Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
St. Martinus Wijnbergen
Inhoud
Inleiding
De St. Martinuskerk aan de Doetinchemseweg in Wijnbergen is op de grens van het graafschap Bergh gebouwd, omdat de katholieke eredienst in Doetinchem niet meer in het openbaar mocht worden uitgeoefend. Een brok van het middeleeuwse kerspel Doetinchem stond onder de rechtsmacht van de heren, sinds 1486 graven van Bergh.
Op 23 april 1705 werd Joannes Bernardus Plasman tot pastoor benoemd. Hij vestigde zich, evenals zijn voorgangers, op de Kemnade. Omdat de Kemnade in 1728 in andere handen overging, vestigde pastoor Plasman zich aan de Hoop in Wijnbergen, op de uiterste grens van het graafschap Bergh. Dit was het eerste zelfstandige kerkje dat na de Reformatie gesticht werd. Doetinchem en omgeving behoorden ook hiertoe.
Op het erf Ter Gun bij de Pol (Gaanderen) werden eveneens kerkdiensten gehouden. De pastoors van Wijnbergen namen ook daar de diensten waar.
In 1771 noteerde de pastoor in opdracht van de landdrost van Zutphen dat de kerk bezocht werd door de katholieken van de stad Doetinchem, de buurtschappen Gaanderen, Slangenburg, IJzevoorde, Oosselt, Langerak, Dichteren en Brunsveld onder Zelhem. Uitzonderingen: uit Gaanderen ging de huishouding van Haammaker naar Terborg en uit Dichteren gingen de bewoners van Barlham en Ter Hegge naar Wehl. Uit het graafschap Bergh gingen alle katholieke inwoners van Wijnbergen naar deze kerk met uitzondering van acht huishoudens die naar de Sint Oswalduskerk in Zeddam gingen.
In 1813 heeft de kerk door de hoge waterstand veel schade geleden. Pastoor Klein Tünte vroeg daarom een regeringssubsidie van 3000 gulden aan.
De Sint Martinusparochie maakte sinds 2010 deel uit van de Maria en Laurentius Parochie - welke in 2017 is opgegaan in de Maria Laetitia Parochie.
Als gevolg van de toenemende ontkerkelijking werd de kerk aan de eredienst onttrokken. De laatste kerkdienst werd gehouden op 20 september 2020. Op 23 mei 2021 konden belangstellenden het kerkgebouw voor de laatste keer vanbinnen bekijken. Het werd daarna omgebouwd tot opleidingscentrum.
De kerk zelf, het baarhuisje op het kerkhof achter de kerk en de naastgelegen pastorie uit 1856 zijn aangewezen als gemeentelijk monument. Het orgel in de kerk is een rijksmonument, zie hieronder.
Orgel
Bij het binnentreden van de kerk bevindt men zich onder het orgel. Dit is gebouwd door Julius Heinrich Derdack, meesterknecht bij de bekende orgelbouwer J.G. Lohman te Zutphen. Na het overlijden van laatstgenoemde zette de meesterknecht met de weduwe Lohman het bedrijf voort. Het is niet ondenkbaar dat Lohman het instrument nog grotendeels heeft gebouwd. Op de achterwand van de ventielkast bevindt zich een plaatje met het opschrift: "J.H. Derdack, orgelbauer 1872 Zutphen". Het front van het orgel is vijfdelig: een hoge halfronde en centrale middentoren en twee halfronde lagere zijtorens die twee enigszins concave (holrond) gedeelde velden flankeren. Het front telt in totaal 45 pijpen. In 1922 en in 1929 hebben reparaties aan het orgel plaats gehad.
De St. Martinuskerk is vanwege dit een eenklaviersorgel met negen registers een rijksmonument. Voor zover bekend is dit het enig bewaard gebleven instrument van de orgelmaker J.H. Derdack.
Gebrandschilderde ramen
De gebroeders Pelgrum schonken geld voor uitbreiding van de kerk. Uit dankbaarheid werden hun patroonheiligen afgebeeld in de gebrandschilderde ramen: Antonius, Jacobus en Wilhelmus.
De andere heiligen die zijn afgebeeld, zijn: Albertus, Andreas, Caecilia, Elisabeth, Gregorius, Martinus en Willibrordus.
Schilderijen
In de kerk hangen drie werken van Metellus, die hij in 1781 vervaardigde. Oorspronkelijk deden zij dienst als altaarstukken. Nu hangen zij als afzonderlijke schilderijen in de parochiezaal. In 2005 werden deze kunstwerken gerestaureerd, omdat ze in deplorabele toestand verkeerden. De werken stellen voor de Aanbidding der Wijzen (afkomstig van het hoogaltaar), Het kind Jezus verschijnt aan de H. Antonius van Padua en de H. Dominicus ontvangt de rozenkrans van Maria.
Beeldmateriaal
Klokken
De Martinuskerk bezit twee klokken die in de Tweede Wereldoorlog op 7 januari 1943 naar beneden worden gehaald. Het ene klokje is historisch niet interessant en wordt rechtstreeks naar Hamburg gezonden om in de smeltoven te verdwijnen; het is de klok die bij de grote verbouwing van de kerk in 1910 door Eysbouts te Asten is geleverd en die O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand is gedoopt. Het voormalige 's-Heerenbergse raadhuisklokje van Segewijn Haitiseren (1531) wordt naar Ulft vervoerd en als alarmklok gehangen in de toren van de Sint-Petrus en Pauluskerk. (Waar is het nu?)
Tegenwoordig heeft de Martinuskerk één klok die in een vrijstaande klokkenstoel achter de kerk hangt. In 2017 was restauratie van de klokkenstoel noodzakelijk. Die werd begin 2018 voltooid, zodat de klok op 17 februari van dat jaar weer kon luiden.
Ook de kerk in Braamt heeft een vrijstaande klokkenstoel. De klokkenstoel van de inmiddels afgebroken Emmauskerk in 's-Heerenberg-Lengel stond bovenop een toren die weliswaar met het kerkgebouw verbonden was, maar de klokken hingen in de openlucht. De protestantse kerk in 's-Heerenberg heeft van 1469 tot 1821 een vrijstaande klokkentoren gehad.
Pastoors
|
|
Kaart
Bronnen
Literatuur, aanwezig in de bibliotheek van de Heemkundekring Bergh:
- J.W.S. Steijntjes e.a.: Wetenswaardigheden en programma St. Martinuskerk Wijnbergen 200 jaar (1978)
- A.K. Kisman (na 1992): St. Martinuskerk Wijnbergen (gemeente Doetinchem)
- John Thoben: De klokken van 's-Heerenberg (in Old Ni-js nr. 25, opnieuw geplaatst in Old Ni-js nr. 51)
- Inzake schilderijen: Frans van Gorkum
- Vreugdebode van maart 2018, blz. 23, en mei-juni 2018, blz. 13
- De Gelderlander van 8 februari 2020 en 4 mei 2021