Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Peeters, Jan: verschil tussen versies
k (link Muldershuis) |
k (→Bronnen: cat) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
'''Jan Peeters''' was van [[1807]] tot [[1839]] [[Rentmeesters|rentmeester]] van het [[Gasthuis Sint-Gertrudis]] in [['s-Heerenberg]]. | '''Jan Peeters''' was van [[1807]] tot [[1839]] [[Rentmeesters|rentmeester]] van het [[Gasthuis Sint-Gertrudis]] in [['s-Heerenberg]]. | ||
− | Hij werd op 8 augustus [[1756]] gedoopt in 's-Heerenberg als zoon van Henricus Peeters en Johanna Ressinck. Hij trouwde in [[1792]] met Christina Sloot, geboren in [[1759]] in 's-Heerenberg als dochter van Marten Sloot en Willemina Ockhorst. Zij woonden in het | + | Hij werd op 8 augustus [[1756]] gedoopt in 's-Heerenberg als zoon van Henricus Peeters en Johanna Ressinck. Hij trouwde in [[1792]] met Christina Sloot, geboren in [[1759]] in 's-Heerenberg als dochter van Marten Sloot en Willemina Ockhorst. Zij woonden in het [[Muldershuis ('s-Heerenberg)|Muldershuis]]. Voor zover kon worden nagegaan, hadden zij geen kinderen. |
Hij was eigenaar van een tuin buiten de [[Molenpoort]] aan de huidige [[Bleek, De|Bleek]]. Bij de invoering van het [[kadaster]] in het begin van de [[:Categorie:Jaartallen 1800-1899|negentiende eeuw]] werd dit nummer 77 in sectie G van de [[kadastrale gemeente 's-Heerenberg]]. In [[1837]] schonk hij deze tuin met ijzeren hek en poort aan de katholieken van 's-Heerenberg om er een [[Begraafplaats aan de Bleek|begraafplaats]] in te richten. Op 29 juni 1837 werd deze begraafplaats ingewijd. Tot dan toe werden de katholieke overledenen begraven op [[Begraafplaats NH kerk 's-Heerenberg|het kerkhof]] van de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|protestantse kerk]]. | Hij was eigenaar van een tuin buiten de [[Molenpoort]] aan de huidige [[Bleek, De|Bleek]]. Bij de invoering van het [[kadaster]] in het begin van de [[:Categorie:Jaartallen 1800-1899|negentiende eeuw]] werd dit nummer 77 in sectie G van de [[kadastrale gemeente 's-Heerenberg]]. In [[1837]] schonk hij deze tuin met ijzeren hek en poort aan de katholieken van 's-Heerenberg om er een [[Begraafplaats aan de Bleek|begraafplaats]] in te richten. Op 29 juni 1837 werd deze begraafplaats ingewijd. Tot dan toe werden de katholieke overledenen begraven op [[Begraafplaats NH kerk 's-Heerenberg|het kerkhof]] van de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|protestantse kerk]]. | ||
Regel 14: | Regel 14: | ||
*[http://www.archieven.nl Archieven.nl] | *[http://www.archieven.nl Archieven.nl] | ||
− | + | [[Categorie:Peeters en Peters]] [[Categorie:Rentmeesters Gasthuis St. Gertrudis]] |
Huidige versie van 12 sep 2022 om 06:07
Jan Peeters was van 1807 tot 1839 rentmeester van het Gasthuis Sint-Gertrudis in 's-Heerenberg.
Hij werd op 8 augustus 1756 gedoopt in 's-Heerenberg als zoon van Henricus Peeters en Johanna Ressinck. Hij trouwde in 1792 met Christina Sloot, geboren in 1759 in 's-Heerenberg als dochter van Marten Sloot en Willemina Ockhorst. Zij woonden in het Muldershuis. Voor zover kon worden nagegaan, hadden zij geen kinderen.
Hij was eigenaar van een tuin buiten de Molenpoort aan de huidige Bleek. Bij de invoering van het kadaster in het begin van de negentiende eeuw werd dit nummer 77 in sectie G van de kadastrale gemeente 's-Heerenberg. In 1837 schonk hij deze tuin met ijzeren hek en poort aan de katholieken van 's-Heerenberg om er een begraafplaats in te richten. Op 29 juni 1837 werd deze begraafplaats ingewijd. Tot dan toe werden de katholieke overledenen begraven op het kerkhof van de protestantse kerk.
Peeters overleed in het Muldershuis op 24 augustus 1846, negentig jaar oud. Zijn vrouw was al op 13 december 1833 overleden, dus al voor de opening van de begraafplaats aan De Bleek. Zij zal dus op het kerkhof van de protestantse kerk begraven zijn. Het is dus de vraag waar Peeters begraven werd; bij zijn vrouw of op "zijn" begraafplaats.
Bronnen
- Old Ni-js nr. 38, blz. 34
- Gasthuis Sint-Gertrudis (boek), blz. 99
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 468
- Archieven.nl