Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Indische repatrianten: verschil tussen versies
k (→Bronnen: bronnen toegevoegd) |
k (→Bronnen: cat) |
||
Regel 35: | Regel 35: | ||
*Antoine [[Booms]] (betreffende Aaltje van Oostrum) | *Antoine [[Booms]] (betreffende Aaltje van Oostrum) | ||
− | + | [[Categorie:Indiëgangers]] |
Huidige versie van 29 mrt 2016 om 11:01
Inhoud
Indische repatrianten
Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot ver in de jaren zestig zijn er zo'n 300.000 mensen met een Nederlandse achtergrond van Indonesië naar Nederland gekomen. Hoewel velen van hen nooit in Nederland waren geweest, werden ze allemaal aangeduid als repatrianten: mensen die repatrieerden, of, met andere woorden, terugkeerden naar hun vaderland. Zij waren in meerderheid van gemengd Nederlands-Indonesische afkomst (Indische Nederlanders), maar onder hen waren ook veel blanke Nederlanders en Indonesiërs die een Nederlands paspoort verkozen.
De eerste groep arriveerde kort na de oorlog en bestond vooral uit mensen die tijdens de Japanse bezetting in zogenaamde jappenkampen hadden gezeten. Nadat ons land op 27 december 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië had erkend, volgde begin jaren vijftig een tweede golf. Dit waren vaak mensen die in het nieuwe Indonesië geen werk meer hadden, zoals voormalige bestuursambtenaren, rechters, politieagenten en KNIL-militairen. De politieke ontwikkelingen in Indonesië, dat niet erg welwillend tegenover Nederland stond, zorgden in latere jaren voor meer repatrianten. Doordat Nederlands Nieuw-Guinea pas in 1962 aan Indonesië werd overgedragen, herhaalde zich daar een uittocht zoals die zich ruim tien jaar eerder in Indonesië had afgespeeld.
Huisvesting van repatrianten
Lang niet alle repatrianten hadden in Nederland familie of bekenden bij wie ze onderdak konden vinden. Het was na de oorlog sowieso niet eenvoudig huisvesting te vinden, want in de periode van de wederopbouw was er veel woningnood. Tegelijkertijd stond het toerisme op een laag pitje, zodat veel hotels en pensions onderbezet waren of zelfs leeg stonden. Zodoende werden met name repatrianten die in het begin van de jaren vijftig aankwamen, door bemiddeling van de overheid ondergebracht in zogenaamde contractpensions. Dit was goed merkbaar in toeristische gebieden als de gemeente Bergh, waar veel ruimte in hotels en pensions onderbenut bleef. Veel repatrianten hebben daar tijdelijk onderdak gevonden.
Repatrianten in Bergh
Over de repatrianten die in Bergh hebben gewoond, zijn weinig gegevens overgeleverd. Wie waren zij, wat deden zij, hoe lang zijn zij gebleven, hoe is het hun verder vergaan? Dit zijn vragen waarop vooralsnog alleen het onderstaande geantwoord kan worden.
Protestantse repatrianten
De namen van enkele protestantse repatrianten worden genoemd in de hiernaast afgebeelde brief uit het archief van Bergh Opwaerts. Zij waren ondergebracht in de hotels Burgers, Heitkamp en Heinink in 's-Heerenberg, in de Korenmolen in Lengel en op een particulier adres in Stokkum.
Een zoon van de familie Anthonijs, Max Anthonijs, werkte als ongeveer 15-jarige loopjongen bij Pas Reform in Zeddam. Daar waren ook enkele jongens in dienst die als militair in Nederlands-Indië waren geweest, zoals Jan ten Holder uit Stokkum, Theet Berendsen uit Kilder en Nol Baars uit Braamt. Die spraken dan graag een paar woorden Maleis met Max; vooral Theet kon zich in die de taal goed uitdrukken.
De man van de weduwe E. Storbeck-Leidelmeijer, Karel Storbeck, was krijgsgevangene van de Japanners. Hij is op 18 september 1944 verdronken bij de scheepsramp met de Junyo Maru, waarbij ook adjudant Benen is omgekomen.
Andere repatrianten
In Hotel Welvant in 's-Heerenberg heeft enkele weken het gezin Rozema gewoond. Vader Heine en moeder Izah Rozema en hun kinderen Conny en Heine jr. kwamen op 7 augustus 1951 met de Sibajak aan in Rotterdam en werden daarna met een bus naar 's-Heerenberg gebracht.
In pension Ons Huis van Jan Vermeulen aan de Stokkumseweg in 's-Heerenberg was tijdelijk het meisje Aaltje van Oostrum met haar moeder ondergebracht.
Bronnen
- Contractpensions
- Indische Nederlanders op Wikipedia
- Archief van Bergh Opwaerts
- Gerhard Pas (betreffende Max Anthonijs)
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten, 1942-1996, nummer toegang 2.10.50.03, inventarisnummer 452, te vinden op gahetNa (betreffende de weduwe E. Storbeck-Leidelmeijer)
- Heemkunde Hattem (betreffende familie Rozema)
- Passagierslijsten1945-1964 (betreffende de Sibajak)
- Antoine Booms (betreffende Aaltje van Oostrum)