnog behouden van de enorme vuurzee. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Ik besluit weer terug te gaan naar de hoogwerker. Wanneer ik daar ben, zie ik dat men met een heftruck de roldeur van de loods van Bosman gaat forceren. Het lijkt wel blik, zoals die deur opengaat. Er worden twee stalen balken geplaatst, zodat de deur niet naar beneden zal komen. Een eerste blik in de hal...... Niks te zien of te horen. Ondertussen komt Marcel, een officier van de Regionale Brandweer aangelopen en neemt de situatie op. Hij zegt dat minimaal 2 stralen lage druk moeten afleggen. Met een drie duimer de hal in en afleggen in de hal. Moeten we eerst op zoek gaan naar slangen, want we hebben niks meer in de auto liggen. Dan maar bij een ander korps proberen. Bij een auto van Bergh halen we drie slangen eruit. Wanneer we teruglopen zie ik dat men druk bezig is de hoogwerker weer in te pakken. Wat zou het nu weer zijn? Eenmaal aangekomen snap ik meteen waarom. Afleggen hoeft niet meer. Als je naar de opening van de roldeur kijkt, zie je dat er enorme hoeveelheden lucht naar binnen worden gezogen. Zelfs de rommel die op straat ligt, verdwijnt de hal in. Onheilspellend! Snel helpen we met het inpakken van de hoogwerker. Wanneer we weer even de hal in kijken zien we in de verte een kleine oranje gloed. Shit, deze hallen gaan er dus ook aan. Zoals ik even heb kunnen zien staat hij helemaal vol met van die grasmaaiers, die tractortjes. Stellingen vol. Nou, daar staat voor een kapitaaltje. Nadat we de slangen op de hoogwerker hebben gegooid, roep ik Ben even om te kijken naar die oranje gloed. Wanneer we daar staan, zien we het vuur opeens via het dak naar ons toe komen. We rennen weg en even later komen de vlammen met een hels kabaal naar buiten. Daar was niks aan te houden geweest. Ben verteld me ondertussen dat hij in de hoogwerker heel goed kon zien, dat het vuur zich in de loods razendsnel uitbreidde en hij de hoogwerker snel moest inpakken. Maar goed ook, want het had geen drie minuten langer moeten duren. Ondertussen staat de hoogwerker op de hoek van de hallen. We gaan hem daar opbouwen met de opdracht het nathouden van een veertigtal trailers die daar staan gestald. Mensen van Bosman zijn inmiddels druk bezig de trailers weg te halen, maar de hitte wordt steeds erger en speelt de mensen parten bij hun werk. Nadat we de hoogwerker hebben opgebouwd, gaan Ben en ik samen naar boven. Na enkele minuten hebben we water en beginnen we met het nathouden van de trailers. Nu kan ik pas zien hoe groot de brand wel niet is. De hallen van Bosman branden nog niet volledig, maar ik ben bang dat dat geen vijf minuten zal duren. Ondertussen zien we rangeerders van Bosman alles in het werk stellen om de trailers veilig te stellen. Ze rijden af en aan en planten de trailers op ieder vrij plekje op het industrieterrein. Ik vraag me af of ze al geladen zijn. Ook staan er nog enkele afzetbakken. Deze worden later met een speciale wagen ook weggehaald. In de verte zien we een hele rij blauwe lampen aan komen rijden. Het is het peloton uit de Regio Stedendriehoek. Werkelijk een schitterend gezicht om te kunnen zien van zo'n 20 meter hoogte. Het dak begint steeds harder te branden en dat kunnen we wel merken aan de enorme hitte die er weer vrij komt. Gauw een stukje hoger met de hoogwerker. Onder ons zien we vele brandweermannen, en misschien ook wel vrouwen, druk bezig met het afleggen van lage druk stralen. Ook wordt in de verte een tweetal dompelpompen in stelling gebracht die alles moeten gaan voeden vanaf een beek aan de rand van het industrieterrein. Indrukwekkend wat ik nu allemaal zie. Ik denk dat ik dat niet nog eens zal meemaken. Zo'n groots opgezette klus. Samenwerkend met vele korpsen uit de Regio's Achterhoek, Arnhem, Stedendriehoek en zelfs collega's uit het Duitse Emmerich. Die verlenen wel vaker bijstand in 's-Heerenberg. Toen we vier weken geleden hier waren, waren zij er ook met hun ladderwagen. Vanuit de hoogwerker zien we het kantoorgebouw van Sassa Moden langzaam maar zeker worden opgeslokt door de immense vlammenzee. Ik zeg tegen Ben dat het echt lang zal duren voordat het kantoor in vlammen opgaat en zo’n kleine vijf minuten later is het dan zover. Stuk voor stuk springen de ramen kapot door de hitte en slaan de vlammen er aan alle kanten uit. Opeens bedenk ik dat dit natuurlijk op televisie komt. Shit, hoe kan ik Jacqueline nu bereiken? Ben heeft ook geen GSM bij zich en ik ook niet. Neem ik nooit mee naar een uitruk. Terwijl we bezig zijn gaat het water er eventjes af. Willem geeft ons door dat men de toevoer via de dompelpompen gaat regelen en dit moet dus even worden omgezet. Na enkele minuten hebben we weer water en blussen we vrolijk verder, richtend op van alles en nog wat. Naast ons staan de eerste mensen met lage druk stalen, terwijl aan de andere kant men nog druk bezig is met het opbouwen ervan. Na iets meer als een uur bovenin de hoogwerker te hebben gestaan, gaan we weer naar beneden. De intensiteit van het vuur neemt af en we gaan de hoogwerker weer netjes inpakken. Opeens zie ik August staan. Een collega van groep 4. Ik vraag of hij z’n mobieltje bij zich heeft en of ik dan even naar huis kan bellen. Gelukkig, hij heeft hem wel bij zich. Ik bel Jacqueline om te vragen of ze om half elf Hart van Nederland wil opnemen. Uiteraard wil ze dat wel doen en ze heeft ook het 8 uur journaal al opgenomen. Ik vertel haar even de stand van zaken en kan niet vertellen hoe laat ik thuis. Kan snel zijn, maar kan ook nog even duren. Ondertussen heeft Willem de hoogwerker even aan de kant gezet, zodat de afgeloste eenheden weer terug naar huis kunnen gaan. Er staat drank bij de tankautospuit van Wehl, die vlak bij de hoogwerker staat. Eindelijk, daar was ik wel aan toe. Door die warmte krijg je een droge keel van. Ik pak een aantal blikjes voor ons en loop naar Willem en Ben toe. Nadat ik de drank had uitgedeeld, kwam Edward er aan gelopen. Hij vertelde ons dat de 718 terug gaat naar Doetinchem en de hoogwerker nog even hier blijft. Mogelijk zouden we nog ingezet worden. Afwachten dus. Tijdens het wachten zien we dat het vuur snel kleiner wordt. Wat er overblijft is een grote rokende puinhoop. Soms hoor of zie je nog een stukje gevel omkiepen.
Rob Nederhoff (SOVD) en Gert-jan (ROVD) Averesch komen aanlopen. Ze willen de situatie graag even van bovenaf zien. Dat kan. De twee klimmen in de korf en worden door Willem, die de hoogwerker van beneden uit bedient, netjes naar boven gebracht. Nadat ze een minuut of vijf boven zijn geweest, geven ze aan weer naar beneden te willen. Dat gebeurt en voor de zoveelste keer vandaag pakken we de hoogwerker in. Dan krijgen we het teken dat we terug naar de kazerne gaan. Hoe laat het is weet ik niet. Terwijl we over de Drieheuvelenweg rijden, kijk ik nog even richting de brand en denk nog na aan de gevechten die we tegen het vuur en de hitte geleverd hebben en helaas verloren hebben. Eenmaal in Doetinchem aangekomen zijn de andere nog aan de kazerne. Persluchttoestellen worden in orde gemaakt en alles wordt weer in gereedheid gebracht. We hangen de veiligheidsvesten van de hoogwerker zo op dat ze kunnen drogen. Moe, maar met een goed gevoel ga ik naar huis. Eenmaal thuis aangekomen is alles donker. Uiteraard, het is al bijna één uur 's nachts. Ik zet de televisie aan en spoel gauw de videoband terug. Ik ben zo benieuwd naar de beelden. Het begint met het acht uur journaal. Tijdens de beelden zie ik enkele collega's van mijn groep, waaronder Peter. Dit keer echter zonder sigaar. Dat is bijna uniek. Uiteraard zie ik meer bekenden op televisie. De cameraman stond op een ander punt dan ons. Wij stonden aan de achterzijde van het complex. Later zie je de arm van de hoogwerker even in beeld. Het woord Doetinchem is nog net te lezen.
Nadat dit verslag voorbij is, begint het verslag van SBS6 Hart van Nederland. Dit zijn mooiere beelden dan van de NOS. Alleen sta ik even vreemd te kijken als de presentatrice verteld dat bijna het gehele industrieterrein eraan moest geloven. Nou, dan was ik nog lang niet thuis geweest. Op een gegeven moment heeft men een Duitse ladderwagen in beeld die op weg is. Tijdens het wegdraaien van de camera zie je op de achtergrond een enorme dikke zwarte rookwolk. Schitterend gefilmd. Nadat ik deze beelden heb bekeken, schakel ik over op TV Gelderland. Die hebben een extra nieuwsuitzending gewijd aan deze brand. Opnemen dus!!! Zo gezegd, zo gedaan. Ook hier weer leuke beelden en een gesprek met de Burgemeester van Bergh. Nadat ik dit gezien heb en alle teletext heb bekeken ga ik naar oven toe. Ik spring gauw even onder de douche en kruip dan lekker in bed. Jacqueline vraagt meteen hoe het was en ik heb even verteld hoe en wat. Nou ja, even, het verhaal was wel lang. Maar ja, zoiets maak je niet iedere dag mee. Toen ik klaar was met vertellen, heeft het geen tien minuten geduurd voordat ik slaap viel. Omstreeks half zes in de ochtend hoor ik in de verte iets piepen. Jacqueline maakt me wakker. Shit, de pieper gaat. Wat zou het nou zijn? We moeten naar Bergh voor aflossing. Tevens moeten de centralisten afgelost worden. Henk weet dat en wacht op onder andere Ruud. Hij is centralist. Maar Ruud komt niet en Henk belt de AC met het verzoek om de centralisten van Doetinchem op te piepen. Dat wordt dus gedaan en ondertussen verdeeld Henk de mensen over de voertuigen en belt Mario om als bevelvoerder mee te gaan naar 's-Heerenberg. Mario heeft voor vandaag de dienst van Henk overgenomen. Willem, Ben en ik gaan weer met de hoogwerker op stap. De rest gaat met de 718 richting 's-Heerenberg. Deze keer heb ik de GSM maar wel meegenomen, zodat ik mijn werk kan bellen dat ik later kom, of misschien wel helemaal niet. Als we in 's-Heerenberg zijn aangekomen is er nog maar weinig brandweer te zien. Er stijgt nog wel wat rook op. Na een korte bespreking gaan we de hoogwerker opstellen bij het pand van Moram Plastics. Dan kunnen we enkele kleine vuurhaardjes afblussen. Die zitten op plekken waar het nog niet veilig is om mensen in te zetten. Maar aangezien dat het erg hard waait en de druk op de slangen niet optimaal is, komen we niet bij alle vuurhaardjes. We moeten ook nog opletten dat we niks raken, want alles staat op instorten. We hebben de opdracht gekregen geen muren en dergelijke om te spuiten. Na een tijdje hebben we een aantal vuurhaardjes definitief de kop ingedrukt en pakken we weer in. Na enkele minuten ga ik met Carlo nog even naar boven, even het dak van Moram controleren. Wat ons, en trouwens Ben eerder ook al, opvalt is dat het hele dak verbrand is, maar waar een witte tank staat, is weinig tot geen hitte geweest. Vreemd........ Ondertussen bel ik even mijn werk op dat ik vandaag niet kom. Ze hadden er al rekening mee gehouden en wensen me een fijne dag in 's-Heerenberg. Nadat we het dak nat hebben gemaakt en er zeker geen vuur meer aanwezig is, pakken we de hoogwerker in en Willem rijdt hem van de plaats af. Eenmaal aangekomen op de straat moeten we eerst alle banden controleren op spijkers. Ben heeft er eentje in een voorband gevonden. De plek waar de hoogwerker heeft gestaan, was voor de brand een opslag van pallets met bloempotten. Na het vernietigende vuur is het een soort dikke laag plastic geworden met daarop duizenden spijkers van de pallets. Wonder boven wonder zit er maar één spijker in de band en deze heeft absoluut geen schade aangericht. Nadat we met z'n allen de lagedrukslangen hebben opgeruimd en de 718 hebben ingepakt, gaan we terug richting de VC. Daar is wat te drinken en wordt besproken wat we gaan doen. Er ligt nog een aantal kilometer zes duimers op ons te wachten. Na een kopje koffie met een broodje gaan we beginnen met opruimen. Ik ga eerst nog even met Marcel van Emden mee de slangenbak ophalen. Eén probleem daarbij is dat de slangen een klein stukje uit de bak steken waardoor de klep niet meer dicht kan. Marcel wil dit oplossen door de bak erop te zetten en een aantal keer een noodstop maken waardoor de slangen naar voren zouden moeten schuiven. De slangenbak staat op het terrein van het bedrijf van Patrick. Sinds kort hier gevestigd. Sjiek pandje! Wanneer we aankomen kunnen we de bak niet opzetten, omdat er enkele auto's geparkeerd staan. Terwijl Marcel even naar binnen gaat om te vragen voor de auto's, loop ik even naar achteren om bij de dompelpompen te kijken. Wat een blubberzooi. Men heeft pallets er neer gelegd om zo bij de beek te komen en de zuigunit van de dompelpomp in het water te kunnen gooien. Een pomp van Doetinchem en eentje van Lichtenvoorde staan daar opgesteld. Nadat men de auto's verplaatst heeft, kan Marcel de haakarmbak op de wagen zetten. Ik stap in en Marcel geeft aan dat ik me even goed moet vasthouden. Dat doe ik dan maar, anders lig ik bij de eerste noodstop tien meter voor de auto! Daar hebben we vandaag geen zin in. Na enkele noodsto's gaan we kijken en de slangen liggen mooi op hun plaats. De klep kan dicht en de bak voren worden gebracht. Wanneer we daar aankomen geeft Mario de opdracht om alle slangen aan elkaar te koppelen. Als reden wordt opgegeven dat dat moet omdat de slangen met een speciaal apparaat worden opgerold. Dus we gaan als ploegje op pad om al die slangen aan elkaar te koppelen.
Niet het leukste werk. Maar ja, het moet toch gebeuren. Na enkele tientallen slangen te hebben uitgerold en aaneen gekoppeld te hebben komen we de jongens van Brandweer Wehl tegen. Met z'n allen drinken we wat in het stralende zonnetje. Willy, de man van Sandra en Kim, de lover van Carlo komen er ook even bij staan. Kim heeft Timo ( de hond) ook meegenomen. Die voelt zich al snel thuis tussen de brandweermannen. Hij komt geregeld aan de kazerne of bij een uitruk. Een soort diensthond!! Kim gaat even naar een tankstation enig snoepgoed halen en ondertussen gaan wij verder met slangen uitrollen en koppelen. Een behoorlijk aantal slangen heeft een defecte koppeling. Vermoedelijk met een vrachtwagen overheen gereden. De kapotte slangen gaan we ophalen met de bakwagen. Mike als chauffeur. Tevens moeten oprijplaten en ander materiaal ook in de bakwagen. Deze zit dus al gauw behoorlijk vol. Ondertussen is Brandweer Lichtenvoorde met de haakarmbak gekomen en zijn begonnen met het opruimen van de slangen. Een apparaat wordt op de hoek van de container geplaatst. Een geleidearm aan de bumper van het voertuig geleid de slang naar het apparaat. Boven in de container zitten enkele mensen die de slangen goed leggen. De manier van inpakken moet zorgvuldig gebeuren, anders de slang bij een volgend gebruik niet goed uit de container komen. Nadat we alle defecte slangen hebben opgeruimd, gaan we weer richting de VC. Voor de schroothoop wat ooit een loods van Bosman was, staan 2 busjes van WDR3. Een Duitse TV-zender. Om half één zal deze omroep een live-verslag doen van de brand. In één van de bussen zien we een complete studio. Alles wat men nodig heeft om een programma te maken, is wel aanwezig. Ze hebben ook rechtstreeks contact met een studio in Duitsland. De presentator, een soort Rudi Carrell junior, maakt zich gereed voor de uitzending, die over enkele minuten begint. Een beeldverslag staat reeds op scherp en wordt nog even gecheckt. Precies half een begint de uitzending en begint de presentator z'n verhaal te doen. Erg veel hoor ik daar niet van, want de techniek in die auto interesseert me net iets meer. Alles verloopt vlekkeloos en na enkele minuten start men de video met een verslag van de brand. Daarna nog een beetje praten en hup, daar is het al afgelopen. We lopen terug naar de VC als een auto aankomt met eten. Patat met een schnitzel. Lekker, want na dat gedoe met die slangen hebben we wel honger gekregen. Al gauw zitten enkele mensen op de hoogwerker lekker te bikken. Flesje cola erbij. Fijn in orde! Na een korte rustpauze ruimen we de rommel op en wachten we op verder instructies. Na een tijdje komt Rob Nederhoff bij ons en bedankt ons voor onze inzet. Willem en Ben gaan met de hoogwerker terug en ik ga met Mike in de haakarm met slangenbak terug naar Doetinchem. Wanneer we op de kazerne aangekomen zijn, ruimen we de vuile slangen nog even op en gaan ze dan maar meteen wassen. Een stuk of tien slangen zijn het, dus zijn we zo klaar. De 718 wordt aangevuld met schone slangen en is weer uitrukgereed. Nadat iedereen in de kleedruimte is, gaan we boven lekker iets drinken en uiteraard napraten over deze brand die menig brandweerman en vrouw nog lang niet zal vergeten!!"