Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Sonsbeeck, Gerardus Antonius van: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Priester van het aartsbisdom Utrecht: redactie)
 
(9 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Gerardus Antonius Van Sonsbeeck''', geboren op 2 december [[1878]] in huize De Gunne in Heino bij Zwolle als zoon van Hendrikus Allardus Johannes van Sonsbeeck en Theresia Francisca Maria Cornelia Mahie.
 
  
== Kapelaan in 's-Heerenberg ==
+
[[Bestand:Van Sonsbeeck door Pospischil.jpg|thumb|right|400px|<center>'''Pastoor Van Sonsbeek<br>geschilderd door<br>Karl Pospischil</center>]]
Van Sonsbeeck werd op 16 december [[1906]] in Utrecht tot priester gewijd. Komende uit IJsselstein, waar hij ruim twee jaar assistent was geweest,  werd Van Sonsbeeck op 3 juli [[1911]] kapelaan van de [[Pancratiuskerk]] in 's-Heerenberg. Hij diende er onder [[Münninghoff, Henricus Mathias Cornelius|pastoor Münninghoff]] en was de opvolger van [[Swildens, Johannes Josephus|kapelaan Swildens]].
+
'''Gerardus Antonius Van Sonsbeeck''' was de eerste [[Pastoors en Kapelaans|pastoor]] van [[Stokkum]]. Hij werd op 2 december [[1878]] geboren in huize De Gunne in Heino bij Zwolle als zoon van Hendrikus Allardus Johannes van Sonsbeeck en Theresia Francisca Maria Cornelia Mahie. Zijn vader was van [[1886]] tot [[1913]] burgemeester van Heino.
  
Tijdens zijn kapelaanschap in 's-Heerenberg werd de oprichting van de nieuwe parochie [[Stokkum]] voorbereid, die zou gaan ontstaan door afscheiding van de parochie 's-Heerenberg. Van Sonsbeeck werd op 17 februari [[1914]] door de aartsbisschop van Utrecht aangewezen als bouwpastoor.
+
== Priester van het aartsbisdom Utrecht ==
 +
=== Zijn priesteropleiding ===
 +
Van Sonsbeeck wilde missionaris worden en trad daarom in bij de congregatie van de [[:Categorie:Missionarissen van Scheut|Missionarissen van Scheut]].  Hij moest deze congregatie om gezondheidsredenen verlaten, en volgde daarna een priesteropleiding. Later, toen hij pastoor in Stokkum was, is een van zijn parochianen, [[Menting, Gerardus Wilhelmus|Gerard Menting]], missionaris van Scheut geworden. Wellicht heeft Van Sonsbeeck bij deze roeping een rol gespeeld.
 +
 
 +
Hij studeerde aan het grootseminarie Haarendael in het bisdom 's-Hertogenbosch en daarna aan het grootseminarie Rijsenburg in het aartsbisdom Utrecht. Op 16 december [[1906]] heeft de aartsbisschop hem in de kapel van het R.-K. Weeshuis in Utrecht tot priester gewijd.
 +
 
 +
In mei [[1907]] werd hij benoemd tot kapelaan in Uithoorn en in februari [[1909]] tot assistent in IJsselstein.
 +
 
 +
=== Kapelaan in 's-Heerenberg ===
 +
Nadat hij ruim twee jaar assistent in IJsselstein was geweest, werd Van Sonsbeeck op 3 juli [[1911]] kapelaan van de [[Pancratiuskerk]] in [['s-Heerenberg]]. Hij diende er onder [[Münninghoff, Henricus Mathias Cornelius|pastoor Münninghoff]] en was de opvolger van [[Swildens, Johannes Josephus|kapelaan Swildens]].
 +
 
 +
Tijdens zijn kapelaanschap in 's-Heerenberg werd de oprichting van de nieuwe parochie Stokkum voorbereid, die zou ontstaan door afscheiding van de parochie 's-Heerenberg. Van Sonsbeeck werd op 17 februari [[1914]] door de aartsbisschop van Utrecht aangewezen als bouwpastoor.
  
 
Van Sonsbeeck was beslist de juiste man om in Stokkum een parochie van de grond te tillen. Hij beschikte over veel contacten, had zakelijke aanleg en was van gegoede afkomst.  
 
Van Sonsbeeck was beslist de juiste man om in Stokkum een parochie van de grond te tillen. Hij beschikte over veel contacten, had zakelijke aanleg en was van gegoede afkomst.  
 
{|
 
{|
 
|- valign=top
 
|- valign=top
|[[Bestand:Kapelaan Van Sonsbeeck 19061218 NTC.jpg| thumb|500px|'''Uit de ''Nieuwe Tilburgsche Courant'' van 18 december 1906]]
+
|[[Bestand:Kapelaan Van Sonsbeeck 19061218 NTC.jpg| thumb|350px|<center>'''Uit de ''Nieuwe Tilburgsche Courant'' van <br>18 december 1906</center>]]
|[[Bestand:Kapelaan Van Sonsbeeck 19110405 Centrum.jpg|thumb|500px|'''Uit dagblad ''Het Centrum'' van 5 april 1911]]
+
|[[Bestand:Kapelaan Van Sonsbeeck 19110405 Centrum.jpg|thumb|450px|<center>'''Uit dagblad ''Het Centrum'' van 5 april 1911</center>]]
 
|}
 
|}
  
== Pastoor van Stokkum ==
+
=== Pastoor van Stokkum ===
[[Bestand:Van Sonsbeeck door Pospischil.jpg|thumb|right|400px|'''Pastoor Van Sonsbeek geschilderd door [[Pospischil, Karl|Karl Pospischil]].]]
+
[[Bestand:Kapelaan Van Sonsbeeck 19150527 RN.jpg|thumb|left|500px|<center>''' Uit het ''Rotterdamsch Nieuwsblad'' van 27 mei 1915</center>]]
[[Bestand:Kapelaan Van Sonsbeeck 19150527 RN.jpg|thumb|right|500px|''' Uit het ''Rotterdamsch Nieuwsblad'' van 27 mei 1915]]
+
<br clear=all/>
 +
[[Bestand: Pastoor Van Sonsbeeck.jpg|thumb|right|200px|]]
 
Met de bouw van de [[St. Suitbertuskerk|Sint Suitbertuskerk]] in Stokkum werd in de herfst van [[1914]] begonnen. De inzegening vond plaats in mei [[1915]], waarmee Van Sonsbeeck de eerste pastoor van Stokkum werd. Zijn opvolger als kapelaan in 's-Heerenberg was [[Akkerman, Adrianus Leonardus|kapelaan Akkerman]].
 
Met de bouw van de [[St. Suitbertuskerk|Sint Suitbertuskerk]] in Stokkum werd in de herfst van [[1914]] begonnen. De inzegening vond plaats in mei [[1915]], waarmee Van Sonsbeeck de eerste pastoor van Stokkum werd. Zijn opvolger als kapelaan in 's-Heerenberg was [[Akkerman, Adrianus Leonardus|kapelaan Akkerman]].
  
 
Van oktober [[1928]] tot februari [[1929]] was [[Weezel Errens, Frans Adolph Johan van|kapelaan Van Weezel Errens]] Van Sonsbeecks assistent.
 
Van oktober [[1928]] tot februari [[1929]] was [[Weezel Errens, Frans Adolph Johan van|kapelaan Van Weezel Errens]] Van Sonsbeecks assistent.
  
Van Sonsbeeck was een typisch Bourgondische dorpspastoor, die van wijn en jacht hield. In een In Memoriam wordt hij later omschreven als “uiterlijk ruw en nors, maar met een hart van goud”. Vooral zijn milddadigheid wordt geroemd.  
+
Van Sonsbeeck was een typisch Bourgondische dorpspastoor, die van wijn en jacht hield. Hij liet zich graag in de auto van [[smid Bongers]] in 's-Heerenberg rondrijden als hij leden van de bovenklasse bezocht. Zo was hij geregeld te gast bij de [[Brantsen, Amelia Jacqueline Julie|freule Brantsen]] op [[Wolkenland]] en bij de freule Alphonsa van Hugenpoth tot Aerdt op de [[Boetselaersborg]]. Zij was een dochter van [[Politiek#Burgemeesters|burgemeester]] [[Hugenpoth tot Aerdt, Carolus Antonius Ludovicus baron van|Van Hugenpoth tot Aerdt]] en had Van Sonsbeeck 2000 gulden geleend voor de bouw van zijn kerk. Toen zij in [[1928]] overleed, hebben haar erfgenamen de nog af te lossen 800 gulden kwijtgescholden.
 +
 
 +
Als de pastoor kwaad was, duurde een mis nooit langer dan een half uur. Dat was ook het geval toen [[Harmonie Volharding (Stokkum)|Harmonie Volharding]] een voetbalwedstrijd opluisterde waarbij een elftal uit [[Zutphen]] niet het predicaat ''r.-k.'' voerde, wat hem niet aanstond. De volgende zondag hield hij de mis kort, maar de donderpreek bleef lang in het geheugen van de kerkgangers hangen.
 +
 
 +
Van Sonsbeeck schonk 10.000 gulden voor een ziekenhuis aan de [[Hofstraat]] in [['s-Heerenberg]], dat naar zijn overleden moeder werd vernoemd: de [[Sint-Theresia-Stichting]]. Bij de feestelijke opening op 16 juni [[1930]] heeft hij het ziekenhuis ingewijd.
 +
<br clear=all/>
 +
[[Bestand: Graf Van Sonsbeeck.jpg|left|thumb|300px|<center>''' Pastoor Van Sonsbeecks graf</center>]]
 +
Hij overleed slechts enkele weken later op 3 juli 1930 te Stokkum, nog maar 51 jaar oud. Zijn overlijden kwam onverwacht snel. Waar de ochtendeditie van 4 juli van dagblad ''De Tijd'' nog meldde dat pastoor Van Sonsbeeck door de deken Derksen van [[Terborg]] was bediend, moest de avondeditie al over zijn dood berichten. De avondeditie bevatte ook een overlijdensadvertentie.  
  
Als de pastoor kwaad was, duurde een mis nooit langer dan een half uur. Dat was ook het geval toen [[Harmonie Volharding (Stokkum)|Harmonie Volharding]] een voetbalwedstrijd opluisterde waarbij een team uit [[Zutphen]] niet het predikaat ''RK'' voerde, wat hem niet aanstond. De volgende zondag hield hij de mis kort, maar de donderpreek bleef lang in het geheugen van de kerkgangers hangen.
+
De plechtige uitvaartdienst vond plaats op 7 juli, waarna de pastoor werd begraven op [[Begraafplaats Stokkum|het kerkhof]] achter zijn kerk. Het [[Sint Oswaldusgilde Stokkum|Sint Oswaldusgilde]] stelde 25 gulden beschikbaar voor de grafsteen. In [[1934]] is hij herbegraven op het nieuwe kerkhof. Bij de herinrichting van het kerkhof onder [[Jaarsveld, L.J. van|pastoor Van Jaarsveld]] is zijn graf verplaatst naar het middenpad, vlak onder het grote kruis.
  
Van Sonsbeeck schonk 10.000 gulden voor een ziekenhuis aan de [[Hofstraat]] in [['s-Heerenberg]], dat naar zijn overleden moeder werd vernoemd: de [[Sint-Theresia-Stichting]].  
+
In een In Memoriam werd hij omschreven als "uiterlijk ruw en nors, maar met een hart van goud". Vooral zijn milddadigheid wordt geroemd.  
  
Hij overleed op 3 juli [[1930]] te Stokkum, slechts 51 jaar oud.  
+
Zijn opvolger was [[Beltman, Johannes Hendrikus|pastoor Beltman]].
  
De [[Pastoor Van Sonsbeeckstraat]] in Stokkum is naar hem genoemd. Deze straat heette daarvoor de [[Kerkweg]].
+
De [[Pastoor Van Sonsbeeckstraat]] in Stokkum is naar hem genoemd. Deze straat heette daarvoor de [[Kerkweg Stokkum|Kerkweg]].
 
<br clear=all/>
 
<br clear=all/>
 +
 +
== Zijn portret ==
 +
[[Bestand:Priesterkoor Stokkum.jpg|thumb|right|400px|<center>'''Het priesterkoor van de Suitbertuskerk met de portretten van de pastoors Van Sonsbeeck en Nollen</center>]]
 +
Pastoor Van Sonsbeecks portret bovenaan deze pagina is in [[1928]] gemaakt door de Oostenrijkse schilder [[Pospischil, Karl|Karl Pospischil]]. Nadat het jarenlang achter in de kerk had gehangen, was het duidelijk aan een restauratie toe. Daarbij bleek dat Pospischil achterop het ''Bildnis des Hochwürdigen Herrn Pastors G.A. van Sonsbeeck'' juli- augustus 1928 een heel verhaal had geschreven. Ook onder de revers staat een stukje tekst.
 +
 +
Het portret hangt nu links in het priesterkoor van de Suitbertuskerk, waar rechts een portret hangt van [[Nollen, Herman|pastoor Nollen]], de laatste pastoor van Stokkum.
 +
 +
In opdracht van pastoor van Sonsbeeck maakte Karl Pospischil ook een panoramabeeld van Stokkum en de kerk gezien vanaf de [[Molenbult]].
 +
 +
== De Hulzenberg ==
 +
Pastoor Van Sonsbeeck verwachtte niet dat hij jong zou sterven, want in de jaren voor zijn dood had hij nog grootse plannen. In november 1928 kocht de [[Hulzenberg]], de heuvel tussen Stokkum en [[Beek]], van [[Lochner von Hüttenbach, Maximilian Joseph Karl Justin Anselm Maria|Maximiliaan Lochner von Hüttenbach]] (baron Max), eigenaar van [[Byvanck|De Byvanck]]. Het [[Huis Hulzenberg]] aan de [[Boterweg]] was bij de koop inbegrepen.
 +
 +
Van Sonsbeeck wilde de Hulzenberg deels laten afgraven en op het terrein dat daarmee zou ontstaan een sanatorium stichten. De volksgezondheid had Van Sonsbeecks bijzondere belangstelling, en de gezonde boslucht van het [[Bergherbos]] leende zich uitstekend voor een dergelijke instelling. De bouwkosten zouden deels gedekt worden uit de verkoop van het [[Zandwinning|afgegraven zand]].
 +
 +
De volksgezondheid heeft hij nog wel kunnen dienen met een [[Kruidendestilleerderij Beek|kleine onderneming]] in de schuur van Huis Hulzenberg, waar medicinale kruiden werden gedroogd en etherische oliën uit verschillende planten werden gedestilleerd.  Hij heeft dit bedrijfje opgezet in samenwerking met [[Rentmeesters van de Byvanck|rentmeester]] [[Meisters, Peter Cornelius|Peter Meisters]] en [[Vermeulen, Hendricus Joannes Alphonsus Hubertus|meester Harrie Vermeulen]] en met ondersteuning van baron Max en diens zoon jonker Theodor. De kruiden kwamen uit de tuin achter het huis of werden geleverd door landbouwers uit de omgeving. De gedroogde kruiden en de etherische oliën werden verkocht aan de Chemische Fabriek Naarden en enkele andere afnemers.
 +
 +
In april [[1931]], na zijn plotselinge overlijden het jaar daarvoor, kocht [[Heek, Dr Jan Herman van|Jan van Heek]] de Hulzenberg voor ''f'' 40,520. Hiermee kwam er een abrupt einde aan de kruidenverwerking. Het koopcontract van 15 april 1931 bepaalde dat de kruidenvoorraad moest worden ingekuild en de destilleerderij worden ontmanteld voor 1 september, de dag waarop de koper zijn nieuwe bezit kon aanvaarden.
 +
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==
*[http://www.achterhoeksarchief.nl/bevolkingsregister Bevolkingsregister Bergh]  
+
*[[Old Ni-js]]:
*[http://www.genlias.nl Genlias]
+
**[[Old Ni-js 038|Nr. 38]], blz. 66
*[http://kranten.kb.nl Historische kranten]
+
**[[Old Ni-js 099|Nr. 99]], blz. 25–27
*[[Old Ni-js]] no. 38, blz. 66
+
*[[75 jaar parochie Sint Suitbertus Stokkum Gld.]], blz. 11–12
*[http://www.stokkum.com stokkum.com]
+
*''De Gabriël'', informatiemagazine van de [[Parochie Heilige Gabriël]], jaargang 2, nr. 1, blz. 5
 +
*Berichten in genoemde dagbladen op [http://www.delpher.nl Delpher]
 +
*[[Bevolkingsregister|Bevolkingsregister Bergh]]
 +
*[http://www.archieven.nl Archieven.nl]
  
{{Onderwerp|Personen|Pastoors en Kapelaans|'s-Heerenberg|Stokkum}}
+
[[Categorie:Kapelaans 's-Heerenberg]] [[Categorie:Pastoors Stokkum]] [[Categorie:Begraafplaats Stokkum]]

Huidige versie van 14 sep 2023 om 06:32

Pastoor Van Sonsbeek
geschilderd door
Karl Pospischil

Gerardus Antonius Van Sonsbeeck was de eerste pastoor van Stokkum. Hij werd op 2 december 1878 geboren in huize De Gunne in Heino bij Zwolle als zoon van Hendrikus Allardus Johannes van Sonsbeeck en Theresia Francisca Maria Cornelia Mahie. Zijn vader was van 1886 tot 1913 burgemeester van Heino.

Priester van het aartsbisdom Utrecht

Zijn priesteropleiding

Van Sonsbeeck wilde missionaris worden en trad daarom in bij de congregatie van de Missionarissen van Scheut. Hij moest deze congregatie om gezondheidsredenen verlaten, en volgde daarna een priesteropleiding. Later, toen hij pastoor in Stokkum was, is een van zijn parochianen, Gerard Menting, missionaris van Scheut geworden. Wellicht heeft Van Sonsbeeck bij deze roeping een rol gespeeld.

Hij studeerde aan het grootseminarie Haarendael in het bisdom 's-Hertogenbosch en daarna aan het grootseminarie Rijsenburg in het aartsbisdom Utrecht. Op 16 december 1906 heeft de aartsbisschop hem in de kapel van het R.-K. Weeshuis in Utrecht tot priester gewijd.

In mei 1907 werd hij benoemd tot kapelaan in Uithoorn en in februari 1909 tot assistent in IJsselstein.

Kapelaan in 's-Heerenberg

Nadat hij ruim twee jaar assistent in IJsselstein was geweest, werd Van Sonsbeeck op 3 juli 1911 kapelaan van de Pancratiuskerk in 's-Heerenberg. Hij diende er onder pastoor Münninghoff en was de opvolger van kapelaan Swildens.

Tijdens zijn kapelaanschap in 's-Heerenberg werd de oprichting van de nieuwe parochie Stokkum voorbereid, die zou ontstaan door afscheiding van de parochie 's-Heerenberg. Van Sonsbeeck werd op 17 februari 1914 door de aartsbisschop van Utrecht aangewezen als bouwpastoor.

Van Sonsbeeck was beslist de juiste man om in Stokkum een parochie van de grond te tillen. Hij beschikte over veel contacten, had zakelijke aanleg en was van gegoede afkomst.

Uit de Nieuwe Tilburgsche Courant van
18 december 1906
Uit dagblad Het Centrum van 5 april 1911

Pastoor van Stokkum

Uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 27 mei 1915


Pastoor Van Sonsbeeck.jpg

Met de bouw van de Sint Suitbertuskerk in Stokkum werd in de herfst van 1914 begonnen. De inzegening vond plaats in mei 1915, waarmee Van Sonsbeeck de eerste pastoor van Stokkum werd. Zijn opvolger als kapelaan in 's-Heerenberg was kapelaan Akkerman.

Van oktober 1928 tot februari 1929 was kapelaan Van Weezel Errens Van Sonsbeecks assistent.

Van Sonsbeeck was een typisch Bourgondische dorpspastoor, die van wijn en jacht hield. Hij liet zich graag in de auto van smid Bongers in 's-Heerenberg rondrijden als hij leden van de bovenklasse bezocht. Zo was hij geregeld te gast bij de freule Brantsen op Wolkenland en bij de freule Alphonsa van Hugenpoth tot Aerdt op de Boetselaersborg. Zij was een dochter van burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt en had Van Sonsbeeck 2000 gulden geleend voor de bouw van zijn kerk. Toen zij in 1928 overleed, hebben haar erfgenamen de nog af te lossen 800 gulden kwijtgescholden.

Als de pastoor kwaad was, duurde een mis nooit langer dan een half uur. Dat was ook het geval toen Harmonie Volharding een voetbalwedstrijd opluisterde waarbij een elftal uit Zutphen niet het predicaat r.-k. voerde, wat hem niet aanstond. De volgende zondag hield hij de mis kort, maar de donderpreek bleef lang in het geheugen van de kerkgangers hangen.

Van Sonsbeeck schonk 10.000 gulden voor een ziekenhuis aan de Hofstraat in 's-Heerenberg, dat naar zijn overleden moeder werd vernoemd: de Sint-Theresia-Stichting. Bij de feestelijke opening op 16 juni 1930 heeft hij het ziekenhuis ingewijd.

Pastoor Van Sonsbeecks graf

Hij overleed slechts enkele weken later op 3 juli 1930 te Stokkum, nog maar 51 jaar oud. Zijn overlijden kwam onverwacht snel. Waar de ochtendeditie van 4 juli van dagblad De Tijd nog meldde dat pastoor Van Sonsbeeck door de deken Derksen van Terborg was bediend, moest de avondeditie al over zijn dood berichten. De avondeditie bevatte ook een overlijdensadvertentie.

De plechtige uitvaartdienst vond plaats op 7 juli, waarna de pastoor werd begraven op het kerkhof achter zijn kerk. Het Sint Oswaldusgilde stelde 25 gulden beschikbaar voor de grafsteen. In 1934 is hij herbegraven op het nieuwe kerkhof. Bij de herinrichting van het kerkhof onder pastoor Van Jaarsveld is zijn graf verplaatst naar het middenpad, vlak onder het grote kruis.

In een In Memoriam werd hij omschreven als "uiterlijk ruw en nors, maar met een hart van goud". Vooral zijn milddadigheid wordt geroemd.

Zijn opvolger was pastoor Beltman.

De Pastoor Van Sonsbeeckstraat in Stokkum is naar hem genoemd. Deze straat heette daarvoor de Kerkweg.

Zijn portret

Het priesterkoor van de Suitbertuskerk met de portretten van de pastoors Van Sonsbeeck en Nollen

Pastoor Van Sonsbeecks portret bovenaan deze pagina is in 1928 gemaakt door de Oostenrijkse schilder Karl Pospischil. Nadat het jarenlang achter in de kerk had gehangen, was het duidelijk aan een restauratie toe. Daarbij bleek dat Pospischil achterop het Bildnis des Hochwürdigen Herrn Pastors G.A. van Sonsbeeck juli- augustus 1928 een heel verhaal had geschreven. Ook onder de revers staat een stukje tekst.

Het portret hangt nu links in het priesterkoor van de Suitbertuskerk, waar rechts een portret hangt van pastoor Nollen, de laatste pastoor van Stokkum.

In opdracht van pastoor van Sonsbeeck maakte Karl Pospischil ook een panoramabeeld van Stokkum en de kerk gezien vanaf de Molenbult.

De Hulzenberg

Pastoor Van Sonsbeeck verwachtte niet dat hij jong zou sterven, want in de jaren voor zijn dood had hij nog grootse plannen. In november 1928 kocht de Hulzenberg, de heuvel tussen Stokkum en Beek, van Maximiliaan Lochner von Hüttenbach (baron Max), eigenaar van De Byvanck. Het Huis Hulzenberg aan de Boterweg was bij de koop inbegrepen.

Van Sonsbeeck wilde de Hulzenberg deels laten afgraven en op het terrein dat daarmee zou ontstaan een sanatorium stichten. De volksgezondheid had Van Sonsbeecks bijzondere belangstelling, en de gezonde boslucht van het Bergherbos leende zich uitstekend voor een dergelijke instelling. De bouwkosten zouden deels gedekt worden uit de verkoop van het afgegraven zand.

De volksgezondheid heeft hij nog wel kunnen dienen met een kleine onderneming in de schuur van Huis Hulzenberg, waar medicinale kruiden werden gedroogd en etherische oliën uit verschillende planten werden gedestilleerd. Hij heeft dit bedrijfje opgezet in samenwerking met rentmeester Peter Meisters en meester Harrie Vermeulen en met ondersteuning van baron Max en diens zoon jonker Theodor. De kruiden kwamen uit de tuin achter het huis of werden geleverd door landbouwers uit de omgeving. De gedroogde kruiden en de etherische oliën werden verkocht aan de Chemische Fabriek Naarden en enkele andere afnemers.

In april 1931, na zijn plotselinge overlijden het jaar daarvoor, kocht Jan van Heek de Hulzenberg voor f 40,520. Hiermee kwam er een abrupt einde aan de kruidenverwerking. Het koopcontract van 15 april 1931 bepaalde dat de kruidenvoorraad moest worden ingekuild en de destilleerderij worden ontmanteld voor 1 september, de dag waarop de koper zijn nieuwe bezit kon aanvaarden.

Bronnen