Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Joodse begraafplaats
Inhoud
Geschiedenis
Voor de Tweede Wereldoorlog
De Joodse begraafplaats aan de Zeddamseweg in 's-Heerenberg is omstreeks 1752 in gebruik genomen. Dit jaartal wordt genoemd in een rechtbankverslag uit 1765.
Op de eerste kadastrale kaart uit 1822 bestaat de begraafplaats uit twee percelen met een gezamenlijke oppervlakte van 2330 m2, toebehoord aan de "Israëlitische gemeente in 's-Heerenberg". Ze lagen in de sectie K, met perceel 220 het dichtst bij de Zeddamseweg en ten westen daarvan perceel 221. De eerste graven werden aangelegd in perceel 220.
Na 1890 was uitbreiding noodzakelijk, omdat de begraafplaats vol begon te raken. De omliggende gronden waren bezit van Huis Bergh, zodat Joseph Straus, de voorman van de Joodse Gemeente, op 4 april 1892 een brief schreef aan vorst Leopold, graaf van Bergh, met het verzoek een perceel af te staan. Dat moest vanwege de ongunstige financiële toestand van de Joodse Gemeente wel kosteloos gebeuren. Al op 9 mei 1892 antwoordde rentmeester Meijer dat het vorst Leopold had behaagd perceel K735 "ontentgeldelijk" af te staan. De officiële overdrachtsdatum werd uiteindelijk 22 juni 1894, waarbij de Joodse Gemeente f 30,- betaalde voor een pro forma koopcontract, inclusief vertaalkosten. Op 18 juli 1894 keurde ook de Hofkammer aan de Karlstraße in Sigmaringen de transactie goed.
Geldgebrek noodzaakte Joodse Gemeente in 1909 zo'n driekwart van perceel K735 te verkopen, waarmee de begraafplaats zijn huidige omvang van 2560 m2 kreeg. Op de topografische kaarten die vanaf 1850 verschijnen, is de begraafplaats duidelijk aangegeven, tot hij op de editie van 1956 ineens verdwenen is. In die tijd werden deze kaarten al gemaakt op basis van luchtfoto's, en blijkbaar was de begraafplaats toen al zo overwoekerd door bomen en struiken, dat hij vanuit de lucht niet meer te onderscheiden was.
De meeste van de huidige grafstenen staan op het gedeelte dat in 1894 is verkregen; alleen de negen oudste grafstenen staan verspreid op het oude gedeelte. Dit gedeelte is verder leeg, terwijl het, gezien de uitbreiding in 1894, zo goed als vol zou moeten zijn. Aangenomen wordt dat de graftekens in de loop der tijd verdwenen zijn, wellicht omdat ze van hout waren. Een andere mogelijkheid is dat sommige graven nooit een grafteken hebben gehad.
In de Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog hebben op deze begraafplaats nog twee begrafenissen plaatsgevonden; in november 1940 van Evelina Rosenberg-Jacobs en in maart 1942 van Izaak Cohen.
Een bizar feit is dat de Canadese bevrijders hier aan het eind van de oorlog 22 gesneuvelde Duitse militairen hebben begraven. Elf van hen waren aan hun verwondingen bezweken in de 2nd Canadian Casualty Clearing Station, een Canadees hospitaal in het Patersklooster in 's-Heerenberg. Op hun graven stond de afkorting D/W (Died of Wounds). Al deze militairen zijn op 19 oktober 1950 herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn.
Na de Tweede Wereldoorlog
De verwaarlozing begon na de Tweede Wereldoorlog, toen het voor de resterende Joodse gemeenschap in Nederland onhaalbaar was geworden haar ongeveer 250 begraafplaatsen goed te onderhouden; ook die in de gemeente Bergh niet. De 's-Heerenbergse Joden die de oorlog in de onderduik hadden overleefd, keerden niet terug naar de stad of vertrokken in de eerste naoorlogse jaren. De bezittingen van de Joodse Gemeente 's-Heerenberg, waaronder de begraafplaats, werden toen overgedragen aan de Joodse Gemeente in Doetinchem.
De Doetinchemse Joodse Gemeente zag geen kans de begraafplaats in 's-Heerenberg te onderhouden en stelde de toenmalige gemeente Bergh een ruil voor: de gemeente zou de kaarsenkroon uit de synagoge aan Het Kattenburg krijgen als zij het onderhoud op zich zou nemen. De kaarsenkroon hing op dat moment toch al in de burgemeesterskamer van het stadhuis aan de Hofstraat. De gemeente aanvaardde de ruil op 14 februari 1949, waarna de Stichting Huis Bergh het onderhoud in 1954 overnam.
Toch verwaarloosde de begraafplaats meer en meer. Bomen en struiken schoten op en de afrastering van palen en prikkeldraad was onwaardig. Op 18 juni 2002 kreeg de begraafplaats weliswaar de status van gemeentelijk monument (nr. 73), maar het verval ging langzaam maar zeker door. Frits Frauenfelder, bestuurslid van de Heemkundekring Bergh, nam het initiatief de begraafplaats te laten opknappen, waarbij wethouder Ruth Mijnen zich namens de gemeente Montferland aansloot. Met verdere steun van de Stichting Huis Bergh, het Nederlands Israëlitische Kerkgenootschap (NIK) en Rotary Bergh kon de opknapbeurt in juli 2020 van start gaan, waarbij de Joodse wet- en regelgeving in acht werd genomen. Een belangrijk aspect hierbij is dat begraafplaatsen volgens het Jodendom eeuwig zijn en daarom niet geruimd mogen worden.
De geraamde kosten van €41.350. Het plan is de begraafplaats op te nemen in een lesprogramma voor de groepen 6, 7 en 8. Rotary Bergh zorgt nu voor regelmatig onderhoud. Op 22 februari 2021 is begonnen met het kappen van de bomen. De opening voor het publiek is gepland voor 20 oktober 2021.
De graven
Op deze begraafplaats stonden sinds jaar en dag 22 grafstenen, waarvan de oudste uit 1832 stamt en de jongste uit 1942. In augustus 1911 zijn ten minste twee grafstenen vernield door de hitte van een brand die toen alle begroeiing heeft weggevaagd. Voor 1911 waren er wellicht dus 24 grafstenen. Aangezien uit de geschiedenis bekend is dat er veel meer graven moeten zijn, werd in het kader van de renovatie een zoekactie met prikstokken uitgevoerd. Hierbij werd inderdaad een weggezakte grafsteen gevonden. Hij was in stukken gebroken, maar kon na reparatie als 23e steen op zijn oorspronkelijk plek teruggeplaatst worden. Ook werden enkele brokstukken van grafstenen gevonden.
De grafstenen staan volgens de traditie van de Asjkenazische Joden rechtop (Sefardische graven hebben liggende grafstenen). Een ander kenmerk is dat zij naar het oosten gericht zijn, zodat de dode bij de opstanding aan het einde der tijden in de richting van Jeruzalem zal kijken.
De oudste graven 1–9 hebben alleen een Hebreeuwse tekst, soms met Jiddische elementen. Een uitzondering is graf 5, dat een Duitse tekst heeft met slechts één regel in het Hebreeuws. Op de overige grafstenen staat zowel een Hebreeuwse als een Nederlandse tekst.
De Hebreeuwse teksten beginnen steeds met פנ (PN, gelezen van rechts naar links) of met פט (PT, idem). PN staat voor Po Niqbar (hier is begraven); PT staat voor Po Tamoen (hier is verborgen). De tekst wordt steeds afgesloten met תנצבה (TNTsBH) wat staat voor Tijeh Nisjmato Tseroera Bitsroer Hachajim (zijn/haar ziel zij gebundeld in de bundel van het eeuwig leven).
De kan op de grafsteen van Barend Zwaab (graf 11) betekent dat hij een Leviet was, een lid van de stam van Levie. Levieten assisteren de priesters (cohaniem). Een van hun eretaken is water over de handen van de priesters te gieten terwijl die de zegen uitspreken.
Op de graven 2 en 5 na, heeft iedereen een familierelatie met een of meer van de andere hier begraven personen; als echtgenoot of echtgenote, als ouder, kind, broer of zus. Op het oude gedeelte komen al deze familierelaties voor, maar op het nieuwe gedeelte gaat het bijna uitsluitend om echtparen. Van vier van deze zes echtparen zijn in de oorlog kinderen en kleinkinderen omgekomen in de Holocaust. Dit zijn de echtparen Rosenberg–Jacobs (graven 19 en 22), Hijmans–Wertheim (graven 12 en 20) Straus– Hertz (graven 14 en 16) en Cohen–De Winter (graven 17 en 23). Meerdere van hen woonden in 's-Heerenberg toen zijn weggevoerd werden.
Graffoto's
1.
Simon Heijman,
eerste echtgenoot van 63.
Nathan Abraham Frank,
echtgenoot van 4,
vader van 64.
Roosje Frank-Pach,
echtgenote van 3,
moeder van 65.
Wilhelmine Zimmermann,
woonde bij 156.
Sara
Oppenheimer-Frank,
dochter van 3 en 4,
echtgenote van 17.
Joseph Simon,
broer van 8 en 98.
Leizer Simon,
broer van 7 en 99.
Bina Hertz-Levie,
zuster van 7 en 8,
moeder van 1610.
Levie Rosenberg,
echtgenoot van 18,
broer van 1911.
Barend Zwaab,
echtgenoot van 1312.
Hartog Hijmans,
echtgenoot van 2013.
Johanna Zwaab-Straus,
echtgenote van 1114.
Joseph Straus,
echtgenoot van 1615.
Sara Cohen-David,
moeder van 23;
5 woonde bij haar16.
Sara Straus-Hertz,
echtgenote van 14- Graf Jeannette Cohen.jpg
17.
Jeannetta
Cohen-De Winter,
echtgenote van 23 18.
Julia
Rosenberg-Rubens,
echtgenote van 10- Graf Godfried Rosenberg.jpg
19.
Gotfried Rosenberg,
echtgenoot van 22,
broer van 10 20.
Sibilla
Hijmans-Wertheim,
echtgenote van 1221.
Sallie Jacob,
echtgenote emigreerde na zijn dood naar Chili22.
Evelina
Rosenberg-Jacobs,
echtgenote van 1923.
Izaak Cohen,
zoon van 15,
echtgenoot van 17
Enkele overzichtsfoto's
Benny Schuurman maakte in 2014 en 2016 onderstaande overzichtsfoto's.
Werk in uitvoering:
Bronnen
- Bevolkingsregister Bergh
- Stenen Archief
- Jan Hoogakker in Old Ni-js nr. 27, blz. 79 en nr. 75, blz. 16-20
- Archieven.nl
- Inventarisatie Monumenten in Bergh
- Foto's begraafplaats, kaart Israelische begraafplaats 1919 enJoden begraafplaats uit het boek Jeus: Benny Schuurman
- Montferland Journaal van 8 juli 2020