Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Witte Paters: verschil tussen versies
k (→Bronnen: ON 89) |
|||
Regel 76: | Regel 76: | ||
De opvolgers van de Witte Paters in het Patersklooster waren de [[Salesianen van Don Bosco]]. | De opvolgers van de Witte Paters in het Patersklooster waren de [[Salesianen van Don Bosco]]. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Twee Witte Paters== | ||
+ | |||
+ | Na een lange tijd waren twee Witte Paters weer in 's-Heerenberg. Pater Hugo Henfelaar en Patrick Menzies, beide hebben hun studie genoten in het klooster van de witte paters te 's-Heerenberg (1953-1957). | ||
+ | Pater Hugo is in 1958 gewijd en zijn eerste heilige mis was in de St. Pancratius kerk te 's-Heerenberg. | ||
== Beeldmateriaal == | == Beeldmateriaal == |
Versie van 20 apr 2015 om 20:43
Inhoud
De tweede bewoners van het Patersklooster
In 1937 verlieten de jezuïeten het Patersklooster in 's-Heerenberg om terug te keren naar Duitsland. Dit kwam voor de Witte Paters goed uit, omdat zij juist in dat jaar de organisatie van de opleiding van hun paters hadden gewijzigd. Tot dan toe werden zij in internationale studiehuizen opgeleid, maar voortaan zou elke provincie (dat wil zeggen elk land) daar zelf voor zorgen. Binnen de Nederlandse provincie werden vier studiehuizen geopend: twee in Boxtel, een in Sterksel en een in 's-Heerenberg.
In deze studiehuizen werden de Nederlandse Witte Paters opgeleid voor de taak die hun congregatie zich gesteld had: de bekering van Afrika. De eigenlijke naam van de orde is dan ook Missionarissen van Afrika. Om hun band met Afrika, in het bijzonder met Noord-Afrika te tonen, dragen de Witte Paters Arabische klederdracht: een boernoes (burnous) – het witte Arabische gewaad waaraan zij hun naam danken – en op hun hoofd een rode fez. De grote rozenkrans om hun hals is een verwijzing naar het kralensnoer dat moslims dragen die de bedevaart naar Mekka gemaakt hebben.
De keuze van deze kledij was niet toevallig. De sociëteit van de Missionarissen van Afrika werd in 1868 gesticht door Charles Lavigerie (1825 – 1892), die aartsbisschop was van Algiers in Algerije. Het woord sociëteit geeft aan dat de Witte Paters geen kloosterorde zijn, maar een gemeenschap (of sociëteit) van apostolisch leven binnen de rooms-katholieke Kerk. De leden van een gemeenschap van apostolisch leven leiden een leven in gemeenschap, maar leggen geen kloostergeloften.
De intocht in 's-Heerenberg
In de vroege avond van 2 augustus 1937 arriveerden ongeveer tachtig Witte Paters met autobussen op de Molenbult aan de Drieheuvelenweg. Daar, op de grens van de parochie 's-Heerenberg, werden zij opgewacht door burgemeester Nederveen en andere Berghse notabelen, afvaardigingen van diverse verenigingen en belangstellenden.
Na een welkomstrede van de burgemeester trok de stoet te voet de stad in. De lange rij paters werd geflankeerd door vele bruidjes, en Harmonie Crescendo begeleidde het geheel met vrolijke muziek. Op de Markt was de beurt aan pastoor Galama om de paters welkom te heten. Daarna zong het aanwezige publiek onder leiding van meester Egbers het lied "Aan U, O Koning der Eeuwen". De avond werd afgesloten met een defilé voor het Patersklooster.
De sacramentsprocessie
De Witte Paters hebben veel betekend voor de bevolking van de gemeente Bergh. Zo stelden zij op Sacramentsdag (de tweede donderdag na Pinksteren) hun kloostertuin open voor de sacramentsprocessie. De grondwet van 1848 verbood processies en andere godsdienstoefeningen te houden buiten gebouwen en besloten plaatsen. Dit verbod (dat pas in 1983 werd opgeheven) gold niet in plaatsen waar zulke geloofsuitingen al voor 1848 onafgebroken hadden plaatsgevonden, zoals in Azewijn. Maar de tuin van het Patersklooster was een besloten ruimte, zodat er ook in 's-Heerenberg een processie gehouden kon worden. De tuin was dan prachtig versierd. Op de paden waren met gekleurd zaagsel schitterende afbeeldingen gemaakt, waar alleen priesters overheen mochten lopen. Deze versieringen hebben bij de plaatselijke bevolking een grote indruk achtergelaten.
De Tweede Wereldoorlog
Hulp aan parochies
Concrete hulp hebben de Witte Paters vooral in de Tweede Wereldoorlog gegeven. Nadat pastoor Galama en zijn kapelaans Van Rooijen en Hegge in augustus 1941 door de Duitsers waren gearresteerd, nam pater Wouters de leiding van de parochie over. Een aantal andere Witte Paters heeft hem hierbij voor kortere of langere tijd geassisteerd. Toen bekend werd dat pastoor Galama, net als kapelaan Van Rooijen, in gevangenschap was overleden, kwam in juli 1942 de nieuwe pastoor Horsthuis en keerden pater Wouters en zijn assistenten terug naar hun klooster.
In april 1943 werd pater Gommers aangesteld als vaste vervanger van de zieke pastoor Büter van Azewijn. Hij bleef daar tot hij na de oorlog, in februari 1946, naar de missie vertrok.
Het noodziekenhuis
Een groot gedeelte van de oorlog hadden de paters alleen de noordvleugel van hun klooster ter beschikking. De rest van het gebouw was door de Duitsers gevorderd en in gebruik bij de Kriegsmarine als Marine-Sanitätsschule.
Deze school vertrok in het najaar van 1944, omdat de geallieerden te dichtbij waren gekomen. Begin februari 1945 stonden de paters opnieuw een deel van hun klooster af, maar nu vrijwillig. Zij richtten op de derde verdieping van het klooster een noodhospitaal in voor zieke dwangarbeiders uit Kamp Rees.
Mede vanwege de hulp en bijstand die de Witte Paters tijdens de Tweede Wereldoorlog geboden hebben, is er nu een straat in 's-Heerenberg die Witte Paters heet.
Enkele Witte Paters in 's-Heerenberg
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven in 's-Heerenberg onder meer de volgende Witte Paters:
- Pater Coolen
- Pater Gommers
- Pater-Overste Moorman
- Pater Roeloffzen
- Pater Serrarens
- Pater Surig
- Pater Wouters
- Pater Op den Camp
Daarnaast komen in de bronnen de namen voor van pater Bosman en pater De Ruyter.
Paters die na de oorlog kwamen waren:
- Pater De Bekker
- Pater Degenhart
- Pater Hoppenreis
- ...
Het Afrikaans Museum
In 1953 openden de Witte Paters een Afrikaans Museum. Hierover verscheen op 9 juni 1953 het volgende artikel in een van de dagbladen.
De Witte Paters van Kardinaal Lavigerie hebben onlangs in een van de grote zalen van hun klooster te 's- Heerenberg een Afrikaans Museum geopend, vrucht van een initiatief van de huidige Provinciaal Pater Hartmann. Het Museum beoogt de bezoekers een zo volledig mogelijk beeld te geven van de zeden en gewoonten der bewoners van het zwarte werelddeel om tegen deze achtergrond het werk der missionarissen suggestiever te projecteren.
Overigens is het zover nog lang niet. Het museum is gesticht en daarmee is het zijn beginstadium ingegaan. In de expositiekasten —door de Broeders zelf gemaakt in eigen werkplaats— staan talrijke curiositeiten, kostbaarheden, houtsnijwerk, alles voorzien van verklarende bijschriften. Aan de wanden jachttrofeeën en jachtmateriaal. Zelfs is er een rots met opgezette dieren van de soorten die in Afrika voorkomen, leeuwen, luipaarden, wilde katten, enz.
Voorts ziet men er gebruiksvoorwerpen, kleding, muziekinstrumenten, attributen van tovenaars, maquettes van inheemse bouwsels en zelfs een miniatuurmissiepost. Ook is er een Arabische afdeling. Het museum is gedurende het zomerseizoen toegankelijk. Pater De Bekker, die land en volk van Afrika uit eigen ervaring kent, waarborgt een deskundige en vriendelijke rondleiding.
Toen de Witte Paters in 1958 het klooster verlieten, is een deel van de collectie overgebracht naar het Afrikamuseum van de Paters van de Heilige Geest in Berg en Dal. De Salesianen van Don Bosco, die na de Witte Paters het klooster betrokken, hebben het museum als Missiemuseum voortgezet.
Het vertrek van de Witte Paters
De Witte Paters waren in 1937 naar 's-Heerenberg gekomen omdat de opleiding van de paters van toen af op nationaal niveau georganiseerd was. In 1958 gebeurde het omgekeerde: de Witte Paters keerden terug naar internationale studiehuizen. Even was er sprake van dat de Engelstalige opleiding in 's-Heerenberg gevestigd zou worden, maar vanwege de landstaal buiten de kloosterpoort werd al gauw van dit idee afgestapt. De Engelstalige opleiding werd gevestigd in het klooster Mount Vernon ten noorden van Londen.
Op 10 augustus 1958 nam 's-Heerenberg afscheid van de Witte Paters. 's Morgens hield pater Wouters een afscheidspreek in de Pancratiuskerk, de kerk waar hij in de oorlog het pastoraat had waargenomen. De collecte tijdens deze mis leverde als afscheidsgeschenk van de parochie het niet geringe bedrag van 950 gulden op.
Toevallig werd er die dag een schuttersconcours in 's-Heerenberg gehouden. Zodoende konden vijftien schutterijen en gilden de paters een vendelhulde brengen. Om zes uur 's avonds begon de officiële afscheidsreceptie, waar deken-pastoor Van Dijk en de heer Helmink namens de parochie spraken en burgemeester De Leeuw namens de gemeente. Alle drie legden zij nadruk op de sterke band die tussen Bergh en de Witte Paters was ontstaan. Pater Moorman, die van 1937 tot 1947 overste van het klooster was, sprak tot slot een dankwoord uit.
De opvolgers van de Witte Paters in het Patersklooster waren de Salesianen van Don Bosco.
Twee Witte Paters
Na een lange tijd waren twee Witte Paters weer in 's-Heerenberg. Pater Hugo Henfelaar en Patrick Menzies, beide hebben hun studie genoten in het klooster van de witte paters te 's-Heerenberg (1953-1957). Pater Hugo is in 1958 gewijd en zijn eerste heilige mis was in de St. Pancratius kerk te 's-Heerenberg.
Beeldmateriaal
Foto's van de Witte Paters
In de collectie van Spaarnestad Photo] zijn foto's van de Witte Paters in 's-Heerenberg aanwezig. Ze zijn in 1939 gemaakt door de fotograaf Wiel van der Randen (1897-1949) en hieronder afgebeeld met de onderschriften van Spaarnestad. Het lijkt erop dat de termen pater en broeder willekeurig gebruikt zijn.
De twee laatste foto's in onderstaande galerij zijn niet van Van der Randen. De een na laatste foto is uit 1956 en van een onbekende fotograaf. Ook de laatste foto is van een onbekende fotograaf en bovendien uit een onbekend jaar. Hij maakt deel uit van een serie over de bouw van het zwembad, die te vinden is in Het Geheugen van Nederland.
Klik op de foto's voor een vergroting.
Door middel van lezingen, films, lichtbeelden en lessen hebben de Witte Paters de Kajotters voorbereid op hun nieuwe taak in Tanganjika (Afrika), 1956
Het zwembad van de Witte Paters. Dit lag achter de thans afgebroken kapel richting Don Rualaan, dus buiten het huidige Stadspark.
Witte Paters bij de Theresia Stichting met de Bruidjes. Rechts op de foto Mieneke Schuurman, zij maakte zich verdienstelijk voor de kerk.
Correspondentie
Gelukwensen van pater-overste Geurts aan de heer en mevrouw Schuurman in verband met de geboorte van hun zoon Benny.
Brief uit 1956 van pater Krijnen in Tanganjika (nu Tanzania) aan de familie Schuurman naar aanleiding van het overlijden aldaar van pater Bosman.
Bronnen
- Archief Benny Schuurman (B.C.J.A)
- Foto's van Witte Paters in GaHetna en Het Geheugen van Nederland
- De Graafschapbode van 4 augustus 1937 op Delpher
- Old Ni-js no. 38, blz. 75 en no. 60, blz. 35-53, no. 89, blz. 13-17