Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Torenmolen: verschil tussen versies
k (→Andere torenmolens: afbeeldingen) |
k (→Andere torenmolens: kleine aanvulling) |
||
Regel 87: | Regel 87: | ||
== Andere torenmolens == | == Andere torenmolens == | ||
− | Behalve in Zeddam is er tegenwoordig in Nederland nog twee torenmolens: de Buitenmolen in [[Zevenaar]], en de torenmolen in Gronsveld (Limburg). In [[Dornick]] bij [[Emmerik]] staat nog de romp van een torenmolen, die nu als woonhuis in gebruik is. | + | Behalve in Zeddam is er tegenwoordig in Nederland nog twee torenmolens: de Buitenmolen in [[Zevenaar]], en de torenmolen in Gronsveld (Limburg). In [[Dornick]] bij [[Emmerik]] staat nog de romp van een torenmolen, die nu als woonhuis in gebruik is. Bij kasteel [[Well]] staat nog de ruïne van een torenmolen. Molen De Zwaan in het Betuwse Lienden wordt door sommigen wel en door anderen niet als torenmolen gezien. |
{| | {| |
Versie van 23 okt 2019 om 07:18
Inhoud
Geschiedenis
De Torenmolen in Zeddam is een van de vier dwang- of banmolens, die Willem II van den Bergh tegen 1450 heeft laten bouwen. De dwangmolens in Didam en Gendringen waren van hetzelfde type. Alleen die in 's-Heerenberg was een houten standerdmolen.
De Zeddamse molen is de enige die van deze vier nog bestaat. Het bouwjaar moet vóór 1441 liggen, want in dat jaar wordt er in Zeddam al een molen vermeld. Er is geen voorganger bekend, zodat het om de molen moet gaan die er nu nog staats. Aanvankelijk was de molen van Zeddam een filiaal van de 's-Heerenbergse molen. Hij maalde het graan van de boeren uit het grootste deel van wat later de gemeente Bergh werd: Azewijn, Beek, Braamt, Kilder, Stokkum, Vethuizen, Vinkwijk en Wijnbergen.
Uit een akte van 5 oktober 1451 die bewaard wordt in het archief van Huis Bergh blijkt dat heer Willem II uit elk van zijn molens te Berge, Sedam, Diedam en Gendringen een rente van een malder rogge en een malder malt schonk aan het Gasthuis in de Kellenstraat.
In 1839 werd de molen ingrijpend verbouwd. Vanbuiten veranderde het aanzicht doordat de buitentrap werd vervangen door binnentrappen. Vanbinnen veranderde er meer: er kwam een tweede koppel molenstenen en er werden twee zolders bijgemaakt. In het onderste deel van de molen, dat nog niet gebruikt werd, kwam ruimte voor opslag en voor de maalderij. Ook werd er een hijswerktuig (luiwerk) geïnstalleerd waarmee zakken graan en meel op windkracht omhoog en omlaag getakeld konden worden.
De heren en graven verpachtten de molen steeds voor periodes van zes jaar, tot vorst Leopold hem in 1904 verkocht aan molenaar Hermanus Gerretschen. In 1928 werd de molen voor sloop te koop aangeboden. Hierop heeft dr. Jan Herman van Heek, sinds 1912 eigenaar van Huis Bergh, hem in 1929 gekocht en gerestaureerd.
Sindsdien is de molen in 1963, 1974, 1990 en 2005 nogmaals gerestaureerd. Hierbij is altijd terughoudendheid betracht, zodat authentieke onderdelen zoveel mogelijk behouden konden blijven.
Begin 2017 stond de molen vier weken lang zonder wieken. In de werkplaats van molenmakersbedrijf Groot Wesseldijk in Lochem werden de roeden voorzien van nieuw hout. De kosten van rond de 30.000 euro werden voor de helft gedragen door de Stichting Huis Bergh. De overheid heeft de andere helft voor zijn rekening genomen.
Koninklijk bezoek
In 1993 heeft prins Claus in zijn hoedanigheid van beschermheer van de Vereniging de Hollandsche Molen een bezoek aan de Torenmolen gebracht. Dit gebeurde in verband met de voltooiing van de restauratie die in 1990 was begonnen. Na zijn bezoek aan de Torenmolen is prins Claus nog naar Huis Bergh geweest.
Een denkbeeldige rondgang door de molen omstreeks het jaar 1800
Sinds 1839 gaan we door de brede deuren de molen binnen. Nu doen wij dat in gedachten via de buitentrap door de oorspronkelijke ingang, hoog in de molen. Sinds de verbouwing van 1839 was hier onder de belt een stenen gewelf. Dit in slechte staat geraakte gewelf is in de voorfase van de restauratie vervangen door een op verouderde gegevens berustende reconstructie van de middeleeuwse toestand. Een en ander staat geheel op zichzelf, omdat voor het overige bij de restauratie bewust is uitgegaan van de situatie zoals die in 1839 is ontstaan. Wij zien hier een geheel gesloten molenromp. Binnen is tot de huidige luizolder één hoge, niet toegankelijke ruimte. Tegen de romp bevindt zich een houten plankier, als een gedeeltelijk rondgaande stelling. Deze rust op radiaal in de muur opgelegde balken en wordt gedragen door een buitensluiting, gesteund door één houten staander met schoren.
In 1721 is de overeenkomstige constructie die toen nog op de Zevenaarse Buitenmolen bestond, gedetailleerd beschreven. Dichtgezette openingen van de liggers kunnen we in Zeddam tegenwoordig boven de belt nog in de muur zien. Hieruit blijkt, dat de belt vóór 1839 hoger en de lengte van het gevlucht korter was. De belt wordt vanaf het maaiveld bereikt met een trap. In het plankier is een luik aanwezig waardoor de zakken met graan met handkracht worden opgehesen en de meelzakken worden neergelaten, de muur is hier behoorlijk uitgesleten. Er moet dus onder het plankier zo veel ruimte zijn, dat de boeren met paard en wagen dicht langs de molenmuur kunnen rijden.
Sabotage op de Torenmolen in 1664
Op 31 december 1663 liep het pachtcontract van molenaar Reinier Jansen af. Jansen wilde de molen opnieuw pachten, maar ene Herman ter Voort bood meer; niet voor zichzelf, maar voor zijn neef Tonnis Ariaens.
Jansen moest de molen nu afstaan. Hij was daar zo kwaad over dat hij wraak liet nemen op de nieuwe molenaar. Hij gaf zijn knecht Peter Iserman opdracht de praam met vet in te smeren. De praam (of vang) is de reminstallatie waarmee de wieken worden stilgezet. Als die met vet onklaar is gemaakt, blijven de wieken ongecontroleerd doordraaien.
Op 2 januari 1664 werd de molen zoals gebruikelijk door deskundigen gecontroleerd, voordat hij aan de nieuwe molenaar werd overgedragen. De deskundigen waren (toevallig of niet) Tonnis Ariaens' zonen Gerrit, die mulder was van de molen in Etten, en Jan, molenaar in Lichtenvoorde. Zij ontdekten de sabotage! Er volgde een gerechtelijk onderzoek met het resultaat dat Peter Iserman werd veroordeeld.
Op 19 februari werd het vonnis uitgesproken. Iserman moest op het schavot gegeseld worden en daarna worden verbannen uit het graafschap Bergh en bijbehorende heerlijkheden. Ook moest hij de kosten van zijn voorarrest van 68 dagen betalen: 75 gulden en 5 stuiver.
Gravin Madeleine, regentes voor haar minderjarige zoon Oswald III, was de veroordeelde genadig: Iserman hoefde niet op het schavot gegeseld te worden. Hij moest wel verbannen worden. Zo werd hij op 11 maart 1664 uit 's-Heerenberg verjaagd.
Op de avond van 25 november 1982, toen de Heemkundekring Bergh zich in Zeddam voor het eerst presenteerde, heeft John Thoben een voordracht gehouden over de Torenmolen. De tekst van deze voordracht is gepubliceerd in het eerste nummer van Old Ni-js van 23 februari 1983 en nogmaals in nummer 51 van juli 2002. Het bovenstaande is slechts een summiere samenvatting van alle details die Thoben heeft kunnen achterhalen.
De Foto- en filmgroep voltooide in 2009, na een voorbereiding van drie jaar, de film Sabotage op de Torenmolen. Aan deze productie hebben meer dan honderd mensen meegewerkt.
Molenaars
|
|
Andere torenmolens
Behalve in Zeddam is er tegenwoordig in Nederland nog twee torenmolens: de Buitenmolen in Zevenaar, en de torenmolen in Gronsveld (Limburg). In Dornick bij Emmerik staat nog de romp van een torenmolen, die nu als woonhuis in gebruik is. Bij kasteel Well staat nog de ruïne van een torenmolen. Molen De Zwaan in het Betuwse Lienden wordt door sommigen wel en door anderen niet als torenmolen gezien.
Kaart
Bronnen
- De torenmolen op de website van Huis Bergh
- Archief Huis Bergh, inventarisnummer 2887 en regest 9
- Molendatabase, databasenummer 304
- Old Ni-js nr.1, blz. 6–12 en Old Ni-js nr.51, blz. 60–69
- De Gelderlander, editie Liemers, van 25 januari 2017
- Foto's van de molen op Zeddam Info
- Torenmolen op Wikipedia