Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(enkele aanvullingen)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Karel Anton van HS.jpg|350px|right]]
+
[[Bestand:Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen (1811-1885).jpg|350px|right|thumb|'''Karel Anton nog als erfprins op een schilderij van Sébastien Melchior Cornu uit [[1842]].]]
 
== De erfprins ==
 
== De erfprins ==
'''Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen''' was van [[1848]] tot [[1885]] graaf van [[Graafschap Bergh|Bergh]]. Hij werd op 7 september [[1811]] geboren op het slot Krauchenwies in Sigmaringen als enige zoon van [[Karel van Hohenzollern-Sigmaringen]] en de Franse prinses Antoinette Murat. Zijn voornamen luidden voluit Karl Anton Joachim Zephyrinus Friedrich Meinrad. Als troonopvolger had hij, zoals alle troonopvolgers voor en na hem, de titel ''erf''prins van Hohenzollern-Sigmaringen. De titel ''kroon''prins is voorbehouden aan de troonopvolgers van keizers en koningen.
+
'''Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen''' was van [[1848]] tot [[1885]] graaf van [[Graafschap Bergh|Bergh]]. Hij werd op 7 september [[1811]] geboren op het slot Krauchenwies bij Sigmaringen als enige zoon van [[Karel van Hohenzollern-Sigmaringen]] en de Franse prinses Antoinette Murat. Zijn voornamen luidden voluit Karel Anton Joachim Zephyrinus Frederik Meinrad. Als troonopvolger had hij, zoals alle troonopvolgers voor en na hem, de titel ''erf''prins van Hohenzollern-Sigmaringen. De titel ''kroon''prins is voorbehouden aan de troonopvolgers van keizers en koningen.
  
Hij ging in Regensburg en Rastatt naar het gymnasium en studeerde daarna rechten in Genève, Tübingen, Göttingen en Berlijn. In Berlijn leerde hij de Pruisische koninklijke familie kennen, die de Brandenburgse tak van de Hohenzollerns vormden. Op 31 oktober [[1834]] trouwde hij in Karlsruhe met Josephine van Baden ([[1813]]–[[1900]]), dochter van groothertog Karel van Baden.
+
Hij ging in Regensburg en Rastatt naar het gymnasium en studeerde daarna rechten in Genève, Tübingen, Göttingen en Berlijn. In Berlijn leerde hij de Pruisische koninklijke familie kennen, die de Brandenburgse tak van de Hohenzollerns vormden. Met kroonprins Wilhelm ontwikkelde hij een goed contact.
 +
 
 +
Ondanks de val en verbanning van Napoleon bleef het contact met leden van diens familie bestaan. Karel Antons moeder was immers een Franse prinses. Met zijn ouders en zussen kwam hij zodoende regelmatig op kasteel Arenenberg, net over de grens in Zwitserland. Dit was in [[1817]] gekocht door Horstense de Beauharnais, de stiefdochter van keizer Napoleon die sinds [[1810]] de ex-vrouw van ex-koning [[Napoleon Bonaparte, Lodewijk|Lodewijk Napoleon]] was. Op Arenenberg kwam ook Hortenses zus Stephanie, die getrouwd was met groothertog Karel van Baden. Met hun dochter, Josephine van Baden ([[1813]]–[[1900]]), is Karel Anton op 31 oktober [[1834]] in Karlsruhe getrouwd. Tien jaar later verbond ook zijn jongste zus Frederike zich met haar Franse familie door te trouwen met een kleinzoon van haar moeders stiefvader Joachim Murat.
  
 
== Zijn reis naar Nederland ==
 
== Zijn reis naar Nederland ==
Regel 10: Regel 12:
 
Het antwoord op deze vraag kan waarschijnlijk gevonden worden in het ''Hausarchiv Hohenzollern-Sigmaringen'', dat in het ''Landesarchiv'' van Baden-Württemberg bewaard wordt. Op de online inventarislijst van het huisarchief staat een bezoekprogramma van de reis naar Nederland met de vermelding dat Karel Anton en zijn adjudant ook in Leiden, Utrecht en Gouda zijn geweest. Over bezoeken aan die drie steden zijn in de Nederlandse pers van die dagen echter geen berichten te vinden.
 
Het antwoord op deze vraag kan waarschijnlijk gevonden worden in het ''Hausarchiv Hohenzollern-Sigmaringen'', dat in het ''Landesarchiv'' van Baden-Württemberg bewaard wordt. Op de online inventarislijst van het huisarchief staat een bezoekprogramma van de reis naar Nederland met de vermelding dat Karel Anton en zijn adjudant ook in Leiden, Utrecht en Gouda zijn geweest. Over bezoeken aan die drie steden zijn in de Nederlandse pers van die dagen echter geen berichten te vinden.
  
Op 24 augustus waren Karel Anton en zijn adjudant terug in Sigmaringen. Opvallend genoeg meldde het ''Journal de la Haye'' in zijn berichtgeving over deze thuiskomst dat de familie van Hohenzollern-Sigmaringen aanzienlijke [[Berghse bezittingen|bezittingen]] heeft in de provincie [[Gelderland]]. Dat klopt, maar Karel Anton heeft géén bezoek gebracht aan [['s-Heerenberg]]. Dat zou vanuit Arnhem, zoals zijn vader in [[1830]] had gedaan, en zeker vanuit [[Emmerik]] een koud kunstje zijn geweest. Dit illustreert waarschijnlijk de afstand die er letterlijk en figuurlijk bestond tussen de vorsten van Hohenzollern-Sigmaringen en hun Berghse bezittingen. Bij verschillende gelegenheden hebben zij Bergh ruimhartig met hun geld gesteund, maar slechts twee van hen zijn er op bezoek geweest: [[Anton Alois van Hohenzollern-Sigmaringen|Karel Antons grootvader]] (die er ook een deel van zijn kinderjaren had doorgebracht) in [[1787]] en zijn vader in 1830. Karel Anton was de eerste graaf van Bergh die nooit in Bergh is geweest.
+
Op 24 augustus waren Karel Anton en zijn adjudant terug in Sigmaringen. Opvallend genoeg meldde het ''Journal de la Haye'' in zijn berichtgeving over deze thuiskomst dat de familie van Hohenzollern-Sigmaringen aanzienlijke [[Berghse bezittingen|bezittingen]] heeft in de provincie [[Gelderland]]. Dat klopt, maar Karel Anton heeft géén bezoek gebracht aan [['s-Heerenberg]]. Dat zou vanuit Arnhem, zoals zijn vader in [[1830]] had gedaan, en zeker vanuit [[Emmerik]] een koud kunstje zijn geweest. Dit illustreert waarschijnlijk de afstand die er letterlijk en figuurlijk bestond tussen de vorsten van Hohenzollern-Sigmaringen en hun [[Berghse bezittingen]]. Bij verschillende gelegenheden hebben zij Bergh ruimhartig met hun geld gesteund, maar slechts twee van hen zijn er op bezoek geweest: [[Anton Alois van Hohenzollern-Sigmaringen|Karel Antons grootvader]] in [[1787]] (en mogelijk vaker) en zijn vader in 1830. Karel Anton was de eerste graaf van Bergh die nooit in Bergh is geweest.
 
{|
 
{|
 
|- valign=top
 
|- valign=top
Regel 21: Regel 23:
 
[[Bestand:Opstand HS 18481010 POZC.png|thumb|right|400px|'''Bericht in de ''Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant'' van 10 oktober 1848 over de opstand in Hohenzollern-Sigmaringen.]]
 
[[Bestand:Opstand HS 18481010 POZC.png|thumb|right|400px|'''Bericht in de ''Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant'' van 10 oktober 1848 over de opstand in Hohenzollern-Sigmaringen.]]
 
[[Bestand: Pruisen met Hohenzollernsche Lande.png|thumb|right|400px|'''Pruisen (donkerblauw) binnen het Duitse Rijk. In het zuiden liggen, ver van de rest van Pruisen, de ''Hohenzollernsche Lande'' – voorheen Hohenzollern-Sigmaringen en Hohenzollern-Hechingen.]]
 
[[Bestand: Pruisen met Hohenzollernsche Lande.png|thumb|right|400px|'''Pruisen (donkerblauw) binnen het Duitse Rijk. In het zuiden liggen, ver van de rest van Pruisen, de ''Hohenzollernsche Lande'' – voorheen Hohenzollern-Sigmaringen en Hohenzollern-Hechingen.]]
Op 27 augustus [[1848]] volgde Karel Anton zijn vader op als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen, waarmee hij tevens graaf van Bergh werd. Dat jaar waren er in heel Duitsland, en ook in Sigmaringen, opstanden uitgebroken waarin meer burgerrechten en zelfs de republiek werden geëist. Deze onrust was voor zijn vader reden af te treden.
+
Op 27 augustus [[1848]] volgde Karel Anton zijn vader op als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen, waarmee hij tevens graaf van Bergh werd. Dat jaar waren er in heel [[Duitsland]], en ook in Sigmaringen, opstanden uitgebroken waarin meer burgerrechten en zelfs de republiek werden geëist. Deze onrust was voor zijn vader reden af te treden.
  
Karel Anton was vervolgens ruim een jaar lang, tot 7 december [[1849]], de laatste regerende vorst van Hohenzollern-Sigmaringen. Zoals uit nevenstaand krantenbericht blijkt, bleef het in Sigmaringen ook na de troonswisseling zo onrustig dat de vorst zijn land enige tijd moest ontvluchten. De toestand in het buurland Hohenzollern-Hechingen, waar vorst Constantijn regeerde, was niet veel anders. Karel Anton heeft toen, mede uit naam van Constantijn, in Berlijn met de koning van [[Pruisen]] onderhandeld over inlijving van de twee vorstendommen bij dat land. De koning van Pruisen was als lid van de Brandenburgse tak van de familie Hohenzollern geïnteresseerd in de twee vorstendommen van de Zwabische tak van de familie, omdat daar, ver weg van Berlijn, het stamland van de Hohenzollerns lag.  
+
Karel Anton was vervolgens ruim een jaar lang, tot 7 december [[1849]], de laatste regerende vorst van Hohenzollern-Sigmaringen. Zoals uit nevenstaand krantenbericht blijkt, bleef het in Sigmaringen ook na de troonswisseling zo onrustig dat de vorst zijn land enige tijd moest ontvluchten. De toestand in het buurland Hohenzollern-Hechingen, waar vorst Constantijn regeerde, was niet veel anders. Karel Anton heeft toen, mede uit naam van Constantijn, in Berlijn met de koning van [[Pruisen]] onderhandeld over inlijving van de twee vorstendommen bij dat land. De koning van Pruisen was als lid van de Brandenburgse tak van de familie Hohenzollern geïnteresseerd in de twee vorstendommen van de Zwabische tak van de familie, omdat daar, ver weg van Berlijn, het stamland van de Hohenzollerns lag. Karel Anton was een voorstander van Duitse eenheid en zag in dat zijn vorstendom te klein was om als zelfstandig land te blijven bestaan.
  
De onderhandelingen werden met succes afgesloten. Na ceremonies op 6 april [[1850]] in Sigmaringen en op 8 april in Hechingen werden de twee vorstendommen verenigd tot het Pruisische ''Regierungsbezirk Sigmaringen'', dat ook bekend werd onder de naam ''Hohenzollernsche Lande''. De Zwabische Hohenzollerns verloren daarmee hun soevereine macht, maar behielden veel van hun bezittingen en rechten. De hoofden van de twee families, Karel Anton en Constantijn, kregen de titel hoogheid en werden, net als hun familieleden, in protocollaire rang gelijkgesteld aan de Brandenburgse Hohenzollerns.  
+
De onderhandelingen werden met succes afgesloten. Na ceremonies op 6 april [[1850]] in Sigmaringen en op 8 april in Hechingen werden de twee vorstendommen verenigd tot het Pruisische ''Regierungsbezirk Sigmaringen'', dat ook bekend werd onder de naam ''Hohenzollernsche Lande''. De Zwabische Hohenzollerns verloren daarmee hun soevereine macht, maar behielden veel van hun bezittingen en rechten. De hoofden van de twee families, Karel Anton en Constantijn, kregen de titel hoogheid en kwamen, net als hun familieleden, protocollair te staan boven alle andere Pruisische onderdanen die niet tot het Pruisische koningshuis behoorden. De Zwabische Hohenzollerns behielden deze bijzondere status tot de val van het Duitse keizerrijk in [[1918]].
  
 
In [[1869]] stierf met de dood van vorst Constantijn de tak Hohenzollern-Hechingen uit. Volgens een familiecontract gingen de bezittingen van Hohenzollern-Hechingen daarmee over op Hohenzollern- Sigmaringen. Karel Anton liet daarop de toevoeging Sigmaringen vallen, zodat hij en zijn familie van toen af aan kortweg de naam Hohenzollern voerden.
 
In [[1869]] stierf met de dood van vorst Constantijn de tak Hohenzollern-Hechingen uit. Volgens een familiecontract gingen de bezittingen van Hohenzollern-Hechingen daarmee over op Hohenzollern- Sigmaringen. Karel Anton liet daarop de toevoeging Sigmaringen vallen, zodat hij en zijn familie van toen af aan kortweg de naam Hohenzollern voerden.
  
 
== Zijn verdere leven ==
 
== Zijn verdere leven ==
Karel Anton begon zijn nieuwe bestaan met een militaire opleiding in Neiße (tegenwoordig Nysa in Polen), waarna hij vanaf [[1851]] een aantal hoge militaire posten bekleedde. Op 6 november [[1858]] werd hij benoemd tot minister-president van Pruisen. Ook na zijn aftreden op 12 maart [[1862]] bleef hij actief in de Pruisische politiek.
+
Karel Anton verliet Sigmaringen nog op de dag van de soevereiniteitsoverdracht aan Pruisen. Hij ging naar Neiße (tegenwoordig Nysa in Polen), waar hij een militaire loopbaan in Pruisische dienst begon. Twee jaar later werd hij overgeplaatst naar Düsseldorf, waar hij met zijn gezin bijna twintig jaar lang op slot Jägerhof heeft gewoond.
 +
 
 +
Op 6 november [[1858]] benoemde kroonprins Wilhelm hem tot minister-president van Pruisen. De kroonprins was kort daarvoor als regent van Pruisen aangetreden (in [[1861]] werd hij koning). Karel Anton kon als minister-president zijn liberale ideeën echter niet verwezenlijken. Hij stelde koning Wilhelm I daarom voor om Bismarck als zijn opvolger te benoemen. Op 12 maart [[1862]] trad hij af, maar bleef actief in de Pruisische politiek. Het jaar daarop werd hij benoemd tot militairgouverneur van de Rijnprovincie en [[Westfalen]]. Als sinds [[1859]] was hij generaal der infanterie, en nu had hij de top van zijn militaire loopbaan bereikt.
  
Na de Frans-Duitse oorlog van [[1870]]–[[1871]] vormde Otto Bismarck het Duitse Rijk, een bond van Duitse staten onder leiding van Pruisen. Karel Anton keerde toen terug naar Sigmaringen, waar hij door een kwaal aan zijn benen al gauw aan een rolstoel gekluisterd raakte. Hij had nog de ceremoniële functie van erekolonel van twee Pruisische regimenten (het 26e Infanterieregiment en het naar hem genoemde fuselierregiment ''"Fürst Karl-Anton von Hohenzollern" (Hohenzollernsches) Nr. 40''). Zijn tjd besteedde hij vooral aan het uitbreiden van zijn kunstverzameling, die hij ook voor het publiek openstelde. In oktober [[1884]] vierden hij en zijn vrouw in aanwezigheid van keizer Wilhelm I hun gouden huwelijksfeest.
+
Na de Frans-Duitse oorlog van [[1870]]–[[1871]] vormde Bismarck het Duitse Rijk, een bond van Duitse staten onder leiding van Pruisen. Koning Wilhelm I werd de eerste keizer van de nieuwe staat. Karel Anton keerde toen terug naar Sigmaringen, waar hij door een kwaal aan zijn benen al gauw aan een rolstoel gekluisterd raakte. Hij had nog de ceremoniële functie van erekolonel van twee Pruisische regimenten (het 26e Infanterieregiment en het naar hem genoemde fuselierregiment ''"Fürst Karl-Anton von Hohenzollern" (Hohenzollernsches) Nr. 40''). Zijn tijd besteedde hij vooral aan het uitbreiden van zijn kunstverzameling, die hij ook voor het publiek openstelde. In oktober [[1884]] vierden hij en zijn vrouw in aanwezigheid van keizer Wilhelm I hun gouden huwelijksfeest.
  
Een half jaar later, op 2 juni [[1885]], Karel Anton overleed in Sigmaringen, 73 jaar oud. Hij werd bijgezet in de crypte van de Hohenzollerns in Hedingerkerk in Sigmaringen. Zijn [[Leopold van Hohenzollern|zoon Leopold]] volgde hem op als hoofd van zijn tak van de familie Hohenzollern, maar niet meer als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen (het vorstendom was in 1850 immers ingelijfd bij Pruisen).
+
Een half jaar later, op 2 juni [[1885]], overleed Karel Anton in Sigmaringen, 73 jaar oud. Hij werd bijgezet in de crypte van de Hohenzollerns in Hedingerkerk in Sigmaringen. Zijn [[Leopold van Hohenzollern|zoon Leopold]] volgde hem op als hoofd van zijn tak van de familie Hohenzollern, maar niet meer als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen (het vorstendom was in 1850 immers ingelijfd bij Pruisen).
  
 
== Zijn betrokkenheid bij Bergh ==
 
== Zijn betrokkenheid bij Bergh ==
Regel 42: Regel 46:
 
*Na de [[Stadsbrand 1868|grote stadsbrand]] van 25 juli [[1868]] schonk hij duizend gulden voor de wederopbouw van 's-Heerenberg.
 
*Na de [[Stadsbrand 1868|grote stadsbrand]] van 25 juli [[1868]] schonk hij duizend gulden voor de wederopbouw van 's-Heerenberg.
 
*Op 12 augustus 1868 keurde hij een verzoek van [[Nales, Johannes Theodorus|pastoor Nales]] goed om een deel van de inkomsten uit de [[Vicarie|vicarieën van Millingen en Driel]] te bestemmen voor de bouw van de [[Pancratiuskerk]] in 's-Heerenberg. Dit besluit werd versneld door de stadbrand van de maand voordien. De oude [[Baustetterkerk]] was bij de brand beschadigd en op de open plekken die in de stad waren ontstaan, was plaats voor een nieuwe kerk. Karel Anton zou de bouw niet meer meemaken, want pas in [[1890]], vijf jaar na zijn overlijden, was er voldoende geld bijeen. Uiteindelijk werd de kerk in [[1897]] in gebruik genomen.
 
*Op 12 augustus 1868 keurde hij een verzoek van [[Nales, Johannes Theodorus|pastoor Nales]] goed om een deel van de inkomsten uit de [[Vicarie|vicarieën van Millingen en Driel]] te bestemmen voor de bouw van de [[Pancratiuskerk]] in 's-Heerenberg. Dit besluit werd versneld door de stadbrand van de maand voordien. De oude [[Baustetterkerk]] was bij de brand beschadigd en op de open plekken die in de stad waren ontstaan, was plaats voor een nieuwe kerk. Karel Anton zou de bouw niet meer meemaken, want pas in [[1890]], vijf jaar na zijn overlijden, was er voldoende geld bijeen. Uiteindelijk werd de kerk in [[1897]] in gebruik genomen.
*In de zomer van [[1875]] meldden meerdere dagbladen dat Karel Anton zijn Nederlandse bezittingen had verkocht aan een Duitse heer. De koop ging niet door nadat, zo werd beweerd, de vorst begrepen had dat een Duitse kloosterorde in [[Huis Bergh]] gehuisvest zou worden. Hij wilde niet meewerken aan Bismarcks [[Patersklooster#Het ontstaan van het klooster|''Kulturkampf'']]. Of dit nu waar is of niet, de berichten (of geruchten) illustreren dat de vorst in Sigmaringen zijn verre Nederlandse landgoed toen al van de hand wilde doen.
+
*In de zomer van [[1875]] meldden meerdere dagbladen dat Karel Anton zijn [[Berghse bezittingen|Nederlandse bezittingen]] had verkocht aan een Duitse heer. De koop ging niet door nadat, zo werd beweerd, de vorst begrepen had dat een Duitse kloosterorde in [[Huis Bergh]] gehuisvest zou worden. Hij wilde niet meewerken aan Bismarcks [[Patersklooster#Het ontstaan van het klooster|''Kulturkampf'']]. Of dit nu waar is of niet, de berichten (of geruchten) illustreren dat de vorst in Sigmaringen zijn verre Nederlandse landgoed toen al van de hand wilde doen.
 
*In [[1883]] schonk hij een zijden vaandel aan de [[Sint Janscompagnie 's-Heerenberg|Sint Janscompagnie]] in 's-Heerenberg.
 
*In [[1883]] schonk hij een zijden vaandel aan de [[Sint Janscompagnie 's-Heerenberg|Sint Janscompagnie]] in 's-Heerenberg.
 
*In [[1884]] werd de [[Instelling tot voorkoming van Armoede]] opgericht. Naast de [[gemeente Bergh]] werd Karel Anton patroon van de Instelling. De oprichting in [[1886]] van een [[Ambachtsschool]] door de Instelling maakte hij niet meer mee.
 
*In [[1884]] werd de [[Instelling tot voorkoming van Armoede]] opgericht. Naast de [[gemeente Bergh]] werd Karel Anton patroon van de Instelling. De oprichting in [[1886]] van een [[Ambachtsschool]] door de Instelling maakte hij niet meer mee.
Regel 50: Regel 54:
  
 
== Zijn kinderen ==
 
== Zijn kinderen ==
De hoge status die Karel Antons familie had verworven na de inlijving van Hohenzollern-Sigmaringen bij Pruisen, blijkt ook uit de levensloop van zijn kinderen: een van hen werd zelf koning en drie van hen trouwden met een telg uit het Huis van Saksen-Coburg en Gotha.
+
De hoge status die Karel Antons familie had verworven na de inlijving van Hohenzollern-Sigmaringen bij Pruisen, blijkt ook uit de levensloop van zijn kinderen: een van hen werd zelf koning en drie van hen trouwden met een telg uit het Huis van Saksen-Coburg en Gotha, dat in meerdere Europese landen op de troon zat.
  
 
#[[Leopold van Hohenzollern|Leopold]] ([[1835]]–[[1905]]) trouwde in [[1861]] met de Portugese prinses Antonia van Saksen-Coburg en Gotha. Hij werd daarmee zowel via zijn vrouw als via zijn oudste zus een zwager van de koning van Portugal.
 
#[[Leopold van Hohenzollern|Leopold]] ([[1835]]–[[1905]]) trouwde in [[1861]] met de Portugese prinses Antonia van Saksen-Coburg en Gotha. Hij werd daarmee zowel via zijn vrouw als via zijn oudste zus een zwager van de koning van Portugal.
 
#Stephanie ([[1837]]–[[1859]]) werd in [[1858]] koningin van Portugal door haar huwelijk met koning Peter V van Saksen-Coburg en Gotha.
 
#Stephanie ([[1837]]–[[1859]]) werd in [[1858]] koningin van Portugal door haar huwelijk met koning Peter V van Saksen-Coburg en Gotha.
#Carol I ([[1839]]–[[1914]]) werd koning van Roemenië. Hij trouwde in [[1869]] met prinses Elisabeth zu Wied, maar bleef kinderloos. Een zoon van Leopold volgde hem op als koning van Roemenië.
+
#Karel ([[1839]]–[[1914]]) werd koning van Roemenië. Hij trouwde in [[1869]] met prinses Elisabeth van Wied, maar bleef kinderloos. Een zoon van Leopold volgde hem op als koning van Roemenië.
 
#Anton ([[1841]]–[[1866]]) sneuvelde op 23-jarige leeftijd in Pruisische dienst in de Slag bij Königgrätz.
 
#Anton ([[1841]]–[[1866]]) sneuvelde op 23-jarige leeftijd in Pruisische dienst in de Slag bij Königgrätz.
#Friedrich ([[1843]]–[[1904]]) trouwde in [[1879]] met prinses Luise von Thurn und Taxis.
+
#Frederik ([[1843]]–[[1904]]) trouwde in [[1879]] met prinses Louise van Thurn en Taxis.
#Marie Luise ([[1845]]–[[1912]]) trouwde in [[1867]] met prins Philipp van België, die net als zijn Portugese familie behoorde tot het Huis van Saksen-Coburg en Gotha.
+
#Marie Louise ([[1845]]–[[1912]]) trouwde in [[1867]] met Belgische prins Filips van Saksen-Coburg en Gotha. Zij was de moeder van koning Albert I van België en de betovergrootmoeder van de huidige koning Filip.
  
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==
Regel 63: Regel 67:
 
*[http://www.delpher.nl Delpher]
 
*[http://www.delpher.nl Delpher]
 
*[http://www.ecal.nu Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers], archieftoegang 0162: Instelling tot voorkoming van armoede in de gemeente Bergh, 1884-1979
 
*[http://www.ecal.nu Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers], archieftoegang 0162: Instelling tot voorkoming van armoede in de gemeente Bergh, 1884-1979
*[http://www.landesarchiv-bw.de/plink/?f=6-1047944 ''Landesarchiv Baden-Württemberg], Staatsarchiv Sigmaringen, FAS HS 1-80 T 18, Hausarchiv Hohenzollern-Sigmaringen: Nachlass Fürst Karl Anton von Hohenzollern (1811-1885) / 1834 - 1885 (1890)''
+
*''Das Fürstenhaus Hohenzollern'', Hubert Krins, Kunstverlag Josef Fink, Lindenberg (2005), blz. 18, 22-29
 +
*[http://www.landesarchiv-bw.de Landesarchiv ''Baden-Württemberg], Staatsarchiv Sigmaringen, FAS HS 1-80 T 18, Hausarchiv Hohenzollern-Sigmaringen: Nachlass Fürst Karl Anton von Hohenzollern (1811-1885) / 1834 - 1885 (1890)''
  
 
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis Hohenzollern-Sigmaringen]]
 
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis Hohenzollern-Sigmaringen]]

Versie van 5 jan 2016 om 11:02

Karel Anton nog als erfprins op een schilderij van Sébastien Melchior Cornu uit 1842.

De erfprins

Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen was van 1848 tot 1885 graaf van Bergh. Hij werd op 7 september 1811 geboren op het slot Krauchenwies bij Sigmaringen als enige zoon van Karel van Hohenzollern-Sigmaringen en de Franse prinses Antoinette Murat. Zijn voornamen luidden voluit Karel Anton Joachim Zephyrinus Frederik Meinrad. Als troonopvolger had hij, zoals alle troonopvolgers voor en na hem, de titel erfprins van Hohenzollern-Sigmaringen. De titel kroonprins is voorbehouden aan de troonopvolgers van keizers en koningen.

Hij ging in Regensburg en Rastatt naar het gymnasium en studeerde daarna rechten in Genève, Tübingen, Göttingen en Berlijn. In Berlijn leerde hij de Pruisische koninklijke familie kennen, die de Brandenburgse tak van de Hohenzollerns vormden. Met kroonprins Wilhelm ontwikkelde hij een goed contact.

Ondanks de val en verbanning van Napoleon bleef het contact met leden van diens familie bestaan. Karel Antons moeder was immers een Franse prinses. Met zijn ouders en zussen kwam hij zodoende regelmatig op kasteel Arenenberg, net over de grens in Zwitserland. Dit was in 1817 gekocht door Horstense de Beauharnais, de stiefdochter van keizer Napoleon die sinds 1810 de ex-vrouw van ex-koning Lodewijk Napoleon was. Op Arenenberg kwam ook Hortenses zus Stephanie, die getrouwd was met groothertog Karel van Baden. Met hun dochter, Josephine van Baden (18131900), is Karel Anton op 31 oktober 1834 in Karlsruhe getrouwd. Tien jaar later verbond ook zijn jongste zus Frederike zich met haar Franse familie door te trouwen met een kleinzoon van haar moeders stiefvader Joachim Murat.

Zijn reis naar Nederland

Op 22 juli 1841 is erfprins Karel Anton met zijn adjudant baron Von Esbeck uit Sigmaringen vertrokken voor een reis naar Nederland. Zij voeren per stoomboot de Rijn af en gingen op 25 juli in Arnhem van boord voor hun eerste stop in Nederland. Na overnachting in hotel Het Zwijnshoofd zetten zij hun reis per stoomboot voort naar Rotterdam. Op 29 juli kwamen zij aan in Den Haag om daar op 2 augustus deel te nemen aan de feestelijkheden ter gelegenheid van de 23e verjaardag van prins Alexander, de tweede zoon van koning Willem II. Daar waren ongetwijfeld meer gasten aanwezig, maar de kranten noemden alleen de erfprins en zijn adjudant met naam. Waren zij speciale genodigden en was een bezoek aan de Nederlandse koninklijke familie het eigenlijke doel van de reis?

Het antwoord op deze vraag kan waarschijnlijk gevonden worden in het Hausarchiv Hohenzollern-Sigmaringen, dat in het Landesarchiv van Baden-Württemberg bewaard wordt. Op de online inventarislijst van het huisarchief staat een bezoekprogramma van de reis naar Nederland met de vermelding dat Karel Anton en zijn adjudant ook in Leiden, Utrecht en Gouda zijn geweest. Over bezoeken aan die drie steden zijn in de Nederlandse pers van die dagen echter geen berichten te vinden.

Op 24 augustus waren Karel Anton en zijn adjudant terug in Sigmaringen. Opvallend genoeg meldde het Journal de la Haye in zijn berichtgeving over deze thuiskomst dat de familie van Hohenzollern-Sigmaringen aanzienlijke bezittingen heeft in de provincie Gelderland. Dat klopt, maar Karel Anton heeft géén bezoek gebracht aan 's-Heerenberg. Dat zou vanuit Arnhem, zoals zijn vader in 1830 had gedaan, en zeker vanuit Emmerik een koud kunstje zijn geweest. Dit illustreert waarschijnlijk de afstand die er letterlijk en figuurlijk bestond tussen de vorsten van Hohenzollern-Sigmaringen en hun Berghse bezittingen. Bij verschillende gelegenheden hebben zij Bergh ruimhartig met hun geld gesteund, maar slechts twee van hen zijn er op bezoek geweest: Karel Antons grootvader in 1787 (en mogelijk vaker) en zijn vader in 1830. Karel Anton was de eerste graaf van Bergh die nooit in Bergh is geweest.

Uit de Arnhemsche Courant van 27 juli 1841.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Uit het Journal de la Haye van 1 september 1841.
Uit de Rotterdamsche Courant van 3 augustus 1841. De leeftijd van prins Alexander (geboren in 1818) wordt hier met een jaar te weinig vermeld.

De laatste regerende vorst van Hohenzollern-Sigmaringen

Bericht in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 10 oktober 1848 over de opstand in Hohenzollern-Sigmaringen.
Pruisen (donkerblauw) binnen het Duitse Rijk. In het zuiden liggen, ver van de rest van Pruisen, de Hohenzollernsche Lande – voorheen Hohenzollern-Sigmaringen en Hohenzollern-Hechingen.

Op 27 augustus 1848 volgde Karel Anton zijn vader op als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen, waarmee hij tevens graaf van Bergh werd. Dat jaar waren er in heel Duitsland, en ook in Sigmaringen, opstanden uitgebroken waarin meer burgerrechten en zelfs de republiek werden geëist. Deze onrust was voor zijn vader reden af te treden.

Karel Anton was vervolgens ruim een jaar lang, tot 7 december 1849, de laatste regerende vorst van Hohenzollern-Sigmaringen. Zoals uit nevenstaand krantenbericht blijkt, bleef het in Sigmaringen ook na de troonswisseling zo onrustig dat de vorst zijn land enige tijd moest ontvluchten. De toestand in het buurland Hohenzollern-Hechingen, waar vorst Constantijn regeerde, was niet veel anders. Karel Anton heeft toen, mede uit naam van Constantijn, in Berlijn met de koning van Pruisen onderhandeld over inlijving van de twee vorstendommen bij dat land. De koning van Pruisen was als lid van de Brandenburgse tak van de familie Hohenzollern geïnteresseerd in de twee vorstendommen van de Zwabische tak van de familie, omdat daar, ver weg van Berlijn, het stamland van de Hohenzollerns lag. Karel Anton was een voorstander van Duitse eenheid en zag in dat zijn vorstendom te klein was om als zelfstandig land te blijven bestaan.

De onderhandelingen werden met succes afgesloten. Na ceremonies op 6 april 1850 in Sigmaringen en op 8 april in Hechingen werden de twee vorstendommen verenigd tot het Pruisische Regierungsbezirk Sigmaringen, dat ook bekend werd onder de naam Hohenzollernsche Lande. De Zwabische Hohenzollerns verloren daarmee hun soevereine macht, maar behielden veel van hun bezittingen en rechten. De hoofden van de twee families, Karel Anton en Constantijn, kregen de titel hoogheid en kwamen, net als hun familieleden, protocollair te staan boven alle andere Pruisische onderdanen die niet tot het Pruisische koningshuis behoorden. De Zwabische Hohenzollerns behielden deze bijzondere status tot de val van het Duitse keizerrijk in 1918.

In 1869 stierf met de dood van vorst Constantijn de tak Hohenzollern-Hechingen uit. Volgens een familiecontract gingen de bezittingen van Hohenzollern-Hechingen daarmee over op Hohenzollern- Sigmaringen. Karel Anton liet daarop de toevoeging Sigmaringen vallen, zodat hij en zijn familie van toen af aan kortweg de naam Hohenzollern voerden.

Zijn verdere leven

Karel Anton verliet Sigmaringen nog op de dag van de soevereiniteitsoverdracht aan Pruisen. Hij ging naar Neiße (tegenwoordig Nysa in Polen), waar hij een militaire loopbaan in Pruisische dienst begon. Twee jaar later werd hij overgeplaatst naar Düsseldorf, waar hij met zijn gezin bijna twintig jaar lang op slot Jägerhof heeft gewoond.

Op 6 november 1858 benoemde kroonprins Wilhelm hem tot minister-president van Pruisen. De kroonprins was kort daarvoor als regent van Pruisen aangetreden (in 1861 werd hij koning). Karel Anton kon als minister-president zijn liberale ideeën echter niet verwezenlijken. Hij stelde koning Wilhelm I daarom voor om Bismarck als zijn opvolger te benoemen. Op 12 maart 1862 trad hij af, maar bleef actief in de Pruisische politiek. Het jaar daarop werd hij benoemd tot militairgouverneur van de Rijnprovincie en Westfalen. Als sinds 1859 was hij generaal der infanterie, en nu had hij de top van zijn militaire loopbaan bereikt.

Na de Frans-Duitse oorlog van 18701871 vormde Bismarck het Duitse Rijk, een bond van Duitse staten onder leiding van Pruisen. Koning Wilhelm I werd de eerste keizer van de nieuwe staat. Karel Anton keerde toen terug naar Sigmaringen, waar hij door een kwaal aan zijn benen al gauw aan een rolstoel gekluisterd raakte. Hij had nog de ceremoniële functie van erekolonel van twee Pruisische regimenten (het 26e Infanterieregiment en het naar hem genoemde fuselierregiment "Fürst Karl-Anton von Hohenzollern" (Hohenzollernsches) Nr. 40). Zijn tijd besteedde hij vooral aan het uitbreiden van zijn kunstverzameling, die hij ook voor het publiek openstelde. In oktober 1884 vierden hij en zijn vrouw in aanwezigheid van keizer Wilhelm I hun gouden huwelijksfeest.

Een half jaar later, op 2 juni 1885, overleed Karel Anton in Sigmaringen, 73 jaar oud. Hij werd bijgezet in de crypte van de Hohenzollerns in Hedingerkerk in Sigmaringen. Zijn zoon Leopold volgde hem op als hoofd van zijn tak van de familie Hohenzollern, maar niet meer als regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen (het vorstendom was in 1850 immers ingelijfd bij Pruisen).

Zijn betrokkenheid bij Bergh

Zoals hierboven al vermeld is Karel Anton nooit in Bergh geweest en liet hij het beheer over aan zijn administrateurs. In zijn 37 jaar als graaf van Bergh waren dat achtereenvolgens Lodewijk van Nispen, Ludwig von Godin, Joseph Grimm en Wilhelm Steinberger. Het is daarom moeilijk vast te stellen of de sporen die hij in Bergh heeft nagelaten wijzen op persoonlijke interesse van zijn kant, of dat ze slechts voortvloeiden uit zijn positie van landheer. Maar een aantal blijken van betrokkenheid kunnen hier toch genoemd worden.

Zijn kinderen

De hoge status die Karel Antons familie had verworven na de inlijving van Hohenzollern-Sigmaringen bij Pruisen, blijkt ook uit de levensloop van zijn kinderen: een van hen werd zelf koning en drie van hen trouwden met een telg uit het Huis van Saksen-Coburg en Gotha, dat in meerdere Europese landen op de troon zat.

  1. Leopold (18351905) trouwde in 1861 met de Portugese prinses Antonia van Saksen-Coburg en Gotha. Hij werd daarmee zowel via zijn vrouw als via zijn oudste zus een zwager van de koning van Portugal.
  2. Stephanie (18371859) werd in 1858 koningin van Portugal door haar huwelijk met koning Peter V van Saksen-Coburg en Gotha.
  3. Karel (18391914) werd koning van Roemenië. Hij trouwde in 1869 met prinses Elisabeth van Wied, maar bleef kinderloos. Een zoon van Leopold volgde hem op als koning van Roemenië.
  4. Anton (18411866) sneuvelde op 23-jarige leeftijd in Pruisische dienst in de Slag bij Königgrätz.
  5. Frederik (18431904) trouwde in 1879 met prinses Louise van Thurn en Taxis.
  6. Marie Louise (18451912) trouwde in 1867 met Belgische prins Filips van Saksen-Coburg en Gotha. Zij was de moeder van koning Albert I van België en de betovergrootmoeder van de huidige koning Filip.

Bronnen