Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Uhm, Bernardus Aloijsius Wilhelmus van: verschil tussen versies
k (foto toegevoegd) |
|||
| (9 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | + | [[Bestand:BAW van Uhm.jpg|thumb|right|200px]] | |
| − | '''Ben van Uhm''' | + | '''Bernardus Aloijsius Wilhelmus (Ben) van Uhm''' was beroepsmilitair. Hij werd op 23 oktober [[1919]] geboren in [['s-Heerenberg]] als zoon van [[Uhm, Bernardus Johannes van|Bernardus Johannes van Uhm]] en Maria Johanna Hendriksen. Zijn [[bijnaam]] was ''Ventje''. Hij was een broer van [[Uhm, Theodorus Bernardus Johannes van|Theodorus Bernardus Johannes van Uhm]]. Zijn vader dreef [[Horeca|café-restaurant]] [[Fortuin (café-restaurant)|Het Fortuin]] aan de [[Oudste Poortstraat]] in 's-Heerenberg. |
| − | [[ | ||
| − | [[ | ||
| − | |||
| − | |||
| − | + | == De Tweede Wereldoorlog == | |
| + | === Dienstplichtig korporaal in mei 1940 === | ||
| + | Dienstplichtigen werden in die tijd opgeroepen in het jaar dat ze twintig werden. Aldus was Van Uhm van de lichting van [[1939]], maar vanwege de oorlogsdreiging werd die lichting vervroegd opgeroepen. Zo werd Van Uhm op 24 oktober [[1938]] als gewoon dienstplichtige ingelijfd bij het [[8e Regiment Infanterie]] (8 RI). Na zijn opleiding bij de Depotcompagnie werd hij op 24 februari 1939 geplaatst bij de 3e compagnie van het 2e bataljon (3-II-8 RI). Op 3 mei 1939 gaf zijn compagniescommandant hem drie dagen licht arrest omdat hij zijn kleiding niet naar behoren verzorgd had. De straf hield in dat hij 's avonds na de dienst de kazerne niet mocht verlaten. | ||
| − | + | Op 1 november1939 werd hij bevorderd tot korporaal. Deze rang hield verband met zijn functie bij de bediening van het PAG-kanon, waarvoor hij opgeleid werd. PAG staat voor pantserafweergeschut. Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen, verdeeld over twee pelotons. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig: de schutter, de richter, de lader en twee munitiehalers (of -dragers). Daarnaast waren er nog de stukscommandant, de motorordonnans en de chauffeur van de zogenaamde PAG-trekker (een soort autobus zonder dak). Meerdere van deze functie werden of konden worden vervuld door een korporaal. | |
| + | Op 10 november 1939 werd Van Uhm overgeplaatst naar het 43e Regiment Infanterie (43 RI). Bij dit regiment dienden vooral reservisten van oudere lichtingen die eerder hun dienstplicht hadden vervuld bij 8 RI. In hun tijd had het Nederlandse leger nog geen PAG-kanonnen, zodat dit de reden zal zijn voor Van Uhms overplaatsing. Hij werd dan ook ingedeeld bij de compagnie pantserafweergeschut van 43 RI (43 Com. Pag.). Op 20 januari [[1940]] kreeg hij vier dagen zwaar arrest omdat tijdens een alarmoefening door zijn onachtzaamheid het PAG-kanon niet gevechtsklaar was. Dit hield in dat hij als hij geen dienst had, werd opgesloten. | ||
| + | 43 RI was bij de [[Militairen van mei 1940|Duitse inval]] op 10 mei [[1940]] gelegerd aan de benedenloop van de IJssel en stond onder bevel van de Territoriaal Bevelhebber Overijssel (TBO). Aangenomen kan worden dat Van Uhm hier de strijd in de meidagen heeft meegemaakt. Details hierover zijn echter niet bekend. Hij is niet gewond geraakt en is niet krijgsgevangen gemaakt. Op 10 juni 1940 werd hem groot verlof verleend en kon hij naar huis terugkeren. | ||
| + | === Lid van de Binnenlandse Strijdkrachten === | ||
| + | In oktober [[1944]] bevond Van Uhm zich in het bevrijde zuiden van Nederland, waar hij zich op 31 oktober aansloot bij de [[Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten|Binnenlandse Strijdkrachten]]. Met zijn eenheid heeft hij de [[bevrijding]] van [[gemeente Bergh|Bergh]] meegemaakt. Al op 30 maart [[1945]] heeft hij geprobeerd 's-Heerenberg binnen te komen om zijn ouders te bezoeken, maar daar werd nog te zwaar gevochten. Op 1 april, de dag van de bevrijding, kwam hij met de [[Canadese bevrijders]] in een legertruck [[Azewijn]] binnen. Daar verraste hij zijn plaatsgenoot [[Egbers, Hendrikus Hermanus Johannes|Henk Egbers]], die in [[2003]] onder de titel [[Eerste Tommy in Azewijn kwam uit 's-Heerenberg]] zijn herinneringen rond deze ontmoeting opschreef. | ||
| + | Op 12 mei 1945 nam Van Uhm vrijwillig dienst bij het Regiment Stoottroepen (RS) op voet van gewoon dienstplichtige met de rang van korporaal. Hiermee eindigde zijn verbintenis met de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij werd ingedeeld bij de 5e compagnie van het 2e bataljon (5-II RS). Op 2 augustus ging hij over naar de 1e compagnie van het 1e bataljon (1-I RS). | ||
| + | == Nederlands-Indië == | ||
| + | Op 5 augustus werd zijn dienstverband omgezet in dat van [[Deelnemers Politionele Acties#De oorlogsvrijwilligers: de A- en de B-Divisie|oorlogsvrijwilliger]] (OVW'er). Als zodanig was hij voorbestemd om te worden uitgezonden naar Nederlands-Indië. | ||
| + | Voor zijn vertrek trouwde hij op 8 september 1945 in Bemmel met Wilhelmina Johanna Stoffels, geboren rond [[1924]] als dochter van Johannes Jacobus Stoffels en Johanna Helena Lamers. Bij zijn huwelijk overlegde hij een akte gedateerd 5 september 1945, waarin de officier van justitie bij de arrondissementsrechtbank in [[Arnhem]] hem dispensatie verleende van zowel de voorgeschreven afkondiging van het huwelijk in Bemmel en in 's-Heerenberg als van de voorgeschreven wachttijd. De dispensatie hield verband met zijn aanstaande uitzending naar Nederlands-Indië. | ||
| + | Op 28 september 1945 vertrok Van Uhms onderdeel uit Nederland naar Engeland. Daar kwam hij de volgende dag aan en werd gelegerd in East Hampstead Park Camp Wokingham. Op 12 oktober 1945 vertrok 1 RS aan boord van het motorschip ''Alcantara'' naar Nederlands-Indië. De geallieerde bevelhebber van ''South East Asia Command'' (SEAC), admiraal lord Mountbatten liet daar nog geen Nederlandse troepen toe, zodat 1 RS op 11 november op Malakka werden ontscheept. Na opheffing van het verbod kon het bataljon op 8 maart [[1946]] met de ''Sommelsdijk'' van Port Dickson naar Nederlands-Indië vertrekken, waar het vijf dagen later debarkeerde in Semarang op Midden-Java. | ||
| − | == | + | 1 RS is altijd gelegerd geweest op Midden-Java, waar het van 21 juli tot 5 augustus [[1947]] heeft deelgenomen aan de Eerste Politionele Actie. Voor 1 RS gold nog de uitzendingstermijn van twee jaar, zodat het zich 11 januari [[1948]] ter voorbereiding op de terugkeer naar Nederland verzamelde in Salatiga, Midden-Java (vanaf september 1948 gold er een repatriëringsstop en moesten alle uitgezonden militairen blijven tot het einde van het conflict). In Salatiga droeg 1 RS zijn taken over aan het dienstplichtige [[infanteriebataljon 5-5 RI]]. |
| − | + | ||
| − | + | Op 14 januari werd Van Uhm overgeplaatst naar de 4e compagnie van het 1e bataljon (4-1 RS). Dit lijkt een formaliteit in verband met de repatriëring te zijn geweest. Op 22 januari vertrok 1 RS van Semarang naar Tandjong Priok, de haven van Batavia, vanwaar het op 24 januari met het troepentransportschip ''Zuiderkruis'' naar Nederland vertrok. 1 RS heeft 49 doden moeten achterlaten. Op 18 februari 1948 ontscheepte het bataljon in Rotterdam. | |
| + | |||
| + | === Andere Stoottroepers === | ||
| + | {| | ||
| + | |- valign=top | ||
| + | |[[Bestand:Stoottroepen embleem.jpg|rigth|200px|thumb|<center>'''Het embleem van de Stoottroepen</center>]] | ||
| + | | | ||
| + | *[[Holder, Johannes Bernardus ten|Jan ten Holder]] uit [[Zeddam]] (6 RS) | ||
| + | *[[Lenting, Wilhelmus Johannes Hendrikus|Joop Lenting]] uit [[Braamt]] (9 RS en 8 RS) | ||
| + | *[[Rosendaal, Bernardus Hermanus|Ben Rosendaal]] uit [[Beek]] (4 RS) | ||
| + | *[[Theunissen, Wilhelmus Johannes|Wim Theunissen]] uit Zeddam (5 RS) | ||
| + | |} | ||
| + | === Zie ook === | ||
| + | *[[Neptunus-diploma]] (heenreis) | ||
| + | *[[Ereteken voor Orde en Vrede]] | ||
| + | *[[Scheepskisten]] (terugreis) | ||
| + | *[[Demobilisatie-insigne]] (afzwaaien) | ||
| + | *[[Oorkonde Prins Bernhard]] | ||
| + | <br clear=all/> | ||
| + | == Zijn verdere loopbaan == | ||
| + | Op 1 oktober 1948 verbond Van Uhm zich als vrijwilliger voor nog eens zes jaar bij het Regiment Stoottroepen. Op 10 maart [[1949]] kreeg hij twee dagen licht arrest omdat hij als kameroudste onvoldoende zorg had besteed aan de reinheid van de kamer. | ||
| + | |||
| + | Op 8 mei [[1950]], bijna vijf jaar na zijn huwelijk en de periode in Indië, werd zijn eerste zoon geboren. Op 26 december [[1951]] werd nog een zoon geboren, en op 2 mei [[1957]] een dochter. | ||
| + | |||
| + | Toen op 1 oktober [[1954]] zijn verbandakte bij het Regiment Stoottroepen afliep tekende hij voor onbepaalde tijd bij. Op 15 maart [[1956]] werd hij overgeplaatst naar het Regiment Limburgse Jagers. Op 29 april [[1975]] werd hij eervol uit de dienst ontslagen. | ||
| + | |||
| + | Van Uhms vrouw overleed in Harderwijk op 19 februari [[1969]], 45 jaar oud. Hij hertrouwde op 17 november [[1971]] met M.H. Berkelaar. Over zijn verdere levensloop zijn nog geen gegevens voorhanden. | ||
| + | |||
| + | == Zijn rangen == | ||
| + | *1 november 1939: korporaal | ||
| + | *1 september 1946: sergeant-titulair | ||
| + | *1 juli 1950: sergeant | ||
| + | *1 september [[1952]]: sergeant 1e klas | ||
| + | *30 mei [[1957]]: sergeant-majoor-titulair | ||
| + | *17 juni 1957: sergeant-majoor | ||
| + | *1 november [[1966]]: adjudant-onderofficier | ||
| + | |||
| + | == Zijn onderscheidingen == | ||
| + | *[[Onderscheidingen#Oorlogsherinneringskruis (1944)|Oorlogsherinneringskruis]] met de gesp "Krijg te land 1940–1945" | ||
| + | *[[Ereteken voor Orde en Vrede]] met jaargespen 1946 en 1947 | ||
| + | *[[Onderscheidingen#Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst (1825)|Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst]] in brons op 17 mei [[1953]] | ||
| + | *Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst in zilver op 6 januari [[1964]] | ||
| + | |||
| + | == Bronnen == | ||
| + | *[https://www.archieven.nl/ Archieven.nl] | ||
| + | *Staat van dienst op [http://www.grebbeberg.nl Grebbeberg.nl] | ||
| + | *[https://www.indie-1945-1950.nl Indië 1945–1950] | ||
| + | |||
| + | [[Categorie:Uhm en Uum]] [[Categorie:Bijnaam 's-Heerenberg]] [[Categorie:Militairen van mei 1940 's-Heerenberg]] [[Categorie:8e Regiment Infanterie]] [[Categorie:Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten]] [[Categorie:DPA 's-Heerenberg]] [[Categorie:Oorlogsherinneringskruis]] [[Categorie:Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst]] | ||
Huidige versie van 27 dec 2025 om 12:32
Bernardus Aloijsius Wilhelmus (Ben) van Uhm was beroepsmilitair. Hij werd op 23 oktober 1919 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Bernardus Johannes van Uhm en Maria Johanna Hendriksen. Zijn bijnaam was Ventje. Hij was een broer van Theodorus Bernardus Johannes van Uhm. Zijn vader dreef café-restaurant Het Fortuin aan de Oudste Poortstraat in 's-Heerenberg.
Inhoud
De Tweede Wereldoorlog
Dienstplichtig korporaal in mei 1940
Dienstplichtigen werden in die tijd opgeroepen in het jaar dat ze twintig werden. Aldus was Van Uhm van de lichting van 1939, maar vanwege de oorlogsdreiging werd die lichting vervroegd opgeroepen. Zo werd Van Uhm op 24 oktober 1938 als gewoon dienstplichtige ingelijfd bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI). Na zijn opleiding bij de Depotcompagnie werd hij op 24 februari 1939 geplaatst bij de 3e compagnie van het 2e bataljon (3-II-8 RI). Op 3 mei 1939 gaf zijn compagniescommandant hem drie dagen licht arrest omdat hij zijn kleiding niet naar behoren verzorgd had. De straf hield in dat hij 's avonds na de dienst de kazerne niet mocht verlaten.
Op 1 november1939 werd hij bevorderd tot korporaal. Deze rang hield verband met zijn functie bij de bediening van het PAG-kanon, waarvoor hij opgeleid werd. PAG staat voor pantserafweergeschut. Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen, verdeeld over twee pelotons. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig: de schutter, de richter, de lader en twee munitiehalers (of -dragers). Daarnaast waren er nog de stukscommandant, de motorordonnans en de chauffeur van de zogenaamde PAG-trekker (een soort autobus zonder dak). Meerdere van deze functie werden of konden worden vervuld door een korporaal.
Op 10 november 1939 werd Van Uhm overgeplaatst naar het 43e Regiment Infanterie (43 RI). Bij dit regiment dienden vooral reservisten van oudere lichtingen die eerder hun dienstplicht hadden vervuld bij 8 RI. In hun tijd had het Nederlandse leger nog geen PAG-kanonnen, zodat dit de reden zal zijn voor Van Uhms overplaatsing. Hij werd dan ook ingedeeld bij de compagnie pantserafweergeschut van 43 RI (43 Com. Pag.). Op 20 januari 1940 kreeg hij vier dagen zwaar arrest omdat tijdens een alarmoefening door zijn onachtzaamheid het PAG-kanon niet gevechtsklaar was. Dit hield in dat hij als hij geen dienst had, werd opgesloten.
43 RI was bij de Duitse inval op 10 mei 1940 gelegerd aan de benedenloop van de IJssel en stond onder bevel van de Territoriaal Bevelhebber Overijssel (TBO). Aangenomen kan worden dat Van Uhm hier de strijd in de meidagen heeft meegemaakt. Details hierover zijn echter niet bekend. Hij is niet gewond geraakt en is niet krijgsgevangen gemaakt. Op 10 juni 1940 werd hem groot verlof verleend en kon hij naar huis terugkeren.
Lid van de Binnenlandse Strijdkrachten
In oktober 1944 bevond Van Uhm zich in het bevrijde zuiden van Nederland, waar hij zich op 31 oktober aansloot bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Met zijn eenheid heeft hij de bevrijding van Bergh meegemaakt. Al op 30 maart 1945 heeft hij geprobeerd 's-Heerenberg binnen te komen om zijn ouders te bezoeken, maar daar werd nog te zwaar gevochten. Op 1 april, de dag van de bevrijding, kwam hij met de Canadese bevrijders in een legertruck Azewijn binnen. Daar verraste hij zijn plaatsgenoot Henk Egbers, die in 2003 onder de titel Eerste Tommy in Azewijn kwam uit 's-Heerenberg zijn herinneringen rond deze ontmoeting opschreef.
Op 12 mei 1945 nam Van Uhm vrijwillig dienst bij het Regiment Stoottroepen (RS) op voet van gewoon dienstplichtige met de rang van korporaal. Hiermee eindigde zijn verbintenis met de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij werd ingedeeld bij de 5e compagnie van het 2e bataljon (5-II RS). Op 2 augustus ging hij over naar de 1e compagnie van het 1e bataljon (1-I RS).
Nederlands-Indië
Op 5 augustus werd zijn dienstverband omgezet in dat van oorlogsvrijwilliger (OVW'er). Als zodanig was hij voorbestemd om te worden uitgezonden naar Nederlands-Indië.
Voor zijn vertrek trouwde hij op 8 september 1945 in Bemmel met Wilhelmina Johanna Stoffels, geboren rond 1924 als dochter van Johannes Jacobus Stoffels en Johanna Helena Lamers. Bij zijn huwelijk overlegde hij een akte gedateerd 5 september 1945, waarin de officier van justitie bij de arrondissementsrechtbank in Arnhem hem dispensatie verleende van zowel de voorgeschreven afkondiging van het huwelijk in Bemmel en in 's-Heerenberg als van de voorgeschreven wachttijd. De dispensatie hield verband met zijn aanstaande uitzending naar Nederlands-Indië.
Op 28 september 1945 vertrok Van Uhms onderdeel uit Nederland naar Engeland. Daar kwam hij de volgende dag aan en werd gelegerd in East Hampstead Park Camp Wokingham. Op 12 oktober 1945 vertrok 1 RS aan boord van het motorschip Alcantara naar Nederlands-Indië. De geallieerde bevelhebber van South East Asia Command (SEAC), admiraal lord Mountbatten liet daar nog geen Nederlandse troepen toe, zodat 1 RS op 11 november op Malakka werden ontscheept. Na opheffing van het verbod kon het bataljon op 8 maart 1946 met de Sommelsdijk van Port Dickson naar Nederlands-Indië vertrekken, waar het vijf dagen later debarkeerde in Semarang op Midden-Java.
1 RS is altijd gelegerd geweest op Midden-Java, waar het van 21 juli tot 5 augustus 1947 heeft deelgenomen aan de Eerste Politionele Actie. Voor 1 RS gold nog de uitzendingstermijn van twee jaar, zodat het zich 11 januari 1948 ter voorbereiding op de terugkeer naar Nederland verzamelde in Salatiga, Midden-Java (vanaf september 1948 gold er een repatriëringsstop en moesten alle uitgezonden militairen blijven tot het einde van het conflict). In Salatiga droeg 1 RS zijn taken over aan het dienstplichtige infanteriebataljon 5-5 RI.
Op 14 januari werd Van Uhm overgeplaatst naar de 4e compagnie van het 1e bataljon (4-1 RS). Dit lijkt een formaliteit in verband met de repatriëring te zijn geweest. Op 22 januari vertrok 1 RS van Semarang naar Tandjong Priok, de haven van Batavia, vanwaar het op 24 januari met het troepentransportschip Zuiderkruis naar Nederland vertrok. 1 RS heeft 49 doden moeten achterlaten. Op 18 februari 1948 ontscheepte het bataljon in Rotterdam.
Andere Stoottroepers
|
Zie ook
- Neptunus-diploma (heenreis)
- Ereteken voor Orde en Vrede
- Scheepskisten (terugreis)
- Demobilisatie-insigne (afzwaaien)
- Oorkonde Prins Bernhard
Zijn verdere loopbaan
Op 1 oktober 1948 verbond Van Uhm zich als vrijwilliger voor nog eens zes jaar bij het Regiment Stoottroepen. Op 10 maart 1949 kreeg hij twee dagen licht arrest omdat hij als kameroudste onvoldoende zorg had besteed aan de reinheid van de kamer.
Op 8 mei 1950, bijna vijf jaar na zijn huwelijk en de periode in Indië, werd zijn eerste zoon geboren. Op 26 december 1951 werd nog een zoon geboren, en op 2 mei 1957 een dochter.
Toen op 1 oktober 1954 zijn verbandakte bij het Regiment Stoottroepen afliep tekende hij voor onbepaalde tijd bij. Op 15 maart 1956 werd hij overgeplaatst naar het Regiment Limburgse Jagers. Op 29 april 1975 werd hij eervol uit de dienst ontslagen.
Van Uhms vrouw overleed in Harderwijk op 19 februari 1969, 45 jaar oud. Hij hertrouwde op 17 november 1971 met M.H. Berkelaar. Over zijn verdere levensloop zijn nog geen gegevens voorhanden.
Zijn rangen
- 1 november 1939: korporaal
- 1 september 1946: sergeant-titulair
- 1 juli 1950: sergeant
- 1 september 1952: sergeant 1e klas
- 30 mei 1957: sergeant-majoor-titulair
- 17 juni 1957: sergeant-majoor
- 1 november 1966: adjudant-onderofficier
Zijn onderscheidingen
- Oorlogsherinneringskruis met de gesp "Krijg te land 1940–1945"
- Ereteken voor Orde en Vrede met jaargespen 1946 en 1947
- Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst in brons op 17 mei 1953
- Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst in zilver op 6 januari 1964
Bronnen
- Archieven.nl
- Staat van dienst op Grebbeberg.nl
- Indië 1945–1950
