Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Kamstra, Albertus Johannes
Albertus Johannes Kamstra werd op 31 maart 1904 geboren in Den Haag als zoon van Haye Kamstra en Gerharda Brinkman. Hij was getrouwd met Jacoba Johanna van Overvest. Van beroep was hij meteropnemer bij het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf. Bovendien was hij lid van het verzet.
Kamstra werd opgepakt bij de grote razzia die op 21 november 1944 onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok plaatsvond in Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Daarbij werden ongeveer 13.000 mannen opgepakt en samengedreven op een aantal verzamelplaatsen. De volgende dag werden 7.000 van hen in verschillende binnenhavens in rijnaken geladen en via Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en het IJsselmeer naar Kampen overgebracht.
De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Kamstra behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar Duitsland werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij Kamp Rees. Vandaar werd Kamstra begin februari 1945, samen met andere zieke en verzwakte dwangarbeiders, overgebracht naar het noodziekenhuis in het Patersklooster te 's-Heerenberg. Daar overleed hij op 21 februari 1945, 40 jaar oud.
Zijn overlijden is op 23 februari 1945 aangegeven in de gemeente Bergh en op 26 juli 1945 ingeschreven in het overlijdensregister van de gemeente Den Haag. De aangifte in Bergh werd gedaan door Peter Wilhelmus Johannes van de Pas, een verpleger uit Eindhoven die in het noodziekenhuis werkte. Hij bevond zich aan de verkeerde kant van de frontlinie, want Eindhoven was al op 18 september 1944 bevrijd. Van de Pas heeft in totaal twaalf overlijdens aangegeven; naast dat van Kamstra ook dat van Boeljon, Buis, Van der Drift, Kleinleugenmors, Kurtz, Leenders, Reijnders, Van Solingen, Strijaards, Udo en Vermaat.
Kamstra werd op 23 februari begraven op het protestantse kerkhof in 's-Heerenberg en op 10 januari 1946 herbegraven in een particulier graf op de Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag, vak 1, graf 5190. In december 1969 stemde zijn weduwe in met een voorstel van de Oorlogsgravenstichting de stoffelijke resten over te brengen naar het Ereveld Loenen. Daar rust Kamstra nu rust in vak E, nummer 1467.
Kamstra staat vermeld in de Erelijst van gevallenen 1940-1945.
Ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders uit de gemeente Den Haag werd daar op 1 november 1999 het monument 'Dwangarbeiders' onthuld. Het bevindt zich op het binnenplein van het Provinciehuis van Zuid-Holland, dat staat op de plek waar vroeger de Haagse dierentuin was. Die werd tijdens de razzia als een van de verzamelplaatsen gebruikt.