Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Willem I van den Bergh: verschil tussen versies
k |
(Aanvulling uit Necrologium) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | '''Willem I van den Bergh''' | + | == Tiende heer van Bergh == |
+ | '''Willem I van den Bergh''' was een zoon van [[Frederik II van den Bergh]] en [[Elisabeth van Millen]]. Als opvolger van zijn [[Adam III van den Bergh|broer Adam]] was hij van [[1354]] tot zijn dood in [[1387]] de tiende [[Graven van den Bergh|heer van Bergh]]. De naam Willem kwam in het geslacht Van den Bergh vaker voor. [[Willem van den Bergh|Klik hier]] voor een overzicht. | ||
− | Heer Willem trouwde in [[1348]] met Sophia van Bylandt. Uit dit huwelijk zijn | + | Heer Willem trouwde in [[1348]] met Sophia van Bylandt. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen bekend. |
*[[Frederik III van den Bergh|Frederik]], die zijn vader opvolgde | *[[Frederik III van den Bergh|Frederik]], die zijn vader opvolgde | ||
*Elisabeth, die in [[1365]] trouwde met heer Johan van Lynden. Zij kreeg als bruidsschat de heerlijkheid [[Millingen]]. | *Elisabeth, die in [[1365]] trouwde met heer Johan van Lynden. Zij kreeg als bruidsschat de heerlijkheid [[Millingen]]. | ||
− | Verder worden twee buitenechtelijke kinderen genoemd met de namen | + | |
+ | Verder worden in de literatuur twee buitenechtelijke kinderen genoemd met de namen [[Frederik van den Bergh (onwettig)| Frederik]] en [[Heilwich van den Bergh|Heilwich]]. [[Aleydis van den Bergh]] was mogelijk een derde buitenechtelijk kind. | ||
Door zijn huwelijk werden de [[Berghse bezittingen]] uitgebreid met [[Bylandt]], [[Millingen]] en [[Pannerden]]. De heerlijkheid [[Grubbenvorst|Grebben]] was door zijn vaders huwelijk al in Berghse handen gekomen. Willem I was heer van Grebben van [[1352]] tot [[1357]] en daarna van [[1381]] tot zijn dood. In de tussenliggende periode was zijn [[Frederik van den Bergh (14e eeuw)|broer Frederik]] heer van Grebben. | Door zijn huwelijk werden de [[Berghse bezittingen]] uitgebreid met [[Bylandt]], [[Millingen]] en [[Pannerden]]. De heerlijkheid [[Grubbenvorst|Grebben]] was door zijn vaders huwelijk al in Berghse handen gekomen. Willem I was heer van Grebben van [[1352]] tot [[1357]] en daarna van [[1381]] tot zijn dood. In de tussenliggende periode was zijn [[Frederik van den Bergh (14e eeuw)|broer Frederik]] heer van Grebben. | ||
− | In [[1370]] liet heer Willem in [[Azewijn]] een [[Kapel,_Boerderij_De#De_vroegste_geschiedenis|kapel]] bouwen gewijd aan Sint Antonius-Abt, bijgenaamd Antonius van het varken. | + | == Enkele daden == |
+ | In [[1370]] liet heer Willem in [[Azewijn]] een [[Kapel,_Boerderij_De#De_vroegste_geschiedenis|kapel]] bouwen gewijd aan Sint Antonius-Abt, bijgenaamd Antonius van het varken. | ||
+ | |||
+ | Op 15 juni [[1376]], op de feestdag van [[Sint-Vitus|Sint Vitus]] verleende hij [['s-Heerenberg]] het recht om op dijken en wegen tol te heffen, tot een maximum van 2 ''brabantsch'' per wagen en 1 per kar, en met vrijstelling daarvan voor zijn dienaren. Met ''brabantsch'' wordt de Brabantse versie van een muntsoort bedoeld, mogelijk de Brabantse mark. | ||
+ | |||
+ | Op 8 september [[1379]] volgden de stadsrechten. Aldus vierde 's-Heerenberg in [[1979]] op grootse wijze dat het [[600 Jaar Stad|600 jaar stad]] was. Heer Willem gaf de stad het recht, schepenen aan te stellen met rechtsmacht in civiele zaken, en keurrecht, behalve over zijn dienaren, munters, gruiters, Joden en Lombarden, en met appèl op de heer, onder uitdrukkelijk voorbehoud van klokslag en bederecht. | ||
+ | |||
+ | == Zijn overlijden == | ||
+ | Heer Willem overleed op 14 november 1387. Er zijn twee bronnen bekend waarin zijn dood wordt vermeld: in het ''[[aldt boecksken]]'', dat wordt bewaard in het [[Archief Huis Bergh|archief]] van [[Huis Bergh]], en in het [[Necrologium van Elten]], dat deel uitmaakt van de [[Kunstverzameling Huis Bergh|kunstverzameling]] van Huis Bergh. | ||
− | + | === Het ''aldt boecksken'' === | |
+ | Het ''aldt boecksken'' is een [[:Categorie:Jaartallen 1400-1499|15e-eeuws]] afschrift van een verloren gegaan register met een lijst van overleden heren van Bergh en hun familieleden. De lijst begint met de bede ''In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti, amen''. Hierna volgt onder het jaar 1387 de vermelding van zijn overlijden: | ||
:''Anno domini MCCCLXXXVII quinta feria post Martini, post solis occasum, obiit Wilhelmus, dominus de Monte et de Bylandt, cuius (anima) requiescat in pace.''<br> | :''Anno domini MCCCLXXXVII quinta feria post Martini, post solis occasum, obiit Wilhelmus, dominus de Monte et de Bylandt, cuius (anima) requiescat in pace.''<br> | ||
− | : | + | :In het jaar des Heren 1387 vijf dagen na Martinus, na zonsondergang, overleed Wilhelmus, heer van Bergh en Bylandt, zijn (ziel) rust in vrede. |
Het was destijds gebruikelijk een datum aan te duiden volgens de heiligenkalender. De naamdag van Sint Martinus ([[Sint Maarten]]), 11 november, zou vijf dagen voor Willems overlijden zijn geweest. Als hij op 14 november is gestorven, klopt deze verwijzing niet, of hij is op 16 november overleden. | Het was destijds gebruikelijk een datum aan te duiden volgens de heiligenkalender. De naamdag van Sint Martinus ([[Sint Maarten]]), 11 november, zou vijf dagen voor Willems overlijden zijn geweest. Als hij op 14 november is gestorven, klopt deze verwijzing niet, of hij is op 16 november overleden. | ||
+ | |||
+ | === Het Necrologium van Elten === | ||
+ | De vermelding in het Necrologium van Elten is bijzonder, omdat dit dodenboek slechts zeven telgen uit het geslacht Van den Bergh vermeldt; alle naaste familieleden. Naast heer Willem I zijn dit zijn ouders, zijn [[Ermgard van den Bergh|tante Ermgard]], en zijn onwettige kinderen [[Frederik van den Bergh (onwettig)|Frederik]], [[Heilwich van den Bergh|Heilwich]] en [[Aleydis van den Bergh|Aleydis]]. | ||
+ | |||
+ | Zijn tante Ermgard was van [[1334]] tot [[1365]] abdis van het [[Stift Elten]] en daarmee waarschijnlijk de reden dat heer Willem en de andere vijf Van den Berghs in het dodenboek vermeld staan. | ||
+ | |||
+ | Willem wordt twee keer vermeld. De eerste keer is op ''IIII Id Mai'' (12 mei), de feestdag van Sint Pancratius (de patroonheilige van de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|kapel]] die zijn voorvader [[Adam I van den Bergh]] had laten bouwen). Hij wordt genoemd als ridder van een eiland in de [[Rijn]], dat zich uitstrekt tot de erfenis Bylandt en ligt "op ten dunen" in het gebied van de abdij Elten: | ||
+ | ::''Festum die pancracii ex parte D[omin]i Wilhelmi de monte militis de insula trans. renum et pertinet ad hereditatem Bylant et jacet op ten dunen in dominio abbatie altinensis j marc[a].'' | ||
+ | |||
+ | Hij werd herdacht op ''XIIII Kal Dec.'' (18 november), waarbij weer het eiland "op den dunen" wordt genoemd: | ||
+ | :: ''m[emoria] D[omi]n[u]s Wilhelmi de monte militis de insula op den dunen j m[a]rc[a].'' | ||
== Bronnen == | == Bronnen == | ||
− | *[[Het archief van het Huis Bergh]], blz. 20–21, 23 | + | *[[Het archief van het Huis Bergh (boek)]], blz. 20–21, 23 |
*[[Huis Bergh – kasteel-kunst-geschiedenis]], blz. 29 | *[[Huis Bergh – kasteel-kunst-geschiedenis]], blz. 29 | ||
− | *R.W.Tadama in ''Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg'', uitgeverij I.A. Nijhoff, [[Arnhem]] ([[1846]]), blz. 6–7 | + | *R.W.Tadama in ''Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg'', uitgeverij I.A. Nijhoff, [[Arnhem]] ([[1846]]), blz. 6–7, 16 |
*[[Old Ni-js 049|Old Ni-js nr. 49]], blz. 80 | *[[Old Ni-js 049|Old Ni-js nr. 49]], blz. 80 | ||
− | *[[Archief Huis Bergh]], | + | *[[Archief Huis Bergh]]: inventarisnummers 1841 (regest 92), 1842 (regest 203) en 1871, met een transcriptie door [[Schilfgaarde, Mr. Anthonie Paul van|mr. A.P. van Schilfgaarde]] in: ''Oude aanteekeningen omtrent de heeren en graven van den Bergh'', [http://www.knggw.nl ''Maandblad van het Genealogisch-Heraldisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw''], 45ste jaargang (1927), nr. 4, blz. 99 |
*[http://www.heiligen.net Heiligenkalender] | *[http://www.heiligen.net Heiligenkalender] | ||
+ | *''Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij'', N.C. Kist; Leiden (1853), blz. 78, 100 | ||
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis de Monte]] | [[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis de Monte]] |
Versie van 5 jan 2019 om 14:17
Inhoud
Tiende heer van Bergh
Willem I van den Bergh was een zoon van Frederik II van den Bergh en Elisabeth van Millen. Als opvolger van zijn broer Adam was hij van 1354 tot zijn dood in 1387 de tiende heer van Bergh. De naam Willem kwam in het geslacht Van den Bergh vaker voor. Klik hier voor een overzicht.
Heer Willem trouwde in 1348 met Sophia van Bylandt. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen bekend.
- Frederik, die zijn vader opvolgde
- Elisabeth, die in 1365 trouwde met heer Johan van Lynden. Zij kreeg als bruidsschat de heerlijkheid Millingen.
Verder worden in de literatuur twee buitenechtelijke kinderen genoemd met de namen Frederik en Heilwich. Aleydis van den Bergh was mogelijk een derde buitenechtelijk kind.
Door zijn huwelijk werden de Berghse bezittingen uitgebreid met Bylandt, Millingen en Pannerden. De heerlijkheid Grebben was door zijn vaders huwelijk al in Berghse handen gekomen. Willem I was heer van Grebben van 1352 tot 1357 en daarna van 1381 tot zijn dood. In de tussenliggende periode was zijn broer Frederik heer van Grebben.
Enkele daden
In 1370 liet heer Willem in Azewijn een kapel bouwen gewijd aan Sint Antonius-Abt, bijgenaamd Antonius van het varken.
Op 15 juni 1376, op de feestdag van Sint Vitus verleende hij 's-Heerenberg het recht om op dijken en wegen tol te heffen, tot een maximum van 2 brabantsch per wagen en 1 per kar, en met vrijstelling daarvan voor zijn dienaren. Met brabantsch wordt de Brabantse versie van een muntsoort bedoeld, mogelijk de Brabantse mark.
Op 8 september 1379 volgden de stadsrechten. Aldus vierde 's-Heerenberg in 1979 op grootse wijze dat het 600 jaar stad was. Heer Willem gaf de stad het recht, schepenen aan te stellen met rechtsmacht in civiele zaken, en keurrecht, behalve over zijn dienaren, munters, gruiters, Joden en Lombarden, en met appèl op de heer, onder uitdrukkelijk voorbehoud van klokslag en bederecht.
Zijn overlijden
Heer Willem overleed op 14 november 1387. Er zijn twee bronnen bekend waarin zijn dood wordt vermeld: in het aldt boecksken, dat wordt bewaard in het archief van Huis Bergh, en in het Necrologium van Elten, dat deel uitmaakt van de kunstverzameling van Huis Bergh.
Het aldt boecksken
Het aldt boecksken is een 15e-eeuws afschrift van een verloren gegaan register met een lijst van overleden heren van Bergh en hun familieleden. De lijst begint met de bede In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti, amen. Hierna volgt onder het jaar 1387 de vermelding van zijn overlijden:
- Anno domini MCCCLXXXVII quinta feria post Martini, post solis occasum, obiit Wilhelmus, dominus de Monte et de Bylandt, cuius (anima) requiescat in pace.
- In het jaar des Heren 1387 vijf dagen na Martinus, na zonsondergang, overleed Wilhelmus, heer van Bergh en Bylandt, zijn (ziel) rust in vrede.
Het was destijds gebruikelijk een datum aan te duiden volgens de heiligenkalender. De naamdag van Sint Martinus (Sint Maarten), 11 november, zou vijf dagen voor Willems overlijden zijn geweest. Als hij op 14 november is gestorven, klopt deze verwijzing niet, of hij is op 16 november overleden.
Het Necrologium van Elten
De vermelding in het Necrologium van Elten is bijzonder, omdat dit dodenboek slechts zeven telgen uit het geslacht Van den Bergh vermeldt; alle naaste familieleden. Naast heer Willem I zijn dit zijn ouders, zijn tante Ermgard, en zijn onwettige kinderen Frederik, Heilwich en Aleydis.
Zijn tante Ermgard was van 1334 tot 1365 abdis van het Stift Elten en daarmee waarschijnlijk de reden dat heer Willem en de andere vijf Van den Berghs in het dodenboek vermeld staan.
Willem wordt twee keer vermeld. De eerste keer is op IIII Id Mai (12 mei), de feestdag van Sint Pancratius (de patroonheilige van de kapel die zijn voorvader Adam I van den Bergh had laten bouwen). Hij wordt genoemd als ridder van een eiland in de Rijn, dat zich uitstrekt tot de erfenis Bylandt en ligt "op ten dunen" in het gebied van de abdij Elten:
- Festum die pancracii ex parte D[omin]i Wilhelmi de monte militis de insula trans. renum et pertinet ad hereditatem Bylant et jacet op ten dunen in dominio abbatie altinensis j marc[a].
Hij werd herdacht op XIIII Kal Dec. (18 november), waarbij weer het eiland "op den dunen" wordt genoemd:
- m[emoria] D[omi]n[u]s Wilhelmi de monte militis de insula op den dunen j m[a]rc[a].
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 20–21, 23
- Huis Bergh – kasteel-kunst-geschiedenis, blz. 29
- R.W.Tadama in Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg, uitgeverij I.A. Nijhoff, Arnhem (1846), blz. 6–7, 16
- Old Ni-js nr. 49, blz. 80
- Archief Huis Bergh: inventarisnummers 1841 (regest 92), 1842 (regest 203) en 1871, met een transcriptie door mr. A.P. van Schilfgaarde in: Oude aanteekeningen omtrent de heeren en graven van den Bergh, Maandblad van het Genealogisch-Heraldisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 45ste jaargang (1927), nr. 4, blz. 99
- Heiligenkalender
- Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij, N.C. Kist; Leiden (1853), blz. 78, 100