Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Geallieerde oorlogsslachtoffers WO II: verschil tussen versies
k (→Gesneuvelden tijdelijk begraven in Beek: verbandplaats) |
(→Gesneuvelden tijdelijk begraven in Beek: Field Ambulances) |
||
Regel 34: | Regel 34: | ||
=== Gesneuvelden tijdelijk begraven in Beek === | === Gesneuvelden tijdelijk begraven in Beek === | ||
Bij de [[Gildehuis Beek-Loerbeek|Schutterstent]] van het [[Jansgilde Beek|St. Jansgilde]] in [[Beek]] (waar een Canadese verbandplaats was) hebben dertien gesneuvelde militairen van het Canadese leger begraven gelegen. Op 10 maart [[1946]] werden zij overgebracht naar de ''Groesbeek Canadian War Cemetry'' in Groesbeek, waar zij nu liggen in de graven XXII-D-1 t/m XXII-D-13. Van de opgraving heeft [[Moorman, Antonius Wilhelmus Franciscus|wachtmeester Moorman]] een rapport opgemaakt. | Bij de [[Gildehuis Beek-Loerbeek|Schutterstent]] van het [[Jansgilde Beek|St. Jansgilde]] in [[Beek]] (waar een Canadese verbandplaats was) hebben dertien gesneuvelde militairen van het Canadese leger begraven gelegen. Op 10 maart [[1946]] werden zij overgebracht naar de ''Groesbeek Canadian War Cemetry'' in Groesbeek, waar zij nu liggen in de graven XXII-D-1 t/m XXII-D-13. Van de opgraving heeft [[Moorman, Antonius Wilhelmus Franciscus|wachtmeester Moorman]] een rapport opgemaakt. | ||
+ | |||
+ | In Beek en directe omgeving bevonden zich begin april 1945 de ''Field Ambulances'' van de Canadese ''3rd Infantry Division''. De drie brigades van deze divisie hadden elk een ''Field Ambulance''. Dit was niet één ambulance, maar een kleine medische eenheid die slachtoffers van de frontlijn afvoerde nadat dezen ter plaatse eerste hulp hadden gehad. De ''Field Ambulances'' hadden elk een eigen verbandplaats waar de gewonden werden klaargemaakt voor verder transport naar een veldhospitaal, in dit geval de ''[[2nd Canadian Casualty Clearing Station]]'' in het [[Patersklooster]] in [['s-Heerenberg]]. Doden werden in de buurt van de verbandplaats begraven, in dit geval bij de Schutterstent in Beek. | ||
+ | |||
+ | De drie ''Field Ambulances'' waren ''14 Canadian Field Ambulance'' van de ''7th Infantry Brigade'', ''22 Canadian Field Ambulance'' van de ''8th Infantry Brigade'' en ''23 Canadian Field Ambulance'' van de ''9th Infantry Brigade''. Zij waren gemakkelijk verplaatsbaar en trokken vlak achter het front met de troepen mee. Ze zijn dus maar kort (en niet precies tegelijkertijd) in Bergh geweest. De dertien doden die zij bij de Schutterstent hebben begraven, zijn in de dagen van 1 tot en met 5 april gesneuveld. | ||
*[[Clark, Omar Emerson|O. E. Clark]], ''The Queen’s Own Rifles of Canada'' | *[[Clark, Omar Emerson|O. E. Clark]], ''The Queen’s Own Rifles of Canada'' |
Versie van 4 apr 2014 om 09:04
Op deze pagina staan alle geallieerde militaire oorlogsslachtoffers die in de Tweede Wereldoorlog in Bergh het leven hebben verloren.
Inhoud
Geallieerde vliegeniers
In 1942 stortte de eerste geallieerde bommenwerper neer in Kilder. Daarna zouden er nog zeven volgen, alsmede een jachtvliegtuig. Hierbij zijn de volgende bemanningsleden om het leven gekomen.
Zoals gebruikelijk liggen de doden van de luchtmachten van de landen van het Britse Gemenebest nog steeds begraven in de dorpen waar zij neerstortten. De enige Amerikaanse dode is in 1949 overgebracht naar de Verenigde Staten.
- W. Baxter, Canadees, omgekomen in Kilder.
- L.H.R. Binning, Brit, omgekomen in Beek.
- W.H. Clayton, Brit, omgekomen in Beek.
- R. Coates, Brit, omgekomen in Kilder.
- K. Dickinson, Brit, omgekomen in Kilder.
- V.A. Goodwin, Canadees, omgekomen in Kilder.
- R.V. Lawrence, Brit, omgekomen in Kilder.
- C.H. Mardon, Brit, omgekomen in Kilder.
- R.L. Martin, Amerikaan, omgekomen in Vinkwijk.
- G.W. Miller, Canadees, omgekomen in Beek.
- J. Misseldine, Brit, omgekomen in Beek.
- V. Page, Brit, omgekomen in Beek.
- F.A. Pearson, Brit, omgekomen in Beek.
- G.W. Sellers, Canadees, omgekomen in Beek.
- P.H. Skinner, Nieuw-Zeelander, omgekomen in Beek.
- R.A.B. Slee, Canadees, omgekomen in Zeddam.
- H.W. Smith, Canadees, omgekomen in Kilder.
- L. Spensley, Canadees, omgekomen in Kilder.
- H.G. Watson, Canadees, omgekomen in Braamt.
- H.E. Wood, Brit, omgekomen in Braamt.
Bij de bevrijding omgekomen militairen
Bij de bevrijding van Bergh en omgeving zijn meerdere Canadese en andere geallieerde militairen gesneuveld of aan verwondingen bezweken. Hieronder volgt een overzicht van de slachtoffers die tijdelijk in Bergh begraven hebben gelegen.
Achter elk slachtoffer staat de naam van zijn regiment. Dit ter illustratie van de enorme troepenmacht die begin april 1945 door Bergh en omgeving is getrokken.
Gesneuvelden tijdelijk begraven in Beek
Bij de Schutterstent van het St. Jansgilde in Beek (waar een Canadese verbandplaats was) hebben dertien gesneuvelde militairen van het Canadese leger begraven gelegen. Op 10 maart 1946 werden zij overgebracht naar de Groesbeek Canadian War Cemetry in Groesbeek, waar zij nu liggen in de graven XXII-D-1 t/m XXII-D-13. Van de opgraving heeft wachtmeester Moorman een rapport opgemaakt.
In Beek en directe omgeving bevonden zich begin april 1945 de Field Ambulances van de Canadese 3rd Infantry Division. De drie brigades van deze divisie hadden elk een Field Ambulance. Dit was niet één ambulance, maar een kleine medische eenheid die slachtoffers van de frontlijn afvoerde nadat dezen ter plaatse eerste hulp hadden gehad. De Field Ambulances hadden elk een eigen verbandplaats waar de gewonden werden klaargemaakt voor verder transport naar een veldhospitaal, in dit geval de 2nd Canadian Casualty Clearing Station in het Patersklooster in 's-Heerenberg. Doden werden in de buurt van de verbandplaats begraven, in dit geval bij de Schutterstent in Beek.
De drie Field Ambulances waren 14 Canadian Field Ambulance van de 7th Infantry Brigade, 22 Canadian Field Ambulance van de 8th Infantry Brigade en 23 Canadian Field Ambulance van de 9th Infantry Brigade. Zij waren gemakkelijk verplaatsbaar en trokken vlak achter het front met de troepen mee. Ze zijn dus maar kort (en niet precies tegelijkertijd) in Bergh geweest. De dertien doden die zij bij de Schutterstent hebben begraven, zijn in de dagen van 1 tot en met 5 april gesneuveld.
- O. E. Clark, The Queen’s Own Rifles of Canada
- M.J.L. Clouatre, Royal Canadian Engineers
- E. Fortier, Le Régiment de la Chaudière
- C.K. Fraser, Royal Canadian Engineers
- D.A. Hebblethwaite, Royal Canadian Engineers
- H. Jamieson, The Queen’s Own Rifles of Canada
- H.C. Knight, The Regina Rifle Regiment
- R.E. Mastine, The Highland Light Infantry of Canada
- C.O. Overby, Royal Canadian Engineers
- L.J. Pare, The Highland Light Infantry of Canada
- M.E. Prentice, The Queen’s Own Rifles of Canada
- R. Ruck, Royal Canadian Artillery
- D.C.W. Walker, The Highland Light Infantry of Canada
Gesneuvelden tijdelijk begraven in Kilder
In Kilder hebben tijdelijk drie gesneuvelde Canadezen begraven gelegen. Zij werden in het voorjaar van 1946 overgebracht naar de Groesbeek Canadian War Cemetry in Groesbeek.
- A.J. Miller, The Canadian Scottish Regiment
- W.F. Duggan, 17th Duke of York’s Royal Canadian Hussars
- E.J. Pullen, 17th Duke of York’s Royal Canadian Hussars
Overleden gewonden tijdelijk begraven in 's-Heerenberg
Op de Algemene Begraafplaats in 's-Heerenberg (Joodse Begraafplaats) hebben elf Canadese soldaten en één Britse militair begraven gelegen, die aan opgelopen verwondingen waren gestorven in het 2nd Canadian Casualty Clearing Station, een Canadees hospitaal in het Patersklooster. Het is niet van alle twaalf bekend waar zij gewond raakten, maar het lijkt erop dat dit in alle gevallen buiten de gemeente Bergh is gebeurd.
In 1946 werden de Canadezen overgebracht naar de Groesbeek Canadian War Cemetry in Groesbeek, waar zij nu liggen in de rijen D en F van vak XVII. De Britse soldaat werd begraven op de Jonkerbos War Cemetry in Nijmegen.
- H.S. Corbett, The North Novia Scotia Highlanders
- J.J. Currie, The Royal Regiment of Canada
- I. Flowers, Royal Canadian Engineers
- H.F. Goldsmith, The Queen’s Own Rifles of Canada
- R.A. Granziol, The Highland Light Infantry of Canada
- E.F. Holbrook, Royal Canadian Engineers
- F.T. Lupkoski, The Argyll and Sutherland Highlanders of Canada (Princess Louise’s)
- R. Macara, The Queen’s Own Rifles of Canada
- J. Mosley, Royal Canadian Engineers
- H. Norris, The Lincoln and Welland Regiment
- W. Norris, Royal Artillery (Britse leger)
- G.D Sharpe, The Black Watch (Royal Highland Regiment) of Canada