Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
H. Mattheus: verschil tussen versies
k (→De tweede kerk: parochiegrens) |
k (→Bronnen: 486) |
||
Regel 114: | Regel 114: | ||
== Bronnen == | == Bronnen == | ||
− | *[[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 59-74 | + | *[[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 59-74, 486 |
*[[Erfenis voor vandaag en morgen]] i.z. interieur | *[[Erfenis voor vandaag en morgen]] i.z. interieur | ||
*[[Old Ni-js 049|Old Ni-js nr. 49]], blz. 80-83 | *[[Old Ni-js 049|Old Ni-js nr. 49]], blz. 80-83 |
Versie van 12 apr 2021 om 07:15
Inhoud
Het ontstaan van de parochie Azewijn
De eerste kerk
De H. Mattheuskerk is de rooms-katholieke parochiekerk van Azewijn. De parochie Azewijn is in 1867 ontstaan door afsplitsing van de parochie Zeddam, maar al sinds 1819 had Azewijn een eigen kerkgebouw. Op 21 september van dat jaar werd deze kerk ingewijd door Johannes Gerritsen, aartspriester van Gelderland. Uiteraard was ook de pastoor van Zeddam, Joannes Beenen, bij de plechtigheid aanwezig, evenals de president van het seminarie in 's-Heerenberg, Matthias Terwindt.
De kerk van 1819 was deels opgetrokken uit stenen van de ruïne van de kapel die al in 1370 door de Heer van Bergh in Azewijn was gesticht. Hij stond ongeveer waar nu boerderij De Kapel staat, maar is na de Reformatie in verval geraakt.
In 1841 werd het kerkgebouw vergroot. Het jaar daarop werd voor negenhonderd gulden het orgel van de kerk in Zeddam gekocht. Dit was een grote verbetering, maar de kerk was en bleef een bijkerk van Zeddam. Dit hield in dat er alleen missen gelezen werden, meestal door de kapelaan van Zeddam. Voor dopen, trouwen en begraven moesten de Azewijnse parochianen nog steeds naar de hoofdkerk in Zeddam. 's Winters en bij slecht weer was de weg naar Zeddam nauwelijks begaanbaar, zodat na 1853, toen in Nederland de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland werd hersteld, de roep om een eigen parochie steeds sterker werd.
De tweede kerk
Het eerste verzoek voor een eigen parochie wees de aartsbisschop van Utrecht in 1857 af, maar in 1864 gaf hij zijn toestemming. Toen het jaar daarop ook koning Willem III zijn goedkeuring gaf, konden de benodigde procedures in gang worden gezet, en zo werd Azewijn op 6 oktober 1867 canoniek een zelfstandige parochie.
Op die dag werd in de kerk de bisschoppelijke akte voorgelezen waarmee de parochie werd opgericht. Hierin werd de grens tussen de parochies Azewijn en Zeddam als volgt beschreven (gaande van west naar oost):
- 1. Terregter zijde van den grindweg van Zeddam op Etten is de brug tusschen de Houting en de Akenhorst de grensscheiding tusschen de parochien Zeddam en Azewijn.
- 2. Ter linkerzijde van dienzelfden weg wordt de grensscheiding tusschen de parochien Zeddam en Azewijn aangewezen door de Krommestraat van dien grindweg uitgaande, volgende dezen vaarweg door het boschje van Dijkhuizen, langs Dijkhuizen, tot het zoogenaamde hagelkruis en van daar tot aan de zoogenaamde Schapenbrug bij het Laar.
- Hetgeen van dezen vaarweg, beginnende met de Krommestraat en eindigende aan de Schapenbrug bij het Laar terregter zijde gelegen is tot de parochie Azewijn.
- 1. Terregter zijde van den grindweg van Zeddam op Etten is de brug tusschen de Houting en de Akenhorst de grensscheiding tusschen de parochien Zeddam en Azewijn.
Ten noorden van de parochie Zeddam lag zo de parochie Zeddam; ten oosten viel de grens samen met die van de gemeente Gendringen; ten zuiden lag Duitsland en ten westen de parochie 's-Heerenberg.
De eerste pastoor, Henricus Meurs, werd op 10 oktober feestelijk ingehaald en nam zijn intrek in de zojuist voltooide pastorie. Hij preekte in de kerk van 1819, maar zijn opvolger, pastoor Hazelekke liet een nieuwe kerk bouwen. Het bedrag van tienduizend gulden dat de ongehuwde Berendina Aleida Hoegen in 1873 aan de parochie had nagelaten, maakte dit mogelijk. De nieuwe kerk werd op 21 september 1891 ingewijd.
Helaas heeft het kerkgebouw de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Op 6 januari 1943 werden de kerkklokken (een geschenk van pastoor Hazelekke) door de Duitsers geroofd. Vlak voor de bevrijding op 1 april 1945 gebeurde het ergste. Die nacht, op 31 maart om half elf 's avonds, staken terugtrekkende Duitse militairen de kerk in brand. De kerk brandde uit en de toren stortte in. Daarmee verdween een markant oriëntatiepunt uit het landschap.
De derde kerk
Nu van het kerkgebouw niets dan een uitgebrand karkas was overgebleven, werd de zaal van Alofs ingericht als noodkerk. Ondanks de schaarste en beperkingen die er in de tijd van de wederopbouw heersten, lukte het voldoende fondsen te werven voor een nieuwe kerk.
De restanten van de oude kerk waren te bouwvallig om als basis voor de nieuwbouw gebruikt te worden. Bovendien wilde men van de gelegenheid gebruik maken om de kerk te verbreden. Aldus bleef van de oude kerk alleen de toren over. De oude spits kon echter niet herbouwd worden en moest plaats maken voor een dakje van maar vijf meter hoog. Anders dan de voorgaande kerken, kregen de ramen van de nieuwe kerk rondbogen in plaats van spitsbogen.
Onderstaand enkele foto's van het herstel van de kerk. Daarbij ook een ontwerp dat het, waarschijnlijk door het ontbreken van voldoende financiële middelen, niet gehaald heeft.
Op 23 december 1951, juist op tijd voor Kerstmis, werd de nieuwe kerk vicaris-generaal Huurdeman ingewijd. Tussen 1982 en 1986 is het gebouw gerestaureerd.
De kerk en de bijbehorende rustaltaren zijn sinds 18 juni 2002 een gemeentelijk monument (nr. 14).
Beeldmateriaal
- De sloop
- De herbouw
- Klokken en uurwerk
Interieur
Tot de inventaris behoort een bedieningsdoosje uit de 17e eeuw. Het is een doosje met drie vakken dat vermoedelijk uit de oude kerk stamt. Ook is er nog een luidklok uit 1734 en zijn er twee schilderijen van de hand van L. de Breet; een van pastoor Meurs met de oude kerk uit 1867 op de achtergrond en een met pastoor Hazelekke met de nieuwe kerk uit 1891. Bijzonder zijn nog twee schilderijen van Maria Magdalena en Franciscus uit de 18e eeuw.
Pastoors
- Henricus Meurs (1867-1882)
- Albertus Hazelekke (1882-1905)
- Hendrikus Johannes Maria Holtslag (assistent 1905)
- Jacobus Berndes (1905-1908)
- Gerardus Josephus Christiaan Overwijn (1908-1917)
- Henricus Joannes Staal (1917-1934)
- Johannes Wilhelmus Josephus Büter (1934-1948)
- Frans Gommers (vervanger 1943-1946)
- Frans Brenninkmeyer (vervanger 1946-1948)
- J.L.A. Heinink (1948-1970)
- A.L.M. van Hal (1970-1999)
Organisten
Organist waren:
2010 - heden
De Sint Mattheusparochie is in 2010 opgegaan in de Verrijzenisparochie. Deze fusieparchie is op haar beurt in 2017 met de Maria en Laurentius Parochie samengegaan in de Maria Laetitia Parochie.
Op 19 maart 2013 werd onder de titel STA OP, KIES LEVEN het nieuwe pastorale beleid van De Verrijzenis Parochie gepresenteerd. Vanwege de verder dalende aantallen vrijwilligers, kerkgangers en pastores en de financiële situatie werden er van de elf kerken van de parochie acht afgestoten. Een daarvan was de kerk in Azewijn.
Op 29 november 2015 werd de laatste reguliere zondagsmis in de Mattheuskerk gehouden met onder ander muziek van de Fanfare Sint Jozef. De kerk blijft nog open voor speciale gelegenheden. Ook de traditionele Sacramentsprocessie wordt met de kermis voorlopig nog gehouden.
Bronnen
- Azem van 't Hof tot heden, blz. 59-74, 486
- Erfenis voor vandaag en morgen i.z. interieur
- Old Ni-js nr. 49, blz. 80-83
- De Maria-Laetitia-parochie
- Foto kerk 1910: Tonnie Overgoor
- Foto's sloop en herbouw: Cor en Mariet Berntsen