Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Galliéris, Nicolaas Cornelis de: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (link MWO)
k (In 's-Heerenberg: interne link)
 
(13 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
[[Afbeelding:NC de Galliéris.jpg|thumb|right|350px|'''Staatsieportret van kolonel Nicolaas de Galliéris door Jan Willem Pieneman. Dit portret bevindt zich in het Legermuseum te Delft.]]
 
[[Afbeelding:NC de Galliéris.jpg|thumb|right|350px|'''Staatsieportret van kolonel Nicolaas de Galliéris door Jan Willem Pieneman. Dit portret bevindt zich in het Legermuseum te Delft.]]
  
'''Nicolaas Cornelis de Galliéris''' was een officier, wiens loopbaan zowel [[militairen uit de tijd van Napoleon| de tijd van Napoleon]] als [[militairen tijdens de Belgische Revolutie|de Belgische Revolutie]] omvatte. Zijn binding met [[gemeente Bergh|Bergh]] is dat hij van [[1830]] tot zijn dood in [[1836]] woonde in een kapitaal pand in [['s-Heerenberg]] op de hoek van de [[Hofstraat]] en het [[Kerkstraatje]]. Op deze plek staat nu de r.-k. [[Pancratiuskerk]].
+
== Inleiding ==
 +
'''Nicolaas Cornelis de Galliéris''' was een officier wiens loopbaan zowel [[militairen uit de tijd van Napoleon|de tijd van Napoleon]] als [[militairen tijdens de Belgische Revolutie|de Belgische Revolutie]] omvatte. Zijn binding met [[gemeente Bergh|Bergh]] is dat hij van [[1830]] tot zijn dood in [[1836]] woonde in een [[Kostschool van Bastiaan Kouwenberg|kapitaal pand]] in [['s-Heerenberg]] op de hoek van de [[Hofstraat]] en het [[Kerkstraat 's-Heerenberg|Kerkstraatje]]. Op deze plek staat nu de [[Pancratiuskerk]].
  
'''Nicolaas Cornelis de Galliéris''' werd gedoopt te Oisterwijk op 6 april [[1778]]. Zijn vader, Jacob Isaac de Galliéris, was luitenant-kolonel in het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Nicolaas volgde het voorbeeld van zijn vader en begon zijn militaire loopbaan op 14-jarige leeftijd in [[1792]].  
+
== Het begin van zijn militaire loopbaan ==
 +
Nicolaas Cornelis de Galliéris werd gedoopt te Oisterwijk op 6 april [[1778]] als zoon van Jacob Isaac de Galliéris en Magdalena Johanna Cruijtman. Zijn vader was toen luitenant-kolonel in het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Nicolaas volgde het voorbeeld van zijn vader en begon zijn militaire loopbaan op 14-jarige leeftijd in [[1792]].  
  
 
Toen Nederland in [[1795]] door de Fransen werd bezet en de Bataafse Republiek ontstond, nam De Galliéris ontslag uit het Nederlandse leger en ging naar Pruisen. Daar sloot hij zich aan bij het zogenaamde Rassemblement, een legertje van uitgeweken Nederlandse militairen die tegen de Bataafse en Franse troepen wilden optrekken.
 
Toen Nederland in [[1795]] door de Fransen werd bezet en de Bataafse Republiek ontstond, nam De Galliéris ontslag uit het Nederlandse leger en ging naar Pruisen. Daar sloot hij zich aan bij het zogenaamde Rassemblement, een legertje van uitgeweken Nederlandse militairen die tegen de Bataafse en Franse troepen wilden optrekken.
  
In die tijd maakte De Galliéris kennis met Antoinette baronesse von Wrede, met wie hij op 29 november [[1798]] trouwde in Nottuln, een plaats ten westen van Münster in Westfalen. Elf maanden later, op 27 oktober [[1799]] werd daar zijn oudste zoon gedoopt, Christianus Gerhardus Jacobus Josephus. Zijn vrouw en kinderen woonden lange tijd in [[Elten]], terwijl hijzelf, inmiddels kapitein, met het leger door Duitsland trok. Hij werd na de Slag bij Lübeck op 6 november [[1806]] door de Fransen gevangen genomen.
+
In die tijd maakte De Galliéris kennis met Antoinette baronesse von Wrede, met wie hij op 29 november [[1798]] trouwde in Nottuln, een plaats ten westen van Münster in [[Westfalen]]. Elf maanden later, op 27 oktober [[1799]] werd daar zijn eerstgeborene en enige zoon gedoopt, [[Galliéris, Christianus Gerhardus Jacobus Josephus de|Christianus Gerhardus Jacobus Josephus]].
  
Na zijn vrijlating nam De Galliéris dienst in het Russische leger, waarmee hij in de jaren [[1807]]-[[1809]] op de Balkan tegen de Turken vocht. Toen bij Ismaïl in Bessarabië zijn paard onder hem werd doodgeschoten, kwam hij onder het vallende paard terecht en brak zijn rechterbeen. Na zijn herstel trok hij in [[1809]]-[[1810]] met het Russische leger op tegen de Polen. Toen Napoleon in [[1812]] Rusland binnenviel, vocht hij als ritmeester andermaal tegen de Fransen. Toen die door de invallende Russische winter tot terugtrekken gedwongen werden, zette het Russische leger de achtervolging in. Tijdens een treffen bij Krasnoi raakte De Galliéris gewond. Weer moest een been het ontgelden; dit keer zijn linker, waar hij een kogel in kreeg.
+
Zijn vrouw en kinderen woonden lange tijd in [[Elten]], terwijl hijzelf, inmiddels kapitein, met het leger door Duitsland trok. Hij werd na de Slag bij Lübeck op 6 november [[1806]] door de Fransen gevangen genomen. Niet lang voordien is hij nog thuis geweest, want op 26 januari [[1807]] werd in Elten zijn dochter Ursula Sophia Virginea gedoopt. Daarmee zijn z'n vijf kinderen bekend. Behalve de reeds genoemde Christiaan en Ursula waren dat Antonetta (geboortejaar nog onbekend), Charlotte (1806) en Virgilia ([[1810]]).
  
Nog steeds in Russische dienst nam De Galliéris deel aan de Volkerenslag bij Leipzig (16-19 oktober [[1813]]). Hierbij werd Napoleon door de geallieerde legers een verpletterende nederlaag toegebracht. De Russen trokken daarna op naar Parijs. Onderweg daarnaartoe werd in februari [[1814]] Nogent-sur-Seine bezet, waarna De Galliéris ontslag nam uit het Russische leger en terugkeerde naar zijn gezin in Westfalen.
+
== In Russische dienst ==
 +
Na zijn vrijlating uit Franse krijgsgevangenschap nam De Galliéris dienst in het Russische leger, waarmee hij in de jaren 1807-[[1809]] op de Balkan tegen de Turken vocht. Toen bij Ismaïl in Bessarabië zijn paard onder hem werd doodgeschoten, kwam hij onder het vallende paard terecht en brak zijn rechterbeen. Na zijn herstel trok hij in 1809-1810 met het Russische leger op tegen de Polen. Toen Napoleon in [[1812]] Rusland binnenviel, vocht hij als ritmeester andermaal tegen de Fransen. Toen die door de invallende Russische winter tot terugtrekken gedwongen werden, zette het Russische leger de achtervolging in. Tijdens een treffen bij Krasnoi raakte De Galliéris gewond. Weer moest een been het ontgelden; dit keer zijn linker, waar hij een kogel in kreeg. Een van de gewonden aan Franse zijde was [[Vlyschman, Petrus|Petrus Vlyschman]], die eveneens een kogel in zijn linkerbeen kreeg. Gewond als De Galliéris was, werd hij door de tsaar tot majoor bevorderd en onderscheiden met de [[Onderscheidingen#Rusland|Orde van Sint Andreas]].
  
Op 8 april 1814 nam De Galliéris dienst in het nieuwe Nederlandse leger. Als majoor van het 3e regiment Dragonders nam hij op 18 juni [[1815]] deel aan de Slag bij Waterloo. Hierbij werd Napoleon definitief verslagen. De Galliéris raakte in deze slag gewond, wederom aan een been; dit keer zijn rechter. Op 12 juli 1815 werd hij hiervoor benoemd tot [[Onderscheidingen#Militaire Willemsorde|Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse]].
+
Nog steeds in Russische dienst maakte De Galliéris een jaar later met zijn eskadron een grote groep Fransen krijgsgevangen. Hiervoor kreeg hij van de tsaar de [[Onderscheidingen#Rusland|Orde van Sint Vladimir]]. Kort daarop nam hij deel aan de Volkerenslag bij Leipzig (16-19 oktober [[1813]]). Hierbij werd Napoleon door de geallieerde legers verpletterend verslagen. De Russen trokken daarna op naar Parijs. Onderweg daarnaartoe werd in februari [[1814]] Nogent-sur-Seine bezet, waarna De Galliéris ontslag nam uit het Russische leger en terugkeerde naar zijn gezin in Westfalen.
  
Hierna vestigde De Galliéris zich met zijn gezin in Vught. In [[1820]] werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel en zes jaar later tot kolonel bij de 9e afdeling Kurassiers.  
+
== Terug in Nederland ==
 +
Al gauw kwam De Galliéris terug naar Nederland en nam op 8 april 1814 dienst in het nieuwe Nederlandse leger. Als majoor van het 3e regiment Dragonders nam hij op 18 juni [[1815]] deel aan de Slag bij Waterloo, waar Napoleon definitief werd verslagen. De Galliéris raakte in deze slag gewond, wederom aan een been; dit keer zijn rechter. Hiervoor werd hem op 12 juli 1815 de [[Onderscheidingen#Militaire Willemsorde (1815)|Militaire Willemsorde vierde klasse]] toegekend.
  
Toen kwam in [[1830]] de Belgische Revolutie, die in augustus [[1831]] tot de Tiendaags Veldtocht leidde. Hierbij raakten in de buurt van Leuven op 12 augustus kolonel De Galliéris en zijn oudste zoon, de 31-jarige luitenant-adjudant Christiaan de Galliéris, beide zwaargewond aan een been. Zij zaten te paard en stonden zo dicht bij elkaar dat hun benen raakten. Het noodlot wilde dat er een kanonskogel precies tussen hun paarden door vloog. Het rechterbeen van de vader en het linkerbeen van de zoon werden verbrijzeld. De vader werd hiervoor benoemd tot Ridder der Militaire Willemsorde derde klasse en de zoon tot Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse. Beider militaire carrière was echter voorbij en het gezin verhuisde naar 's-Heerenberg. In [[1834]] werd Nicolaas de Galliéris, hoewel niet meer in werkelijke dienst, nog wel bevorderd tot generaal-majoor titulair.
+
Hierna vestigde De Galliéris zich met zijn gezin in Vught. In [[1820]], toen hij werd bevorderd tot luitenant-kolonel, is er een vermelding van hem als garnizoenscommandant van [[Zutphen]]. Dit zou goed kunnen, want enkele onderdelen van de Afdeling Kurassiers No. 3 waren daar gelegerd.
  
De Galliéris' dochter Antonetta is in dienst geweest bij de Duitse dichteres Annette von Droste-Hülshoff. Deze is in 1834 in 's-Heerenberg geweest, en maakte in haar dagboek melding van een rariteitenkabinet in het huis van De Galliéris. De kolonel had van zijn veldtochten dingen meegebracht als Turkse pijpen, vergiftigde pijlen en dolken, glazen, paradijsvogels, bamboepijpen, een koffiestruik, een Turkse inktpot en een kruithoorn van krokodilletand. Het is onbekend waar deze verzameling gebleven is.
+
== De Tiendaagse Veldtocht ==
 +
[[Bestand:Galliéris NC gewond 31-8-1831 BC.jpg|thumb|right|500px|'''Beschrijving van het gewondraken van De Galliéris in de ''Bredasche Courant'' van 31 augustus 1831.]]
 +
In [[1826]] werd hij, onder bevordering tot kolonel, benoemd tot commandant van de Afdeling Kurassiers No. 9, die gelegerd was in Breda en Roosendaal. In december [[1827]] kreeg hij officieel toestemming van koning Willem I zijn Russische onderscheidingen ook in Nederland te dragen.
  
De Galliéris overleed in 1836, en werd begraven op het kerkhof van de Hervormde kerk. Van zijn graf bestaan foto's, maar het is enige tijd geleden geruimd. De Galliéris' zoon Christiaan had de rang van ritmeester toen hij kort voor zijn 38e verjaardag op 4 oktober [[1837]] te Den Haag overleed. Zijn overlijden is op 12 december daarop volgend in bij de burgerlijke stand in 's-Heerenberg ingeschreven.
+
Als commandant van de Afdeling Kurassiers No. 9 maakte hij in [[1830]] de Belgische Revolutie mee, die in augustus [[1831]] leidde tot de Tiendaags Veldtocht. Tijdens dit offensief was zijn zoon Christiaan zijn luitenant-adjudant.
  
Bij De Galliéris' weduwe heeft rond [[1840]] [[Spilker von Jeckel, Johan Julius Gottlieb|Johan Spilker von Jeckel]] met zijn gezin ingewoond, toen zij uit Suriname In Nederland waren. Nog tot [[1842]] is de weduwe in 's-Heerenberg blijven wonen. Zij vertrok toen naar [[Kleef]]. De nieuwe eigenaar van het huis werd [[Kouwenberg, Bastiaan|Bastiaan Kouwenberg]].
+
Op 12 augustus stonden de Kurassiers met andere Nederlandse eenheden voor Leuven, waar onderhandelingen gaande waren om de Belgische troepen in de stad tot overgave te bewegen. Tijdens deze onderhandelingen opende de Belgische artillerie onverwacht het vuur op de Nederlandse troepen, die nergens op voorbereid waren. Aan Nederlandse zijde vielen meerdere doden en gewonden, ook onder de paarden. De Galliéris en zijn zoon raakten beide zwaargewond aan een been.  
  
=== Bronnen ===
+
Zij zaten te paard en stonden zo dicht bij elkaar dat hun benen raakten. Het noodlot wilde dat er een kanonskogel precies tussen hun paarden door vloog, maar de berichten uit die tijd spreken elkaar tegen over wie zijn linker- dan wel rechterbeen moest missen. Over zijn zoon werd ook gemeld dat alleen diens voet geraakt zou zijn. Hoe dan ook, beide werden onmiddellijk uit de vuurlinie weggedragen.
* [[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 466.
 
* [[Old Ni-js]] 67, blz. 62-69.
 
* [http://www.familysearch.org FamilySearch]
 
* [http://www.genlias.nl Genlias]
 
  
{{Onderwerp|Personen|Militairen| Militairen uit de tijd van Napoleon|Militairen tijdens de Belgische Revolutie}}
+
De commandant van de Belgische troepen in Leuven bood voor het gebeurde zijn verontschuldigingen aan, die door de Nederlanders werden geaccepteerd. Het bleek dat een Belgische kapitein op eigen houtje bevel tot vuren had gegeven. Hij had daarmee gereageerd op voor hem verdachte troepenbewegingen aan Nederlandse zijde. Deze hadden door vertragingen in de Nederlandse bevelstructuur inderdaad nog plaatsgevonden, hoewel de onderhandelingen al begonnen waren.
 +
 
 +
De verwondingen van De Galliéris en zijn zoon waren van dien aard dat zij in België moesten achterblijven. Waarschijnlijk werden zij samen met andere zwaargewonden verpleegd in Tienen, ten oosten van Leuven, waar het Nederlandse leger zijn hoofdkwartier had gehad. In Nederland had men echter geen zekerheid over hun verblijfplaats. Toen bericht ontvangen werd dat er op 29 september tussen Wuustwezel en Zundert zeventien gewonden over de grens gebracht zouden worden, werd direct vermoed dat De Galliéris en zijn zoon hier bij zouden zijn. Misschien was dat bij vertrek uit Tienen wel zo, maar zij kwamen op 30 september onder begeleiding van een Belgische officier aan in Eindhoven. Met een kunstbeen werden beide nog geschikt bevonden voor de militaire dienst.
 +
 
 +
Nog tijdens zijn verblijf in België, op 31 augustus 1831, werd De Galliéris de [[Onderscheidingen#Militaire Willemsorde (1815)|Militaire Willemsorde derde klasse]] toegekend. Vlak voor de Tiendaagse Veldtocht, op 29 juli 1831, was hij tot [[Onderscheidingen#Orde van de Nederlandse Leeuw (1815)|Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw]] benoemd.
 +
 
 +
== Opnieuw terug in Nederland ==
 +
Op 18 oktober 1831 kwam De Galliéris met zijn zoon in Den Haag aan, en is daar vermoedelijk de hele winter geweest om te herstellen. Al op 23 oktober bracht Anna Paulowna, de vrouw van de Prins van Oranje, de latere koning Willem II, hem een bezoek om zich op de hoogte te stellen van zijn toestand. Hij moet zich in die dagen redelijk goed gevoeld hebben, want de avond tevoren had hij (zonder zijn zoon) een toneeluitvoering in de Fransche Schouwburg bezocht. Dit tot genoegen van de andere schouwburgbezoekers.
 +
{|
 +
|[[Bestand:Galliéris bezoek SAR 27-10-1831 JdelaH.jpg|thumb|400px|'''Bericht over het bezoek van Anna Paulowna aan De Galliéris in het ''Journal de La Haye'' van 27 oktober 1831.]]
 +
|[[Bestand:Galliéris bezoek HKKH 29-10-1831 AC.jpg|thumb|500px|'''Bericht over het bezoek van Anna Paulowna aan De Galliéris in de ''Arnhemsche Courant'' van 29 oktober 1831.]]
 +
|}
 +
In juli [[1832]] vroeg hij samen met zijn zoon toestemming van de regering om voor verder herstel naar [[Kleef]] te reizen. Er is geen bevestiging dat zijn zoon in Kleef geweest is, maar hijzelf nam er op 24 oktober deel aan een diner met de bezoekende prins Frederik (de tweede zoon van koning Willem I).
 +
 
 +
== In 's-Heerenberg ==
 +
[[Bestand:Galliéris overlijden 16-3-1836 JdelaH.jpg|thumb|right|500px|'''Bericht over de dood van De Galliéris in het ''Journal de La Haye'' van 16 maart 1836.]]
 +
Op 13 februari [[1834]] werd De Galliéris bevorderd tot generaal-majoor titulair met het volle pensioen aan deze rang verbonden, verhoogd met een kwart vanwege het verlies van ''een zijner ledematen voor den vijand''. Hij woonde toen met zijn vrouw en twee dochters in 's-Heerenberg.
 +
 
 +
De Galliéris' dochter Antonetta is lange tijd in dienst geweest bij de Duitse dichteres Annette von Droste-Hülshoff. Deze is in 1834 in 's-Heerenberg geweest, en maakte in haar dagboek melding van een rariteitenkabinet in het huis van De Galliéris. De kolonel had van zijn veldtochten dingen meegebracht als Turkse pijpen, vergiftigde pijlen en dolken, glazen, paradijsvogels, bamboepijpen, een koffiestruik, een Turkse inktpot en een kruithoorn van krokodilletand. Het is onbekend waar deze verzameling gebleven is.
 +
 
 +
De Galliéris overleed op 12 maart [[1836]] op 58-jarige leeftijd in 's-Heerenberg en werd begraven op [[Begraafplaats NH kerk 's-Heerenberg|het kerkhof]] van de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|Hervormde kerk]] aldaar. Van zijn graf bestaan foto's, maar het is enige tijd geleden geruimd.
 +
 
 +
Bij De Galliéris' weduwe heeft rond [[1840]] [[Spilker von Jeckel, Johan Julius Gottlieb|Johan Spilker von Jeckel]] met zijn gezin ingewoond, toen zij uit Suriname in Nederland waren. Nog tot [[1842]] is de weduwe in 's-Heerenberg blijven wonen. Zij vertrok toen naar [[Kleef]]. De nieuwe eigenaar van het huis werd [[Kouwenberg, Bastiaan|Bastiaan Kouwenberg]].
 +
 
 +
== Onderscheidingen ==
 +
*1812: [[Onderscheidingen#Rusland|Orde van Sint Andreas]] (Rusland)
 +
*1813: [[Onderscheidingen#Rusland|Orde van Sint Vladimir]] (Rusland)
 +
*... en andere buitenlandse onderscheidingen
 +
*18 juli 1815 (Koninklijk Besluit nummer 6): [[Onderscheidingen#Militaire Willemsorde (1815)|Militaire Willemsorde vierde klasse]]
 +
*29 juli 1831: [[Onderscheidingen#Orde van de Nederlandse Leeuw (1815)|Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw]]
 +
*31 augustus 1831 (Koninklijk Besluit nummer 113): [[Onderscheidingen#Militaire Willemsorde (1815)|Militaire Willemsorde derde klasse]]
 +
 
 +
== Bronnen ==
 +
<small>Opmerking: Zoeken naar gegevens over De Galliéris in online bronnen wordt bemoeilijkt door de vele spellingen die er van deze naam in omloop zijn. De [[Berghapedia]] gebruikt de variant die in de [[Heemkundekring Bergh|Berghse]] geschiedschrijving gangbaar is: De Galliéris.
 +
<br/>Andere aangetroffen spellingen zijn, al dan niet met het voorvoegsel de, in alfabetische volgorde:
 +
<br/>Gaillères, Gaillieres, Gaillières, Galières, Gallieres, Gallières, Gallieris en Galliëris.
 +
<br/>In nog niet onderzochte bronnen zullen allicht nog meer varianten voorkomen. Onderzoek in (scans van) originele oude bronnen kan bemoeilijkt worden door slechte leesbaarheid. Hierdoor kan de naam er uitzien als bijvoorbeeld De Gollieres.
 +
<br/>Simpelweg ''googlen'' lijdt onder de vele foute spellingen van het Engelse woord ''galleries'' die er op internet voorkomen.</small>
 +
*[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 466.
 +
*[http://www.inghist.nl/retroboeken/vdaa Biographisch Woordenboek van Van der Aa, Haarlem 1852-1878, deel 7, blz. 27-28]
 +
*[http://www.delpher.nl Delpher]
 +
*[http://www.familysearch.org FamilySearch]
 +
*[http://www.advandenoord.nl/biografieen/Gallieris_NC_de.html Oisterwijkse biografieën]
 +
*[[Old Ni-js 067|Old Ni-js nr. 67]], blz. 62-69.
 +
*[http://www.wiewaswie.nl WieWasWie]
 +
 
 +
[[Categorie:Militairen uit de tijd van Napoleon]] [[Categorie:Militairen tijdens de Belgische Revolutie]] [[Categorie:Militaire Willemsorde]] [[Categorie:Orde van de Nederlandse Leeuw]] [[Categorie:Orde van Sint Andreas]] [[Categorie:Orde van Sint Vladimir]] [[Categorie:Begraafplaats NH kerk 's-Heerenberg]]

Huidige versie van 26 jan 2021 om 10:36

Staatsieportret van kolonel Nicolaas de Galliéris door Jan Willem Pieneman. Dit portret bevindt zich in het Legermuseum te Delft.

Inleiding

Nicolaas Cornelis de Galliéris was een officier wiens loopbaan zowel de tijd van Napoleon als de Belgische Revolutie omvatte. Zijn binding met Bergh is dat hij van 1830 tot zijn dood in 1836 woonde in een kapitaal pand in 's-Heerenberg op de hoek van de Hofstraat en het Kerkstraatje. Op deze plek staat nu de Pancratiuskerk.

Het begin van zijn militaire loopbaan

Nicolaas Cornelis de Galliéris werd gedoopt te Oisterwijk op 6 april 1778 als zoon van Jacob Isaac de Galliéris en Magdalena Johanna Cruijtman. Zijn vader was toen luitenant-kolonel in het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Nicolaas volgde het voorbeeld van zijn vader en begon zijn militaire loopbaan op 14-jarige leeftijd in 1792.

Toen Nederland in 1795 door de Fransen werd bezet en de Bataafse Republiek ontstond, nam De Galliéris ontslag uit het Nederlandse leger en ging naar Pruisen. Daar sloot hij zich aan bij het zogenaamde Rassemblement, een legertje van uitgeweken Nederlandse militairen die tegen de Bataafse en Franse troepen wilden optrekken.

In die tijd maakte De Galliéris kennis met Antoinette baronesse von Wrede, met wie hij op 29 november 1798 trouwde in Nottuln, een plaats ten westen van Münster in Westfalen. Elf maanden later, op 27 oktober 1799 werd daar zijn eerstgeborene en enige zoon gedoopt, Christianus Gerhardus Jacobus Josephus.

Zijn vrouw en kinderen woonden lange tijd in Elten, terwijl hijzelf, inmiddels kapitein, met het leger door Duitsland trok. Hij werd na de Slag bij Lübeck op 6 november 1806 door de Fransen gevangen genomen. Niet lang voordien is hij nog thuis geweest, want op 26 januari 1807 werd in Elten zijn dochter Ursula Sophia Virginea gedoopt. Daarmee zijn z'n vijf kinderen bekend. Behalve de reeds genoemde Christiaan en Ursula waren dat Antonetta (geboortejaar nog onbekend), Charlotte (1806) en Virgilia (1810).

In Russische dienst

Na zijn vrijlating uit Franse krijgsgevangenschap nam De Galliéris dienst in het Russische leger, waarmee hij in de jaren 1807-1809 op de Balkan tegen de Turken vocht. Toen bij Ismaïl in Bessarabië zijn paard onder hem werd doodgeschoten, kwam hij onder het vallende paard terecht en brak zijn rechterbeen. Na zijn herstel trok hij in 1809-1810 met het Russische leger op tegen de Polen. Toen Napoleon in 1812 Rusland binnenviel, vocht hij als ritmeester andermaal tegen de Fransen. Toen die door de invallende Russische winter tot terugtrekken gedwongen werden, zette het Russische leger de achtervolging in. Tijdens een treffen bij Krasnoi raakte De Galliéris gewond. Weer moest een been het ontgelden; dit keer zijn linker, waar hij een kogel in kreeg. Een van de gewonden aan Franse zijde was Petrus Vlyschman, die eveneens een kogel in zijn linkerbeen kreeg. Gewond als De Galliéris was, werd hij door de tsaar tot majoor bevorderd en onderscheiden met de Orde van Sint Andreas.

Nog steeds in Russische dienst maakte De Galliéris een jaar later met zijn eskadron een grote groep Fransen krijgsgevangen. Hiervoor kreeg hij van de tsaar de Orde van Sint Vladimir. Kort daarop nam hij deel aan de Volkerenslag bij Leipzig (16-19 oktober 1813). Hierbij werd Napoleon door de geallieerde legers verpletterend verslagen. De Russen trokken daarna op naar Parijs. Onderweg daarnaartoe werd in februari 1814 Nogent-sur-Seine bezet, waarna De Galliéris ontslag nam uit het Russische leger en terugkeerde naar zijn gezin in Westfalen.

Terug in Nederland

Al gauw kwam De Galliéris terug naar Nederland en nam op 8 april 1814 dienst in het nieuwe Nederlandse leger. Als majoor van het 3e regiment Dragonders nam hij op 18 juni 1815 deel aan de Slag bij Waterloo, waar Napoleon definitief werd verslagen. De Galliéris raakte in deze slag gewond, wederom aan een been; dit keer zijn rechter. Hiervoor werd hem op 12 juli 1815 de Militaire Willemsorde vierde klasse toegekend.

Hierna vestigde De Galliéris zich met zijn gezin in Vught. In 1820, toen hij werd bevorderd tot luitenant-kolonel, is er een vermelding van hem als garnizoenscommandant van Zutphen. Dit zou goed kunnen, want enkele onderdelen van de Afdeling Kurassiers No. 3 waren daar gelegerd.

De Tiendaagse Veldtocht

Beschrijving van het gewondraken van De Galliéris in de Bredasche Courant van 31 augustus 1831.

In 1826 werd hij, onder bevordering tot kolonel, benoemd tot commandant van de Afdeling Kurassiers No. 9, die gelegerd was in Breda en Roosendaal. In december 1827 kreeg hij officieel toestemming van koning Willem I zijn Russische onderscheidingen ook in Nederland te dragen.

Als commandant van de Afdeling Kurassiers No. 9 maakte hij in 1830 de Belgische Revolutie mee, die in augustus 1831 leidde tot de Tiendaags Veldtocht. Tijdens dit offensief was zijn zoon Christiaan zijn luitenant-adjudant.

Op 12 augustus stonden de Kurassiers met andere Nederlandse eenheden voor Leuven, waar onderhandelingen gaande waren om de Belgische troepen in de stad tot overgave te bewegen. Tijdens deze onderhandelingen opende de Belgische artillerie onverwacht het vuur op de Nederlandse troepen, die nergens op voorbereid waren. Aan Nederlandse zijde vielen meerdere doden en gewonden, ook onder de paarden. De Galliéris en zijn zoon raakten beide zwaargewond aan een been.

Zij zaten te paard en stonden zo dicht bij elkaar dat hun benen raakten. Het noodlot wilde dat er een kanonskogel precies tussen hun paarden door vloog, maar de berichten uit die tijd spreken elkaar tegen over wie zijn linker- dan wel rechterbeen moest missen. Over zijn zoon werd ook gemeld dat alleen diens voet geraakt zou zijn. Hoe dan ook, beide werden onmiddellijk uit de vuurlinie weggedragen.

De commandant van de Belgische troepen in Leuven bood voor het gebeurde zijn verontschuldigingen aan, die door de Nederlanders werden geaccepteerd. Het bleek dat een Belgische kapitein op eigen houtje bevel tot vuren had gegeven. Hij had daarmee gereageerd op voor hem verdachte troepenbewegingen aan Nederlandse zijde. Deze hadden door vertragingen in de Nederlandse bevelstructuur inderdaad nog plaatsgevonden, hoewel de onderhandelingen al begonnen waren.

De verwondingen van De Galliéris en zijn zoon waren van dien aard dat zij in België moesten achterblijven. Waarschijnlijk werden zij samen met andere zwaargewonden verpleegd in Tienen, ten oosten van Leuven, waar het Nederlandse leger zijn hoofdkwartier had gehad. In Nederland had men echter geen zekerheid over hun verblijfplaats. Toen bericht ontvangen werd dat er op 29 september tussen Wuustwezel en Zundert zeventien gewonden over de grens gebracht zouden worden, werd direct vermoed dat De Galliéris en zijn zoon hier bij zouden zijn. Misschien was dat bij vertrek uit Tienen wel zo, maar zij kwamen op 30 september onder begeleiding van een Belgische officier aan in Eindhoven. Met een kunstbeen werden beide nog geschikt bevonden voor de militaire dienst.

Nog tijdens zijn verblijf in België, op 31 augustus 1831, werd De Galliéris de Militaire Willemsorde derde klasse toegekend. Vlak voor de Tiendaagse Veldtocht, op 29 juli 1831, was hij tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw benoemd.

Opnieuw terug in Nederland

Op 18 oktober 1831 kwam De Galliéris met zijn zoon in Den Haag aan, en is daar vermoedelijk de hele winter geweest om te herstellen. Al op 23 oktober bracht Anna Paulowna, de vrouw van de Prins van Oranje, de latere koning Willem II, hem een bezoek om zich op de hoogte te stellen van zijn toestand. Hij moet zich in die dagen redelijk goed gevoeld hebben, want de avond tevoren had hij (zonder zijn zoon) een toneeluitvoering in de Fransche Schouwburg bezocht. Dit tot genoegen van de andere schouwburgbezoekers.

Bericht over het bezoek van Anna Paulowna aan De Galliéris in het Journal de La Haye van 27 oktober 1831.
Bericht over het bezoek van Anna Paulowna aan De Galliéris in de Arnhemsche Courant van 29 oktober 1831.

In juli 1832 vroeg hij samen met zijn zoon toestemming van de regering om voor verder herstel naar Kleef te reizen. Er is geen bevestiging dat zijn zoon in Kleef geweest is, maar hijzelf nam er op 24 oktober deel aan een diner met de bezoekende prins Frederik (de tweede zoon van koning Willem I).

In 's-Heerenberg

Bericht over de dood van De Galliéris in het Journal de La Haye van 16 maart 1836.

Op 13 februari 1834 werd De Galliéris bevorderd tot generaal-majoor titulair met het volle pensioen aan deze rang verbonden, verhoogd met een kwart vanwege het verlies van een zijner ledematen voor den vijand. Hij woonde toen met zijn vrouw en twee dochters in 's-Heerenberg.

De Galliéris' dochter Antonetta is lange tijd in dienst geweest bij de Duitse dichteres Annette von Droste-Hülshoff. Deze is in 1834 in 's-Heerenberg geweest, en maakte in haar dagboek melding van een rariteitenkabinet in het huis van De Galliéris. De kolonel had van zijn veldtochten dingen meegebracht als Turkse pijpen, vergiftigde pijlen en dolken, glazen, paradijsvogels, bamboepijpen, een koffiestruik, een Turkse inktpot en een kruithoorn van krokodilletand. Het is onbekend waar deze verzameling gebleven is.

De Galliéris overleed op 12 maart 1836 op 58-jarige leeftijd in 's-Heerenberg en werd begraven op het kerkhof van de Hervormde kerk aldaar. Van zijn graf bestaan foto's, maar het is enige tijd geleden geruimd.

Bij De Galliéris' weduwe heeft rond 1840 Johan Spilker von Jeckel met zijn gezin ingewoond, toen zij uit Suriname in Nederland waren. Nog tot 1842 is de weduwe in 's-Heerenberg blijven wonen. Zij vertrok toen naar Kleef. De nieuwe eigenaar van het huis werd Bastiaan Kouwenberg.

Onderscheidingen

Bronnen

Opmerking: Zoeken naar gegevens over De Galliéris in online bronnen wordt bemoeilijkt door de vele spellingen die er van deze naam in omloop zijn. De Berghapedia gebruikt de variant die in de Berghse geschiedschrijving gangbaar is: De Galliéris.
Andere aangetroffen spellingen zijn, al dan niet met het voorvoegsel de, in alfabetische volgorde:
Gaillères, Gaillieres, Gaillières, Galières, Gallieres, Gallières, Gallieris en Galliëris.
In nog niet onderzochte bronnen zullen allicht nog meer varianten voorkomen. Onderzoek in (scans van) originele oude bronnen kan bemoeilijkt worden door slechte leesbaarheid. Hierdoor kan de naam er uitzien als bijvoorbeeld De Gollieres.
Simpelweg googlen lijdt onder de vele foute spellingen van het Engelse woord galleries die er op internet voorkomen.