Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Meijer, Antonius Norbertus Maria
Inhoud
Zijn levensloop tot 1921
Antonius Norbertus Maria Meijer was van 1921 tot 1947 pastoor van de Sint Oswaldusparochie in Zeddam. Hij werd op 26 april 1867 geboren in Zwolle als zoon van Wilhelmus Antonius Meijer en Maria Johanna Wendholt.
Hij was negen jaar oud toen hij in mei 1876 naar de kostschool Huize Ruwenberg in Sint-Michielsgestel ging. Daar werd hij door de Fraters van Tilburg voorbereid op een priesteropleiding, die hij in augustus 1880 begon aan het kleinseminarie in Culemborg en voltooide aan het grootseminarie Rijssenburg in Driebergen.
Meijer werd op 15 augustus 1892 in Utrecht door de aartsbisschop van Utrecht tot priester gewijd. Hij was daarna assistent in de toenmalige Utrechtse gemeente Oudenrijn tot hij in februari 1894 werd benoemd tot assistent in Vroomshoop. Al in april 1894 volgde zijn benoeming tot kapelaan in Beltrum, waar hij in december 1895 werd benoemd tot kapelaan in de Arnhemse Sint Walburgisparochie. In mei 1898 werd hij rector van het klooster van de Zusters Benedictinessen in Oldenzaal.
In januari 1908 werd rector Meijer benoemd tot pastoor in Hengevelde. In de berichtgeving over deze benoeming wordt de oude plaatsnaam Wegdam gebruikt. Hier heeft hij ruim dertien jaar gestaan tot hij zijn benoeming in Zeddam in 1921.
Pastoor in Zeddam
Organisator en bouwer
Vanaf 18 maart 1921 was Meijer de achttiende Zeddamse pastoor na de Reformatie als opvolger van pastoor De Graaff.
Zijn kapelaans waren:
- J. Bolsman (1921–1929)
- F.A. Smit (1929–1935)
- H. Smulders (1935–1936)
- A.J.M. van Rijn (1936–1947)
- J.M. te Riele (1947–1949)
Een van zijn eerste daden was de verwezenlijking van de langverwachte r.-k. jongensschool, die op 4 september 1922 werd ingewijd door deken Derksen van Terborg. Ook stichtte hij de Zeddamse Huishoudschool.
Hij was een knap organisator, waardoor onder zijn pastoorschap het verenigingsleven in de parochie tot grote bloei kwam. Zo was hij in 1925 een van de oprichters van de Harmonie Kunst na Arbeid. Voor de vele organisaties liet hij het Parochiehuis bouwen, dat hij op 17 juli 1932 plechtig opende.
In 1923 heeft het kerkbestuur van Zeddam de openbare lagere school in Braamt overgenomen van de gemeente Bergh. Op 3 mei 1923 wijdde pastoor Meijer het gebouw in als rooms-katholieke school.
Op 15 augustus 1932, bij de viering van zijn 40-jarig priesterfeest, kreeg pastoor Meijer van de ABTB een zilveren kelk ter waarde van 600 gulden. Deze kelk werd na zijn dood eigendom van de parochie. Tien jaar later, bij viering van zijn 50-jarig priesterfeest, werd het Pastoor Meijer Fonds gesticht. Pastoor Meijer droeg zelf een flinke som geld bij aan dit fonds, waaruit studiebeurzen voor priesterstudenten werden betaald.
Op 3 augustus 1938 heeft hij de fundamenten van de nog te bouwen Mariakapel in Vethuizen gewijd.
De Tweede Wereldoorlog
Tijdens Meijers pastoraat werden op 21 januari 1943 op last van de Duitse bezetter de kerkklokken uit de Sint Oswalduskerk gehaald. Meijer durfde zich niet tegen deze klokkenroof te verzetten uit angst voor represailles tegen de bevolking van Zeddam, maar zijn parochiaan Theo Pas heeft er alles aan gedaan de klokken te behouden. Bij gebrek aan medewerking van de pastoor, stond hij uiteindelijk machteloos. Wel is het hem door een list gelukt een kleinere klok die de Duitsers elders hadden gevorderd, te bemachtigen en in de kerktoren te hangen. Deze klok is na de oorlog, toen Zeddam nieuwe klokken kreeg, aan de nieuwe kerk in Braamt gegeven.
In het notulenboek van het kerkstuur schreef pastoor Meijer het onderstaande over de bevrijding van Zeddam.
Het was 'n vreselijke nacht: toen werden de Duitsers door de Canadezen weggejaagd. De hele 'Goede Week' hadden de hoofdwegen onder vuur van de Canadezen en Engelsen gelegen. Doch die nacht werd vreselijk. We hadden al verschillende nachten en gedeeltelijk overdag in de kelders doorgebracht, doch in die nacht leek het erop, dat alles in elkaar zou storten. Gelukkig werd ons leven en de pastorie in zijn geheel gespaard, -wel alle ruiten stuk - tal van pannen van het dak - overal granaatsplinters.
De kerk bracht het er slechter af. Gelukkig werd het gebouw niet vernield, wel grote schade toegebracht: - alle ramen stuk - gaten in het dak en muren - een gewelf in de toren stuk. Doch het meubilair, altaar etc. gespaard. - Grote schade aan kerk, pastorie, scholen en andere eigendommen van de kerk. De schade werd als volgt begroot:
R.K. kerkgebouw: f 3.738,-; R.K. pastorie f 1.910,-
R.K. jongensschool met inventaris: f 16.4000,-
Parochiehuis: f 3.000,-; Huishoudschool: f 1.200,-
Meisjesschool met inventaris: f 7.165,-
Padevoort-klooster met inventaris: f 975,-
Woonhuis Tap: f 2.900,-; woning meester Helmes: f 1.8000,-
Woning Frederiks: f 900,-; kerkhof: f 775,-
Totale schade 8 augustus opgenomen: f 75.680,-
De afscheiding van Braamt
Tijdens het pastoraat van pastoor Meijer groeide het aantal parochianen zodanig dat de St. Oswalduskerk te klein werd en de zielzorg in de zeer uitgestrekte parochie ook moeilijker werd.
Pastoor Meijer bevorderde dan ook ten zeerste de stichting van de nieuwe parochie van O.L.V. Altijddurende Bijstand in Braamt. Hiertoe werd in 1946 zijn kapelaan Te Riele benoemd tot bouwpastoor, waarna de nieuwe parochie in 1949 officieel werd afgescheiden.
Zijn overlijden
Pastoor Meijer heeft de oprichting van de parochie Braamt niet meer meegemaakt. Op 19 maart 1946 vierde hij nog zijn 25-jarig pastoraat in Zeddam, maar hij overleed op 13 januari 1947 op 79-jarige leeftijd. Op 17 januari werd hij begraven op de r.-k. begraafplaats in Zeddam.
Zijn opvolger was pastoor Braam.
Bronnen
- WieWasWie
- Bevolkingsregister Bergh
- Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 67-72
- Op Delpher
- Berichten over zijn benoemingen in diverse dagbladen
- de Volkskrant van 16 januari 1947
- Bidprentje
- Graftombe.nl