Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Smit, Marinus Antonius

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 27 sep 2023 om 08:11 (aanvulling uit toegevoegde bron)
Ga naar: navigatie, zoeken
Smit Marinus Antonius 1.jpg

In 's-Heerenberg en Emmerik

Marinus Antonius Smit, roepnaam Rinus, was in 's-Heerenberg onder meer stationschef en provisor van het Gasthuis Sint-Gertrudis. Hij werd op 4 december 1895 geboren in Leeuwarden als zoon van Johannes Hermanus Smit en Maria Anna Cornelia Mol.

Op 22 april 1911 verhuisde hij naar Hilversum. Vermoedelijk heeft hij daar de kweekschool bezocht, want hij heeft een onderwijzersopleiding gevolgd, maar dit beroep nooit uitgeoefend.

In de Eerste Wereldoorlog diende hij als reserveofficier. In 1919 verliet hij de actieve dienst als reserve 1e luitenant, maar is als reserveofficier beschikbaar gebleven. In die hoedanigheid is hem na vijftien jaar dienst het Officierskruis toegekend.

Op 14 maart 1919 werd Smit komend vanuit Leeuwarden ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Bergh. Als zijn beroep werd stationschef genoteerd. Zijn station zal de halte van de tramweg Zutphen-Emmerik op de Oude Grens bij het Patersklooster zijn geweest.

Op 29 april 1920 werd hij uitgeschreven naar Emmerik. Daar was hij kort daarvoor, op 20 april, getrouwd met Antonie Hubertine Fassin, geboren in Emmerik op 20 september 1892 als dochter van Heinrich Friedrich Fassin en Antonia Anna Scheers. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. Zijn vrouw was een nicht van Xaver Fassin. In Emmerik had Smit een herenmodezaak.

Op 23 maart 1932 vestigden Smit en zijn vrouw zich in 's-Heerenberg. Als zijn beroep werd toen vertegenwoordiger genoteerd. Later werd dit veranderd in belastingconsulent.

In de Tweede Wereldoorlog

Uit de Arnhemsche Courant van
21 augustus 1944

In de Tweede Wereldoorlog is Smit in december 1940 lid geworden van de NSB. Aanvankelijk was hij gewoon lid, maar later heeft hij een aantal functies binnen de partij vervuld. In 1942 volgde hij in Doetinchem een cursus voor burgemeester, waarna hij op het gemeentehuis van de gemeente Bergh heeft gewerkt. Daar was in april 1942 burgemeester Nederveen door de Duitse bezetter ontslagen en vervangen door de NSB'er Van der Werf. Toen in maart 1944 de burgemeester van Duiven, mr. W.J.F.A.R. van den Clooster baron Sloet tot Everlo, hetzelfde overkwam, werd Smit daar als waarnemend burgemeester aangesteld en op 15 augustus 1944 definitief benoemd. Daar kwam op 22 september 1944 het waarnemend burgemeesterschap van de gemeente Westervoort bij. In februari 1945 werd hij bovendien waarnemend burgemeester van de gemeente Hummelo en Keppel om daar de zieke burgemeester J.I. Cordes te vervangen.

In de jaren 1944–1945 was hij een van de vier NSB-provisoren van het Gasthuis Sint-Gertrudis. Zij werden aangesteld, nadat de Duitse bezetter de gemeenteraad bevel had gegeven het bestuur van het Gasthuis te vervangen.

De gemeente Duiven werd op 9 april 1945 bevrijd en diezelfde dag vaardigde de Commissaris Militair Gezag in Gelderland het besluit uit Smit per direct te schorsen in zijn functie van burgemeester van Duiven. De schorsing betrof tevens zijn waarnemend burgemeesterschap van Westervoort en van Hummelo en Keppel, en alle aan die functies verbonden inkomsten en voordelen. Hij werd geschorst omdat van hem, aldus een voorgedrukte algemene formulering op het gedrukte besluit, "op grond van zijn houding tijdens de vijandelijke bezetting niet de getrouwe medewerking aan het herstel van het Vaderland kan worden verwacht".

Na de Tweede Wereldoorlog

Smit Marinus Antonius 2.jpg

Na de bevrijding werd Smit gevangengenomen en moest in Doetinchem terechtstaan als NSB'er en in het bijzonder omdat hij NSB-burgemeester was geweest. Bij de uitspraak op 29 november 1946 werd hij onmiddellijk vrijgelaten, zodat zijn gevangenisstraf gelijk was aan zijn voorarrest. Verder werden hem zijn kiesrechten ontnomen en mocht hij geen openbaar ambt meer uitoefenen.

De relatief lichte straf had hij te danken aan gunstige verklaringen die diverse getuigen hadden afgelegd, waaronder een pastoor, schoolhoofden en andere notabelen en zakenlieden uit de gemeente Duiven. Ze zeiden: "Jammer dat het een NSB'er was, we hadden hem best als burgemeester willen houden". Zo heeft Smit toen de gemeente Duiven geëvacueerd moest worden ervoor gezorgd dat de inwoners niet naar Friesland hoefden, maar in Varsseveld onderdak kregen. Daar heeft hij zijn gemeenteambtenaren meermaals bezocht. Verder is het hem gelukt de gedwongen tewerkstelling voor de Organisation Todt zo lang mogelijk uit te stellen, en ook daarna nog te saboteren. Hij heeft de vordering van fietsen stopgezet, waarvoor hij zich bij de SS heeft moeten verantwoorden. Verder wist hij van een aantal onderduikers waar zij zich verborgen hielden, maar hij heeft niemand verraden. Door persoonlijke contact op te nemen met rijkscommissaris Seyss-Inquart, de hoogste Duitse bestuurder in Nederland, heeft hij kunnen voorkomen dat de kerktoren van Groessen opgeblazen werd.

Zijn veroordeling was geen aanleiding hem het Officierskruis te ontnemen.

Na zijn vrijlating was Smit enige tijd textielfabrikant in Heemskerk. Daarna werkte hij in een ijzerfabriek in Apeldoorn en was ten slotte directielid van een ijzerfabriek in Weert.

In zijn laatste jaren woonde hij met zijn vrouw in bejaardenhuis Van Berlo Heem in Weert. Daar vierden zij op 17 april 1970 hun gouden huwelijksjubileum. Zijn vrouw overleed op 1 maart 1971, 78 jaar oud. Smit overleed twee jaar later, op 7 maart 1973, 77 jaar oud.

Bronnen