Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Frederik II van den Bergh: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Frederik II van den Bergh''' was van 1312 tot zijn dood in 1331 heer van Bergh. Hij was de opvolger van zijn vader [[Adam II van de…')
 
k (Bronnen: cat)
 
(18 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Frederik II van den Bergh''' was van [[1312]] tot zijn dood in [[1331]] [[Graven van den Bergh|heer van Bergh]]. Hij was de opvolger van zijn vader [[Adam II van den Bergh]].
+
== Achtste heer van Bergh ==
 +
'''Frederik II van den Bergh''' was van [[1312]] tot zijn dood in [[1331]] de achtste [[Graven van den Bergh|heer van Bergh]]. De naam Frederik kwam in het geslacht Van den Bergh vaker voor. [[Frederik van den Bergh|Klik hier]] voor een overzicht.
  
Omstreeks [[1305]] trouwde hij met Elisabeth van Millen, dochter van Willem II van Millen, heer van Wickrath en Grebben, en Catharina van Boxtel.
+
Hij was de opvolger van zijn vader [[Adam II van den Bergh]]. Zijn moeder was [[Hedwig van Randerode]]. Omstreeks [[1305]] trouwde hij met [[Elisabeth van Millen]], dochter van [[Willem van Millen|Willem II van Millen]], heer van Wickrath en [[Grubbenvorst|Grebben]], en Catharina van Boxtel.
 
 
In [[1319]] ontving heer Fredrik van de graaf van [[Gelderland|Gelre]] de verklaring dat Gelre nooit het recht had gehad in Bergh belasting te heffen en ook nooit zou trachten dat recht uit te oefenen. Deze verklaring is eeuwenlang door de heren en daarna de graven van Bergh gebruikt om tegenover Gelre te bewijzen dat het [[land van den Bergh]] soeverein is.
 
  
 
Van heer Frederik zijn vier kinderen bekend:
 
Van heer Frederik zijn vier kinderen bekend:
Regel 11: Regel 10:
 
*Justina, die in [[1339]] trouwde met Johan van Zuylen tot Anholt
 
*Justina, die in [[1339]] trouwde met Johan van Zuylen tot Anholt
  
Heer Frederik overleed op 30 juni [[1331]] in Kirchhellen (Kerkhellen) bij Recklinghausen. Zijn kinderen waren toen nog minderjarig. Hun oom Evert van Heeckeren tot Ulft werd toen als hun voogd aangesteld.
+
== Heer van Etten en Gendringen ==
 +
In [[1341]] [[Leenrecht|beleende]] de aartsbisschop van Keulen, Walram van Gulik ([[1332]]–[[1349]]), heer Frederiks zoon Adam met de [[Rechtspraak|hoge en lage jurisdictie]] in [[Etten]] en [[Gendringen]], het [[collatierecht]] en de [[tiendrecht|tienden]] van de kerk van Gendringen, [[Gruitrecht|de gruit]] en [[Muntrecht|de munt]] aldaar, enige vazallen van de kerk van Keulen wonende tussen [[Kleef]] en Xanten, en de tienden in [[Hanselaer]]. De leenbrief vermeldt dat heer Frederik ook al met deze rechten beleend is geweest. Hoewel oudere leenbrieven dan die van aartsbisschop Walram niet bewaard zijn gebleven, kan geconcludeerd worden dat heer Frederik al heer van Etten en Gendringen was. De rechten van Etten had hij óf zijn vader [[Adam II van den Bergh|heer Adam II]] in het begin van de [[:Categorie:Jaartallen 1300-1399|14e eeuw]] gekocht van ene heer Stephanus van Hese. Met de belening van 1341 voegde aartsbisschop Walram de heerlijkheden Etten en Gendringen juridisch samen tot één geheel.
 +
 
 +
Op 7 november [[1346]], toen Frederiks zoon Adam als heer van [[Land van den Bergh|Bergh]] was, gaf aartsbisschop Walram toestemming de gruit en de munt over te brengen naar [['s-Heerenberg]]. Op 11 november bevestigde Adam dat hij deze rechten in 's-Heerenberg zou uitoefenen ''gelijk zijn vader Frederik had gedaan''. Deze woorden duiden erop dat heer Frederik beide rechten al voor zijn dood in [[1331]] in 's-Heerenberg had uitgeoefend. De toestemming van aartsbisschop Walram in 1346 lijkt dus eerder de bevestiging van een bestaande situatie dan een nieuw besluit. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat in Gendringen ooit [[Berghse munten]] geslagen.
 +
 
 +
== Bergh soeverein ==
 +
In [[1319]] ontving heer Fredrik van de graaf van [[Gelderland|Gelre]] de verklaring dat Gelre nooit het recht had gehad in Bergh belasting te heffen en ook nooit zou trachten dat recht uit te oefenen. Deze verklaring is eeuwenlang door de heren en daarna de graven van Bergh gebruikt om tegenover Gelre te bewijzen dat het [[Land van den Bergh]] soeverein is.
 +
 
 +
== Zijn overlijden ==
 +
Heer Frederik overleed op 20 juni 1331 in Kirchhellen (Kerkhellen) bij Recklinghausen. Er zijn twee bronnen bekend waarin zijn dood, net als die van zijn vrouw, wordt vermeld: in het ''[[aldt boecksken]]'', dat wordt bewaard in het [[Archief Huis Bergh|archief]] van [[Huis Bergh]], en in het [[Necrologium van Elten]], dat deel uitmaakt van de [[Kunstverzameling Huis Bergh|kunstverzameling]] van Huis Bergh.
 +
 
 +
=== Het ''aldt boecksken'' ===
 +
Het ''aldt boecksken'' is een [[:Categorie:Jaartallen 1400-1499|15e-eeuws]] afschrift van een verloren gegaan register met een lijst van overleden heren van Bergh en hun familieleden. De lijst begint met de bede ''In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti, amen''. Hierna volgt als vierde, in een mengsel van Middelnederlands en Latijn, de vermelding van Frederiks overlijden. Als jaar van overlijden staat er [[1321]] in plaats van 1331:
 +
 
 +
::''Anno domini MCCCXXI bleeff doet her Frederik, heer ten Berghe, toe Kerckhelle, ipso die Rufinae martiris, prima die ante Albani martiris.''
 +
 
 +
Frederiks sterfdag 20 juni was (toen) de naamdag van de martelares Rufina, een dag voor de naamdag van de heilige Albanus van Mainz.
 +
 
 +
=== Het Necrologium van Elten ===
 +
De vermelding in het Necrologium van Elten is bijzonder, omdat dit dodenboek slechts zeven telgen uit het geslacht Van den Bergh vermeldt. Naast heer Frederik II en zijn vrouw, zijn dit zijn [[Ermgard van den Bergh|zus Ermgard]], zijn [[Willem I van den Bergh|zoon Willem]] en verder [[Aleydis van den Bergh|Aleydis]], [[Frederik van den Bergh (onwettig)|Frederik]] en [[Heilwich van den Bergh]], vermoedelijk alle drie buitenechtelijke kinderen van zoon Willem.
 +
 
 +
Ermgard was van [[1334]] tot [[1365]] abdis van het [[Stift Elten]] en daarmee waarschijnlijk de reden dat heer Frederik en de andere vijf Van den Berghs in het dodenboek vermeld staan. Frederik overleed weliswaar drie jaar voor zijn zus abdis werd, maar zij kan toen al als kanunnikes ingetreden zijn. Frederiks vrouw overleed in [[1355]], tijdens de regering van haar schoonzus Ermgard.
 +
 
 +
Heer Frederik staat vermeldt op ''XV Kal Jul.'' (17 juni), drie dagen eerder dan de datum in het ''aldt boecksken''. Wellicht is 17 juni de dag waarop hij in Kirchhellen overleed en 20 juni de dag waarop hij [[Graven van graven|begraven]] werd. Gezien de vermelding in het Necrologium zal dit in het Stift Elten hebben plaatsgevonden. De tekst luidt:
 +
 
 +
::''o[biit] D[omi]n[u]s Fredericus D[omi]n[u]s de monte nobilis q[ui] cont[ulit] ann[uatim] de x marcis in aeswen, campanis ut uni pers[one] j marc[a]''
 +
::stierf heer Frederik edele heer van Bergh die jaarlijks tien mark aan [[Azewijn]] gaf, klokken (luiden) voor een persoon 1 mark.
  
Heer Fredriks vrouw overleed op 29 april [[1355]]. Via haar was de heerlijkheid [[Grubbenvorst|Grebben]] aan het geslacht Van den Bergh gekomen.
+
Voor heer Frederik werden in het Stift Elten blijkbaar geen herdenkingsmissen opgedragen, maar werd hij tegen betaling van 1 mark overluid. Er staat niet bij hoelang, wanneer en hoe vaak de kerkklokken voor hem geluid werden.
  
De naam Frederik kwam in het geslacht Van den Bergh vaker voor. [[Frederik van den Bergh|Klik hier]] voor een overzicht.
+
== Voogdij over zijn kinderen ==
 +
Heer Frederiks kinderen waren bij zijn overlijden nog minderjarig. Hun oom Evert van Heeckeren tot Ulft, echtgenoot van hun vaders [[Mechteld van den Bergh|zus Mechteld]], werd toen als hun voogd aangesteld.
  
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==
[[Het archief van het Huis Bergh]], blz. 18–19
+
*[[Het archief van het Huis Bergh (boek)]], blz. 18–19
 
*[[Huis Bergh – kasteel-kunst-geschiedenis]], blz. 28  
 
*[[Huis Bergh – kasteel-kunst-geschiedenis]], blz. 28  
 
*R.W.Tadama in ''Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg'', uitgeverij I.A. Nijhoff, [[Arnhem]] ([[1846]]), blz. 6
 
*R.W.Tadama in ''Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg'', uitgeverij I.A. Nijhoff, [[Arnhem]] ([[1846]]), blz. 6
 +
*[[Archief Huis Bergh]] inventarisnummers 1617 en 3980, regesten 93, 102 en 103, en inventarisnummer 1871, met een transcriptie door [[Schilfgaarde, Mr. Anthonie Paul van|mr. A.P. van Schilfgaarde]] in: ''Oude aanteekeningen omtrent de heeren en graven van den Bergh'', [http://www.knggw.nl ''Maandblad van het Genealogisch-Heraldisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw''], 45ste jaargang (1927), nr. 4, blz. 98
 +
*[http://www.heiligen.net Heiligenkalender]
 +
*''Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij'', N.C. Kist; Leiden (1853), blz. 83 ([http://books.google.com Google Books])
  
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis de Monte]]
+
[[Categorie:Graven van den Bergh|B]] [[Categorie:Huis de Monte|B]] [[Categorie:Necrologium van Elten|B]] [[Categorie:Graven van graven|B]]

Huidige versie van 4 jun 2022 om 10:38

Achtste heer van Bergh

Frederik II van den Bergh was van 1312 tot zijn dood in 1331 de achtste heer van Bergh. De naam Frederik kwam in het geslacht Van den Bergh vaker voor. Klik hier voor een overzicht.

Hij was de opvolger van zijn vader Adam II van den Bergh. Zijn moeder was Hedwig van Randerode. Omstreeks 1305 trouwde hij met Elisabeth van Millen, dochter van Willem II van Millen, heer van Wickrath en Grebben, en Catharina van Boxtel.

Van heer Frederik zijn vier kinderen bekend:

  • Adam, die zijn vader opvolgde.
  • Willem, die zijn broer Adam opvolgde
  • Frederik, heer van Grebben
  • Justina, die in 1339 trouwde met Johan van Zuylen tot Anholt

Heer van Etten en Gendringen

In 1341 beleende de aartsbisschop van Keulen, Walram van Gulik (13321349), heer Frederiks zoon Adam met de hoge en lage jurisdictie in Etten en Gendringen, het collatierecht en de tienden van de kerk van Gendringen, de gruit en de munt aldaar, enige vazallen van de kerk van Keulen wonende tussen Kleef en Xanten, en de tienden in Hanselaer. De leenbrief vermeldt dat heer Frederik ook al met deze rechten beleend is geweest. Hoewel oudere leenbrieven dan die van aartsbisschop Walram niet bewaard zijn gebleven, kan geconcludeerd worden dat heer Frederik al heer van Etten en Gendringen was. De rechten van Etten had hij óf zijn vader heer Adam II in het begin van de 14e eeuw gekocht van ene heer Stephanus van Hese. Met de belening van 1341 voegde aartsbisschop Walram de heerlijkheden Etten en Gendringen juridisch samen tot één geheel.

Op 7 november 1346, toen Frederiks zoon Adam als heer van Bergh was, gaf aartsbisschop Walram toestemming de gruit en de munt over te brengen naar 's-Heerenberg. Op 11 november bevestigde Adam dat hij deze rechten in 's-Heerenberg zou uitoefenen gelijk zijn vader Frederik had gedaan. Deze woorden duiden erop dat heer Frederik beide rechten al voor zijn dood in 1331 in 's-Heerenberg had uitgeoefend. De toestemming van aartsbisschop Walram in 1346 lijkt dus eerder de bevestiging van een bestaande situatie dan een nieuw besluit. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat in Gendringen ooit Berghse munten geslagen.

Bergh soeverein

In 1319 ontving heer Fredrik van de graaf van Gelre de verklaring dat Gelre nooit het recht had gehad in Bergh belasting te heffen en ook nooit zou trachten dat recht uit te oefenen. Deze verklaring is eeuwenlang door de heren en daarna de graven van Bergh gebruikt om tegenover Gelre te bewijzen dat het Land van den Bergh soeverein is.

Zijn overlijden

Heer Frederik overleed op 20 juni 1331 in Kirchhellen (Kerkhellen) bij Recklinghausen. Er zijn twee bronnen bekend waarin zijn dood, net als die van zijn vrouw, wordt vermeld: in het aldt boecksken, dat wordt bewaard in het archief van Huis Bergh, en in het Necrologium van Elten, dat deel uitmaakt van de kunstverzameling van Huis Bergh.

Het aldt boecksken

Het aldt boecksken is een 15e-eeuws afschrift van een verloren gegaan register met een lijst van overleden heren van Bergh en hun familieleden. De lijst begint met de bede In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti, amen. Hierna volgt als vierde, in een mengsel van Middelnederlands en Latijn, de vermelding van Frederiks overlijden. Als jaar van overlijden staat er 1321 in plaats van 1331:

Anno domini MCCCXXI bleeff doet her Frederik, heer ten Berghe, toe Kerckhelle, ipso die Rufinae martiris, prima die ante Albani martiris.

Frederiks sterfdag 20 juni was (toen) de naamdag van de martelares Rufina, een dag voor de naamdag van de heilige Albanus van Mainz.

Het Necrologium van Elten

De vermelding in het Necrologium van Elten is bijzonder, omdat dit dodenboek slechts zeven telgen uit het geslacht Van den Bergh vermeldt. Naast heer Frederik II en zijn vrouw, zijn dit zijn zus Ermgard, zijn zoon Willem en verder Aleydis, Frederik en Heilwich van den Bergh, vermoedelijk alle drie buitenechtelijke kinderen van zoon Willem.

Ermgard was van 1334 tot 1365 abdis van het Stift Elten en daarmee waarschijnlijk de reden dat heer Frederik en de andere vijf Van den Berghs in het dodenboek vermeld staan. Frederik overleed weliswaar drie jaar voor zijn zus abdis werd, maar zij kan toen al als kanunnikes ingetreden zijn. Frederiks vrouw overleed in 1355, tijdens de regering van haar schoonzus Ermgard.

Heer Frederik staat vermeldt op XV Kal Jul. (17 juni), drie dagen eerder dan de datum in het aldt boecksken. Wellicht is 17 juni de dag waarop hij in Kirchhellen overleed en 20 juni de dag waarop hij begraven werd. Gezien de vermelding in het Necrologium zal dit in het Stift Elten hebben plaatsgevonden. De tekst luidt:

o[biit] D[omi]n[u]s Fredericus D[omi]n[u]s de monte nobilis q[ui] cont[ulit] ann[uatim] de x marcis in aeswen, campanis ut uni pers[one] j marc[a]
stierf heer Frederik edele heer van Bergh die jaarlijks tien mark aan Azewijn gaf, klokken (luiden) voor een persoon 1 mark.

Voor heer Frederik werden in het Stift Elten blijkbaar geen herdenkingsmissen opgedragen, maar werd hij tegen betaling van 1 mark overluid. Er staat niet bij hoelang, wanneer en hoe vaak de kerkklokken voor hem geluid werden.

Voogdij over zijn kinderen

Heer Frederiks kinderen waren bij zijn overlijden nog minderjarig. Hun oom Evert van Heeckeren tot Ulft, echtgenoot van hun vaders zus Mechteld, werd toen als hun voogd aangesteld.

Bronnen