Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Derksen, Wilhelmus Antonius

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 18 jan 2022 om 08:41 (Aanvulling uit toegevoegde bronnen)
Ga naar: navigatie, zoeken
Wilhelmus, A. Derksen.jpg

Wilhelmus Antonius (Wim) Derksen was KNIL-militair. Hij werd op 28 mei 1918 geboren in het Nachtegaalslaantje in 's-Heerenberg als zoon van Johannes Wilhelmus Derksen (geboren op 13 juli 1883 in 's-Heerenberg) en Aleida Wolters (geboren op 11 april 1881 in Westervoort).

Een voorvader was een neef van de bekende zoeaaf Hent Derksen, bijgenaamd de Vos. Verder was hij een neef van de gebroeders Peter en Theo Derksen, die beiden in mei 1940 in militaire dienst waren, en van Theo Derksen die als dienstplichtig militair in Nederlands-Indië is geweest.

Matroos bij de Koninklijke Marine

De kruiser Gelderland in Den Helder

Wim heeft van 1 maart 1938 tot 15 juni 1939 zijn dienstplicht vervuld bij de Koninklijke Marine. Hij begon als matroos 3e klas en werd op 1 december 1938 bevorderd tot matroos 2e klas.

Van 18 november 1938 tot 10 februari 1939 was hij in West-Indië gedetacheerd. Dit staat zonder verdere details vermeld in zijn KNIL-stamboek. De data komen echter precies overeen met een reis van Hr. Ms. Gelderland naar Curaçao. De Gelderland was een kruiser die in 1898 in dienst werd genomen, maar in 1920 werd omgebouwd tot opleidingsschip. In de berichtgeving wordt het schip dan ook aangeduid als artillerie-instructieschip, maar ook als kustverdedigingsschip.

De Gelderland vertrok op 17 oktober uit Den Helder en zou als eerste de haven van Casablanca aandoen. Er moest echter al in Portland op de Engelse zuidkust worden aangelegd om een matroos met een acute blindedarmontsteking van boord te brengen. Het schip was daarna van 25 tot 28 oktober in Casablanca en passeerde op 9 november de Kreeftskeerkring. Van 12 tot 15 november lag het in de haven van Barbados, dat toen nog een Britse kolonie was. Op 18 november legde de Gelderland aan in het Schottegat, de natuurlijke haven van Willemstad op Curaçao.

Begin februari 1939 nam de bemanning van de Gelderland deel aan een oefening, waarbij zij de vijand speelde die als het leger van Roodland op Curaçao was geland. De matrozen slaagden erin de verdediging te breken en het eiland te veroveren.

De terugreis naar Nederland zou op 7 februari beginnen, maar moest worden uitgesteld, omdat de aflossing, de kanonneerboot Johan Maurits van Nassau door zwaar weer vertraagd was. De afvaart was nu op 10 februari. Het schip deed op 13 februari San Juan op Puerto Rico aan en passeerde op 16 februari de Kreeftskeerkring. Van 25 tot 27 februari was het in Horta op de Azoren. Op 7 maart liep het de haven van Den Helder binnen.

Het lot van de Gelderland

In mei 1940 hebben de Duitsers de Gelderland buitgemaakt en onder de naam Niobe als opleidingsschip gebruikt. Vanaf 1 mei 1944 is het na ombouw tot luchtdoelbatterij ingezet op de Noordzee en vervolgens ter verdediging van de Finse stad Kotka naar de Finse Golf verplaatst. Daar werd het op 16 juli 1944 bij een aanval door maar liefst 131 Sovjet-vliegtuigen tot zinken gebracht.

Na de oorlog was Nederland eigenaar van het wrak. In 1953 heeft Finland het wrak in opdracht van de Nederlandse regering gelicht en verschroot.

Nederlands-Indië

Voor de Tweede Wereldoorlog

Op 22 juni 1939, een week nadat hij uit de marine was afgezwaaid, tekende Wim voor vijf jaar bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), ingaande op de dag van geschiktbevinding. Dat was 29 augustus, op welke dag hij ook een premie van honderd gulden in ontvangst nam.

Op 13 september 1939 is hij met het motorschip Dempo van Rotterdam naar Nederlands-Indië vertrokken. De aankomst in Batavia was op 18 oktober. In verband met de uitgebroken Tweede Wereldoorlog was het schip niet via het Suezkanaal gevaren, maar via Kaapstad. Intussen was Wim op 27 september uitgeschreven uit het bevolkingsregister van de gemeente Bergh.

Na aankomst in Batavia werd hij als soldaat (fuselier) ingedeeld bij het XVe Bataljon Infanterie in Bandoeng op West-Java. Bij dit bataljon diende ook adjudant Benen.

Wims KNIL-stamboekgegevens


In de Tweede Wereldoorlog

Wims Japanse interneringskaart

Nadat het Japanse leger in januari 1942 Nederlands-Indië binnenviel, capituleerde het KNIL op 8 maart. Op diezelfde dag werd Wim krijgsgevangen genomen in Bandoeng.

De Japanners legden van al hun krijgsgevangenen een interneringskaart aan. Zijn stamboeknummer (zoals een leger- of registratienummer bij het KNIL heette) was 95915. Het nummer 83182 in het veld Remarks is pas na 1955 door de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen toegevoegd.

De landen en de kampen waar de betreffende militair gevangen heeft gezeten, staan op de kaart met stempels vermeld; de landen in de linker- en de kampen in de rechterbovenhoek. Het doorgestreepte stempel 爪哇 linksboven op Wims kaart betekent Java, het doorgestreepte stempel II rechtsboven betekent krijgsgevangenkamp №2. Dit kamp lag in Tjilatjap (nu Cilicap) op de zuidkust van Java, maar werd in februari 1943 opgeheven. De ongeveer 4800 krijgsgevangenen werden toen overgebracht naar Thailand () om er als dwangarbeider aan de Birma-spoorweg te werken.

Wim kwam terecht in het Thaise krijgsgevangenenkamp №6 (VI), dat lag aan het traject van de aan te leggen spoorlijn. Het was op 21 januari 1943 opgericht in Kinsayok, maar werd in maart 1943 verplaatst naar Hindato. Vandaaruit werkten de gevangenen aan een deeltraject van enkele tientallen kilometers. In december 1943 was de spoorlijn klaar en werd het kamp omgenummerd in №1 (I). De gevangenen werden toen ingezet voor het onderhoud van de spoorlijn. Dit was nodig omdat geallieerde bommenwerpers regelmatig aanvallen uitvoerden. Daarbij maakten ze veel slachtoffers onder de dwangarbeiders, want hun kampen lagen vlak langs de spoorlijn.

Wim heeft de voltooiing van de spoorlijn echter niet meer meegemaakt. Op 8 april 1943 werd hij ziek, waarna hij op 1 augustus overleed in het hospitaal van het krijgsgevangenkamp in Tha Makham. Als doodsoorzaak wordt beriberi vermeld, maar we kunnen gevoeglijk aannemen dat de erbarmelijke leefomstandigheden aan zijn overlijden hebben bijgedragen. Pas in 1945 kreeg de familie via het Rode Kruis het definitieve bericht van zijn overlijden. Zijn overlijden is niet in gemeente Bergh ingeschreven.

Wim werd in Tha Makham begraven en later herbegraven op het Kanchanaburi War Cemetery in Thailand, vak 7, rij C, graf 31. Zijn neef Hein Derksen heeft het graf samen met zijn vrouw bezocht en er foto's gemaakt.

Op het Kanchanaburi War Cemetery liggen eveneens begraven C.J. van den Berg, J.B. van Bergen, W.H. Moerkes en C.A. Wennekes.

Wims naam staat:

Volgens aantekeningen op de achterkant van Wims interneringskaart heeft er in de jaren 19471948 een correspondentie plaatsgehad met het KNIL over de uitkering van een pensioen aan ene mejuffrouw F. Veen. Zij zou bij volmacht met Wim getrouwd zijn. Er is echter ook sprake van een huwelijk tussen Wim en ene Louise Juliana Samuel. Dat Wim in Bandoeng een vrouw of in elk geval (een) dierbare(n) had, is af te leiden uit zijn interneringskaart, waar in het veld Destination of Report een burgeradres staat. Hoe het precies zat met een eventueel huwelijk en of er een (weduwen)pensioen is uitgekeerd, is niet bekend.

Beeldmateriaal


Bronnen