Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Hendrik van den Bergh (1573-1638): verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Hendrik van den Bergh hernoemd naar Hendrik van den Bergh (16e eeuw): ter onderscheid)
k (Bronnen: cat)
 
(24 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Hendrik graaf van den Bergh''' (Bremen, [[1573]] - 22 mei [[1638]]), was de zoon van [[Willem IV van den Bergh]] en [[Maria van Nassau]]. Hij was heer van [[Stevensweert]], was een [[Militairen|Nederlands militair]] in Spaanse dienst tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]] en stadhouder van [[Opper-Gelre|Spaans Gelre]].
+
[[Bestand: Hendrik vd Bergh door Otto van Veen.png|thumb|right|400px|'''<center>Graaf Hendrik door Otto van Veen'''<br><small>Collectie [[Stichting Huis Bergh]], inventarisnummer 2042</small></center>]]
 +
== Graaf van den Bergh ==
 +
'''Hendrik van den Bergh''' werd in [[1573]] geboren in Bremen als jongste van de acht zonen van [[Willem IV van den Bergh]] en [[Maria van Nassau]]. Zijn ouders leefden van [[1572]] tot [[1576]] in ballingschap in Bremen.
  
=Leven=
+
Als jongste zoon was Hendrik niet voorbestemd om regerend [[Graven van den Bergh|graaf]] van [[Land van den Bergh|Bergh]] te worden. Wel was hij vanaf [[1611]] regent voor zijn minderjarige nichtje [[Maria Elisabeth Clara van den Bergh|Maria Elisabeth Clara]]. Dit leidde tot een langdurig familieconflict, waarover meer te lezen is op de pagina van [[Albert van den Bergh]].
[[Afbeelding:HendrikvdBergh.jpg|thumb|right|250px|Graaf Hendrik van den Bergh]]
 
Hendrik was de zevende zoon van graaf Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau, de oudste zuster van prins Willem van Oranje. Als al zijn broers maakte hij carrière in Spaanse dienst. Hij streed onder meer bij Gulik, Breda, Grol en in [[1629]] bij 's-Hertogenbosch, waar hij de inname door prins Frederik Hendrik niet kon verhinderen. Onder Ambrogio Spinola onderscheidde hij zich zo, dat hij na het Twaalfjarig Bestand in het leger van Albrecht en Isabella de op een na hoogste commandant werd.
 
  
Hierdoor werd hij de leider van de met name adellijke partij die ontevreden was met de overheersende Spaanse invloed in de Zuidelijke Nederlanden. Hij onderhandelde met René van Renesse en Frederik Hendrik en trad door omkoping in [[1632]] aan de zijde van de stadhouder. In diens Veldtocht langs de Maas speelde hij Roermond en Venlo in Staatse handen; in [[1633]] werd hij openlijk lid van het Staatse leger, evenwel zonder dat hij bij zijn volgelingen veel navolging vond. Hij stierf in [[1638]].
+
Uit [[Berghse bezittingen|Berghs bezit]] werden hem de heerlijkheden [[Stevensweert]] (in [[1598]]), en [[Spalbeek]] en [[Hedel]] (beide in [[1609]]) toegewezen. Van [[1616]] tot [[1626]] heeft hij het Hedelse [[muntrecht]] gebruikt om in Stevensweert [[Berghse munten|munten]] te slaan.
  
In [[Braamt]] is de [[Graaf Hendrikstraat]] naar hem genoemd.
+
In [[1607]] kocht hij [[Kasteel Ter Aa]] ten zuidoosten van Den Bosch voor zijn [[Anna van den Bergh (1579-1630)|zus Anna]]. Zij ging er wonen, maar verhuisde het jaar daarop naar het nabijgelegen landgoed [[Seldensate]], dat hun [[Adolf van den Bergh|broer Adolf]] toen had gekocht. Hun [[Charlotte van den Bergh|zus Charlotte]] is toen op Kasteel ter Aa gaan wonen. Later zijn Anna en Charlotte samen verhuisd naar [[Kasteel Annendaal]] in [[Opper-Gelre]], dat graaf Hendrik daar voor hen had laten bouwen.
  
[[Bestand:Hendrik-van-den-bergh-schilderij.jpg|right|thumb|Hendrik van den Bergh. Onbekende schilder.]]
+
In [[1618]] volgde hij zijn [[Frederik van den Bergh (1559-1618)|broer Frederik]] op als stadhouder van Opper-Gelre. In datzelfde jaar kocht hij van zijn neef Filips Willem van Oranje-Nassau, zoon van [[Willem van Oranje]], de heerlijkheden [[Rutten (Russon)|Rutten]], [[Nederheim]] en [[Peen (Paifve)|Peen]].
  
=Huwelijken en kinderen=
+
In [[1624]] schonk koning Filips IV van Spanje hem als dank voor bewezen diensten de heerlijkheid [[Montfort]]. In [[1628]] kocht hij de heerlijkheid [[Well]].
Hendrik huwde in [[1612]] met Margaretha van Wittem van Beersel ([[1582]]-[[1627]]), dochter van Jan van Wittem en Maria Margaretha van Merode. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:
 
  
*[[Maria Elisabeth van den Bergh]] ([[1613-1671]]), markiezin van [[Bergen op Zoom]], gehuwd met Eitel Frederik V van Hohenzollern-Hechingen
+
In het voorjaar van [[1638]] kreeg hij een ongeluk op de weg tussen Den Haag en Delft. Hij werd overgebracht naar [[Zutphen]] om van zijn verwondingen te herstellen, maar overleed daar op 22 mei 1638.
*[[Herman Oswald van den Bergh]] ([[1614-1622]])
+
<br clear=all/>
  
Hendrik hertrouwde in 1629 met Hiëronyma Catharina gravin van Spaur-Flavon ([[1600]]-[[1683]]), dochter van George Frederik van Spaur-Flavon. Uit dit huwelijk werden geboren:
+
== In dienst van Spanje ==
 +
[[Bestand:Hendrik van den Bergh door Antoon van Dyck.jpg||350px|right|thumb|'''<center>Graaf Hendrik door Antoon van Dyck</center>]]
 +
Hendrik was nog maar acht jaar oud toen zijn vader en oudere broers in [[1584]] overliepen naar de Spanjaarden. Aan dat besluit kan hij als kind niet actief hebben bijgedragen. Hij was vijftien toen hij in Spaanse dienst trad en daar hij net als zijn broers [[Herman van den Bergh (1558-1611)|Herman]] en [[Frederik van den Bergh (1559-1618)|Frederik]] grote carrière maakte.  
  
*[[Elisabeth Catharina van den Bergh]] (1632-[[1681]]), gehuwd met Johan IV van Hohenrechberg-Aichen en met Hans van Rechberg
+
In de beginjaren van zijn dienst deed zich een minder heldhaftig feit voor toen hij in [[1595]] als cavalerie-officier bij Weert gevangengenomen werd door zijn neef prins Maurits. Tegen betaling van 5.000 gulden losgeld kwam hij drie maanden later weer vrij. In [[1601]] maakte hij deel uit van een delegatie die door de Spaanse landvoogd naar Spanje werd gezonden om koning Filips III te feliciteren met de geboorte van zijn eerste kind, prinses Anna Maria.
*[[Amalia Lucia van den Bergh]] (1633-[[1711]]), gehuwd met Paul Jacob van Waldburg-Zeil
 
*[[Wilhelmina Juliana van den Bergh]] (1638-[[1714]]), gehuwd met Bernhard van Sayn-Wittgenstein en met Karel Eugenius van Croÿ
 
  
Bij een andere vrouw verwekte hij nog:
+
Toen Spaanse troepen in [[1606]] de Staatse bezetting uit [[Groenlo]] verdreven, werd graaf Hendrik tot commandant van deze vestingstad benoemd. Het duurde meer dan twintig jaar voor prins Frederik Hendrik in [[1627]] de stad na een beleg kon terugveroveren. Graaf Hendrik, die zich met een groot leger ten oosten van Groenlo bevond, kwam te laat om de stad te ontzetten.
  
*[[Anna Maria Elisabeth van den Bergh]] (1600-[[1653]]), gehuwd met Bernard Albrecht van Limburg-Bronkhorst
+
In de tussenliggende jaren had graaf Hendrik laten zien een kundig veldheer te zijn, onder meer bij de verovering van Breda in [[1625]]. Al een jaar eerder had koning Filips IV van Spanje hem als dank voor zijn verdiensten de heerlijkheid [[Montfort]] geschonken. In [[1628]] werd hij opperbevelhebber van de Spaanse troepen in de Nederlanden als opvolger van Ambrogio Spinola, die na het verlies van Groenlo van zijn post was ontheven. Als nieuwe opperbevelhebber leed graaf Hendrik echter al in [[1629]] een nederlaag, toen zijn neef prins Frederik Hendrik 's-Hertogenbosch veroverde. In dat zelfde jaar mislukte een inval op de Veluwe, wat zijn reputatie als veldheer verder beschadigde. Door sommigen werd hij zelf van verraad beschuldigd. Aan zijn militaire loopbaan kwam niet veel later een einde.
*[[Herman Frederik van den Bergh]] (1600-[[1669]]), gehuwd met Josina van Löwenstein-Wertheim
 
  
==Het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (van der Aa) schrijft over Hendrik==
+
In [[1623]] kreeg hij van de bestuurders van het dorp Posterholt bij [[Kasteel Annendaal]] [[Heerlijke rechten|het recht]] om water van de Vlootbeek via een gracht om te leiden naar [[Watermolen bij Annendaal|de watermolen]] aan de Donderweg. Waar dit precies was, is niet meer bekend.
BERGH (Hendrik Graaf van den), Heer van Stevensweerd, de zevende zoon van Willem, geboren te Bremen in 1573, had zich, even als zijn vader, in dienst des Konings van Spanje begeven. In 1595 zich met eene bende Ruiters binnen Weert bevindende, werd hij aldaar overvallen en gevangen genomen, doch drie maanden later, op het woord van zijnen broeder, voor 5000 gulden ontslagen. Toen Spinola in 1606 Groenlo had ingenomen, werd Graaf Hendrik tot bevelhebber benoemd en wist het dapper tegen Prins Maurits te verdedigen. In het jaar 1607 werd Erkelens, door Prins Frederik Hendrik bij verrassing ingenomen, en bij die gelegenheid, werd Graaf Hendrik zijn neefs gevangene, doch spoedig weder geslaakt. - Nadat hij uit zijne gevangenis ontslagen was, scheen het geluk hem weder gunstig te zijn. Zoo sloeg hij in het jaar 1621, na het huis te Rheden ingenomen te hebben, het beleg voor Gulik, hetwelk hij bij verdrag innam, zoo als hij ook, in het volgende jaar, Goch en de Schans Papemuts bemagtigde. In het jaar 1624 zich van de strenge vorst bedienende, deed hij een inval in de Veluwe. Het vlugten der dorpelingen, die niet onder brandschatting zaten, werd algemeen; doch de strenge koude bragt ook hem veel nadeel toe. Den 21sten Februarij veranderde het weder spoedig: zoodat bij zich genoodzaakt zag, de Veluwe weldra te verlaten, hetwelk men toen den Spaanschen Vasten-avond noemde, bij welken naam nog heden een der Historieprenten van dien tijd bekend is. Veel droeg Graaf Hendrik ook bij tot de verovering van Breda in 1625, door steeds de leeftogt van Lier naar het leger te geleiden en dit met zoo veel beleid te doen, dat geen enkel convooi opgeligt werd. Met eenig voordeel viel hij in 1626 der Staten leger, tusschen Emmerik en Rees, aan, doch zoodra het op de been was, vond hij zich gedrongen terug te keeren.
 
  
Toen Prins Frederik Hendrik in het jaar 1629, het beleg voor 's Hertogenbosch geslagen had, begaf Graaf Hendrik van den Bergh zich in de maand Mei, aan het hoofd van het Spaansche leger, op weg, met oogmerk om de stad te ontzetten, slaande hij zich te Turnhout neder. Zijne magt bestond uit 30,000 knechten en 70 korvetten paarden. Kort daarna legerde hij zich te Sprang, doch hoe meer de Graaf naderde, hoe meer de Prins op zijne hoede was. Vruchteloos deed van den Bergh onderscheidene aanvallen op het Staatsche leger, en zag dus alle zijne pogingen verijdeld; 's Hertogenbosch moest zich eindelijk aan den Prins overgeven. Gelukkiger slaagde de Graaf in zijnen togt over den IJssel, en deed daarop eenen tweeden inval in de Veluwe, bemagtigde Amersfoort, en andere sterkten, doch het innemen van Wesel deed hem de Veluwe wederom verlaten.
+
== In dienst van Oranje ==
 +
Het verlies in zijn aanzien als veldheer leidde er na veertig jaar Spaanse dienst toe, dat hij overwoog over te lopen naar de kant van zijn neven Van Oranje. Ook wilde hij het Spaanse gezag in de Zuidelijke Nederlanden ten val brengen, wetende dat de adel in die gewesten ontevreden was met de Spaanse overheersing. Samen met René van Renesse van Elderen, graaf van Warfusée, nam hij in het geheim contact op met zijn neef prins Frederik Hendrik en andere betrokkenen.
  
Graaf Hendrik van den Bergh, in het jaar 1632 den Koning van Spanje een veertigjarige dienst bewezen hebbende, begon, uit mismoedigheid over het gezag, dat den Spanjaarden in de Nederlanden gegeven werd, een afkeer van de dienst te krijgen, en werd te rade van partij te veranderen. Door den Graaf van Warfusé had hij reeds in het voorjaar in het geheim, met den Prins van Oranje doen handelen. Nadat hij Venlo, Roermond en Stralen, bijna zonder slag of stoot had overgegeven, begaf hij zich naar Luik, van waar hij, van dit zijn voornemen en besluit, bij bijzondere en openbare brieven, aan de Infante en aan het gemeen kennis gaf; noodigende al het krijgsvolk, dat onder hem, of onder de Spaansche Veldoversten gediend had, tot voorstand van de Roomsche Godsdienst, zich bij hem te voegen, om de Spanjaarden te verjagen; dan er vielen hem minder toe, den hij gedacht had. De Algemeene Staten besloten ook, op 's Prinsen raad, op zijnen naam eenig volk te werven. Te Brussel begreep men, dat de Luikenaars, door hem te ontvangen, de onzijdigheid geschonden hadden, doch de Graaf erkende openlijk, dat zij van zijn voornemen geen kennis gehad hadden. Hij werd te Brussel voor een landverrader en muiter verklaard, en eene belooning beloofd aan elk, die hem in handen wist te krijgen. In het volgende jaar werd hij, benevens het volk, dat hij verzameld had, bij voorraad, in eed en dienst van de Vereenigde Gewesten aangenomen. Op deze wijze was het, dat de zoon wederkeerde tot hen, die door den vader verlaten waren. De Aartshertogin Izabella Clara Eugenia poogde hem door vleijende brieven wel weder ten Hove te lokken, doch hij sloeg daaraan geen geloof, noch gehoorzaamde aan de daarop gevolgde indaging, diensvolgens werd zijn goed en leven, als van eenen halstarrigen, bij vonnis van den Hoogen Raad van Mechelen verbeurd verklaard; terwijl tevens de gift van Montfoort, welke hem voorheen gedaan was, door een plegtig vonnis van den zelfden Raad herroepen werd. Te 's Gravenhage werd hij daarentegen statelijk ontvangen en wist aldaar zoo veel te weeg te brengen, dat hem het bezit van het Markgraafschap Bergen op Zoom werd toegewezen. Kort daarna bemagtigde hij het stadje 's Heerenberg, en deed zich, na dit met eenig volk bezet te hebben, door het geheele graafschap huldigen als erfgenaam van zijne overledene nicht, de dochter van zijnen broeder Herman.
+
Dit leidde in [[1632]] tot het ''Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée'', dat tot doel had de Zuidelijke Nederlanden als staatkundige eenheid op te heffen. Het zuidelijke, Franstalige deel moest bij Frankrijk komen, het noordelijke, Nederlandstalige deel (waartoe ook graaf Hendriks Opper-Gelre gerekend werd) moest zich bij de Republiek de Verenigde Nederlanden aansluiten. De scheidingslijn volgde globaal de taalgrens. Dit plan is op niets uitgelopen. In [[1633]] werd door anderen nog het verdelingsplan ''De grens der taele'' opgesteld, dat in [[1635]] werd opgenomen in een geheim verdrag tussen de Republiek en Frankrijk, maar ook dit heeft niet tot de beoogde verdeling van de Zuidelijke Nederlanden geleid.
  
Hij overleed in 1638 en was driemalen gehuwd geweest, eerst met Margaretha van Witthem, zuster van zijns broeders huisvrouw, in 1612. Uit dit huwelijk zijn geboren: Maria Elizabeth, gehuwd aan Itel Frederik, Vorst von Hohenzollern-Hechingen, die, bij transactie met haren vollen neef Albert, het Markgraafschap Bergen op Zoom verkreeg, en eene andere dochter, wier naam men niet vermeld vindt, gehuwd met den Graaf van Renesse Warfusé, in 1637 te Luik gedood. De naam van de tweede vrouw van Graaf Hendrik, door sommigen slechts voor een bijzit gehouden, vindt men mede niet vermeld, doch zij baarde hem: Herman Graaf van den Bergh, Heer van Goor en Stevensweerd, gehouwd met Josina Walburg, Gravin van Löwenstein Werthheim, kinderloos overleden; Anna Maria, gehuwd aan Bernard Albert, Graaf van Styrum. Zijne derde vrouw was Hieronyma Catharina, Gravin van Spauer, waaruit vijf dochters: Amalia Lucia, gehuwd met Paris Jacob, Graaf Truchsess zu Zeyll; Isabella Catharina, gehuwd met Johan, Graaf van Hohen-Rechberg; Maria Agnes en Anna Carolina, Geestelijken; Juliana, eerst gehuwd met Bernard, Graaf van Wittgenstein, vervolgens met Karel Eugenius, Hertog van Croy, Graaf van Mijlendonk.
+
Ook in 1632, het jaar van zijn Verdelingsplan, is graaf Hendrik overgelopen naar de Republiek. Prins Frederik Hendrik kreeg daarmee vrije doortocht langs de Maas en veroverde in acht dagen het grootste deel van Spaans Gelre met Venlo en Roermond, en verder zuidwaarts Maastricht. Op 10 juni, na de val van Maastricht, liet graaf Hendrik een proclamatie verschijnen waarin hij zijn troepen opriep zich tegen het Spaanse gezag te keren. De oproep kreeg niet de gewenste navolging, wat er mede oorzaak van was dat het ''Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée'' mislukte.
  
Zijn portret komt voor in Kok, Vaderl. Woordenb. en in Chalmot, Biogr. Woordenb.
+
Graaf Hendrik heeft nog geprobeerd zich bij landvoogdes Isabella te verontschuldigen, maar zonder succes. Zij dwong de stad Luik, waar hij op dat moment was, hem uit te wijzen. Hij ging toen naar Aken en vervolgens naar Montfort. Na een kort verblijf in [['s-Heerenberg]] reisde hij door naar Den Haag. Daar bereikte hem het vonnis van 13 maart [[1634]] van de Spaanse Hoge Raad van Mechelen: hij was tot het schavot veroordeeld en zijn bezittingen waren verbeurd verklaard. De heerlijkheid Montfort werd hem ontnomen. In Den Haag was hij veilig, zodat het vonnis niet ten uitvoer kon worden gebracht. De Staten-Generaal hebben hem zelfs deels schadeloos gesteld. Zo werd hem het markiezaat [[Bergen op Zoom]] toegewezen, wat toevallig  gebeurde kort na het overlijden van de rechtmatige markiezin, zijn nicht [[Maria Elisabeth Clara van den Bergh]]. Bergen op Zoom raakte zo ook betrokken in het familieconflict dat bovenaan deze pagina al werd genoemd.
  
Zie van Reyd, Nederl. Oorl., bl. 272; van den Sande, Nederl. Hist., bl. 91, 107, 128, 140-149, 164 en 170; de la Pise, Hist. des Princ. et Princip. d'Orange; pag. 733, et suiv.; de Groot, Nederl. Hist., bl. 244, 510 en 525; van Meteren, Nederl. Hist. D. VI. bl. 256, D. IX. bl. 155 en 177, van Loon, Nederl. Historip., D. II. bl. 7, 97 en volg.; Commelin, Fred. Hendr. van Nassau zijn Leven en Bedrijf, D. I. bl. 4, 6 enz.; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. IX. bl. 226, D. X. bl. 422, 445, 486, D. XI. bl. 36, 93-97 en 160; Nalez. op Wagenaar, D. II. bl. 5-7, 9. 10, 17-19; Kok, Vaderl. Woordenb., D. VI. bl. 424-426; Chalmot, Biogr. Woordenb., D. II. bl. 322-323; van Kampen, Vaderl. Karakt., D. II. bl. 182; Nyhoff, Bijdr. voor de Vaderl. Geschied., D. V. bl. 11, 38 en 39; Geschiedk. Aant. over het jaar 1629, bl. 49, 60, 63 en 100.
+
Hij kreeg ook het commando over een cavalerie-eenheid, maar in dienst van Oranje is hij niet meer als militair actief geweest. De laatste jaren van zijn leven woonde afwisselend op [[Huis Bergh]], [[Kasteel Ulft]] en in Elburg, waar hij een versterkt huis bezat.  
  
 +
In het voorjaar van [[1638]] kreeg hij het al genoemde ongeluk op de weg tussen Den Haag en Delft. Om van zijn verwondingen te herstellen werd hij overgebracht naar [[Zutphen]], waar zijn vrouw en jongste kinderen verbleven. Kort te voren, op 20 januari, was daar zijn jongste dochter geboren. Graaf Hendrik kreeg van zijn dokter echter iets te drinken dat hem fataal werd. Hij overleed op 22 mei 1638 in herberg De Zwaan in Zutphen. Op 31 mei werd hij als laatste van zijn geslacht begraven in de [[Hervormde kerk in 's-Heerenberg|grafelijke grafkelder]] in [['s-Heerenberg]].
  
 +
== Huwelijken en kinderen ==
 +
Graaf Hendrik is twee keer getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw was [[Margaretha van Wittem]], met wie hij in [[1612]] trouwde. Zij was een dochter van Jan van Wittem en Maria Margaretha van Merode, en een jongere zus van [[Maria Mencia van Wittem]], de vrouw van haar [[Herman van den Bergh (1558-1611)|zwager Herman]]. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:
  
==Literatuurlijst==
+
*[[Maria Elisabeth van den Bergh|Maria Elisabeth]] ([[1613]]-[[1671]])
*Deze [[Literatuur|kleine literatuurlijst]] is afkomstig uit de Tentoonstellingscatalogus ''Graaf Hendrik van den Bergh 1573 - 1638, neef en tegenstander van Prins Maurits en Prins Frederik Hendrik''. De tentoonstelling was in De Munt te [['s-Heerenberg]] van 28 juni - 23 oktober [[1988]].
+
*[[Hendrik Oswald van den Bergh|Hendrik Oswald]] ([[1614]]-[[1622]])
*Beurden, A.F. van: ''s-Heerenberger acten''. In: Limburg's Jaarboek XX, [[1914]]. Blz 286-295 (ad. 3: Huwelijksverdrag tussen graaf Hendrik van den Bergh en Margaretha Maria van Witthem; ad. 5 Schenking van Stevensweert van Hendrik van den Bergh, met recht van jacht op Annadaal)
 
*Boer, M.G. de: Die Friedesunterhandlungen zwischen Spanien und die Niederlanden in den Jahren 1632 und 1633. [[1898]].
 
*Boer, M.G. de: ''Het verraad van Hendrik van den Bergh en de veldtocht langs de Maas''. In: Tijdschrift voor Geschiedenis, Land en Volkenkunde, 1898. Blz 17-34
 
*Bordes, J.P. de: De verdediging van Nederland in 1629. Utrecht [[1856]].
 
*[[Dalen, A.G. van]]: [[Bergh; Heren, Land en Volk]]. Nijmegen [[1979]].
 
*Dederich, A.: Hinrichtung des Pastors Otten. In: Annalen der Stadt [[Emmerich]], [[1867]]. Blz 444-450.
 
*Dodt van Flensburg, J.J.: ''Bericht aangaande het overlijden van Henrik Graaf van den bergh in 1638''. In: Bijdragen voor Vaderlandse Geschiedenis en Oudheidkunde; verzameld en uitgegeven door Is.An. Nijhoff. Werdeweel. [[Arnhem]], [[1842]]. Blz.153-156.
 
*Dufour, R.: ''De poging tot ontzet van 's-Hertogenbosch in 1629 en hare afweer''. In: orgaan der Vereniging ter beoefening van de Krijgswetenschap. [[1907]]-[[1908]]. blz 162-230.
 
*Flament, A.J.A.: ''De schaking van eene abdis van Thorn door den graaf van den Bergh''. In: Publications, [[1917]].
 
*Gachard, L.P.: Actes des etats-Generaux de 1632. Brussel, [[1853]].
 
*Geyl, P.: Geschiedenis van de Nederlandse stam.
 
*Israel, J.J. The Dutch Republic and the Spanish Worlds, [[1601]]-[[1661]]. [[1982]].
 
*Juste, Th.: Conspiration de la noblesse Belge contre l'Espagne en 1632; Etude historique. Brussel, 1851. Blz 12, 13, 22, 23.
 
*Kamphuis, G: ''Revius' Verlossinghe van de Veluwe''. In: TNTL LXIX, afl. 2, [[1951]]. Blz 138-146.
 
*Kok, J.: Vaderlandsch Woordenboek. Vijfde deel  BAA-BE. Tweede druk. Amsterdam, Johannes Allart, [[1786]]. blz 424-426 en blz 418-424.
 
*Lonchay, H., J. Cuveller en J. Lefevre: Correspondance de la Cour d'Espagne sur les affaires des Pays Bas au XVIIe seicle. Brussel, [[1923]]-[[1937]]. 6 dln.
 
  
==Zie ook==
+
In [[1629]] hertrouwde graaf Hendrik met [[Hiëronyma Catharina van Spaur-Flavon]]. Uit dit huwelijk werden vijf dochters geboren:
*[[Land van den Bergh]]
+
 
 +
*[[Elisabeth Catharina van den Bergh|Elisabeth Catharina]] ([[1632]]-[[1681]])
 +
*[[Amalia Lucia van den Bergh|Amalia Lucia]] ([[1633]]-[[1711]])
 +
*[[Maria Agnes van den Bergh|Maria Agnes]] ([[1634]]–[[1676]])
 +
*[[Anna Charlotte van den Bergh|Anna Charlotte]] ([[1636]]–[[1692]])
 +
*[[Wilhelmina Juliana van den Bergh|Wilhelmina Juliana]] ([[1638]]-[[1714]])
 +
 
 +
Bij een andere vrouw (of twee andere vrouwen) had hij al voor zijn huwelijken twee buitenechtelijke kinderen verwekt:
 +
 
 +
*[[Anna Maria Elisabeth van den Bergh|Anna Maria Elisabeth]] (±[[1600]]-[[1653]])
 +
*[[Herman Frederik van den Bergh|Herman Frederik]] (±1600-[[1669]])
 +
 
 +
Er wordt beweerd dat zijn zussen Anna en Charlotte (of een van hen) de moeder(s) van deze buitenechtelijke kinderen was/waren. Bewijzen hiervoor zijn er niet, en ook graaf Hendriks neef graaf Filips Willem van Oranje-Nassau (de oudste zoon van [[Willem van Oranje]]) wordt wel als vader opgevoerd. Meer rond de speculaties over het ouderschap van deze kinderen is te lezen op de pagina van [[Anna van den Bergh (1579-1630)#Ongehuwde moeder?|gravin Anna]].
 +
 
 +
== Zijn portretten ==
 +
De vooraanstaande rol die graaf Hendrik als militair en staatsman heeft gespeeld, blijkt ook uit het feit dat er tijdens zijn leven meerdere portretten van hem zijn gemaakt.
 +
 +
=== Het portret door Otto van Veen ===
 +
Zijn grootste en belangrijkste portret prijkt bovenaan deze pagina. Otto van Veen ([[1557]]–[[1629]]), de hofschilder van de Spaanse landvoogd in Brussel, kreeg de opdracht voor dit schilderij waarschijnlijk toen graaf Hendrik in 1618 tot gouverneur van Spaans Gelre was benoemd.
 +
 
 +
Het levensgrote staatsieportret (191 x 115,5 cm) toont de graaf in een pronkuitrusting die hij op zijn veldtochten nooit gedragen zal hebben. Het zwart glanzende harnas met verguldsel, de rode generaalssjerp versierd met gouddraad, de kraag en manchetten van Italiaans kant, de helm met een rood-wit-blauwe pluim en de andere luxe attributen zijn vooral tekenen van zijn macht, niet van praktisch nut op het slagveld.
 +
 
 +
Het bestaan van dit portret was lange tijd niet bekend. [[Heek, Dr Jan Herman van|Dr. Jan Herman van Heek]] had tijdens zijn leven zo veel energie in zijn schilderijencollectie gestoken, dat men er bij de [[Stichting Huis Bergh]] van uitging dat de verzameling gravenportretten compleet was. Maar in [[2008]] bleek dat een Londense kunsthandelaar op de kunst- en antiekbeurs TEFAF in Maastricht een portret van Hendrik van den Bergh had verkocht aan een Amerikaanse verzamelaar. De financiële crisis die kort daarop uitbrak, dwong de Amerikaan echter het doek weer van de hand te doen. Huis Bergh heeft dit waardevolle schilderij toen in [[2009]] met financiële steun van een aantal fondsen kunnen kopen.
 +
 
 +
Het portret is aan het publiek gepresenteerd in een expositie geweid aan graaf Hendrik, die van april [[2010]] tot maart [[2011]] liep in Huis Bergh. Ter gelegenheid van de expositie, die op 16 april 2010 werd geopend met het symposium "Graaf Hendrik van den Bergh keert terug op zijn kasteel", is het boek [[Hendrik, graaf van den Bergh (1573-1638): Van Spanje naar Oranje]] verschenen. Hierin gaan vooraanstaande historici en kunsthistorici in op het schilderij en op de persoon van graaf Hendrik.
 +
 
 +
Het staatsieportret hangt nu in de grote zaal van Huis Bergh.
 +
 
 +
=== Het portret door Antoon van Dyck ===
 +
Een jaar of tien na Otto van Veen maakte ook de Zuid-Nederlandse schilder Antoon van Dyck ([[1599]]–[[1641]]) een portret van graaf Hendrik. Dit schilderij is hoger op deze pagina afgebeeld. Het meet 119 x 95 cm is ontstaan tussen [[1627]] en [[1632]] en toont graaf Hendrik ten halve lijve in een pronkuitrusting vergelijkbaar met die op Van Veens portret.
 +
[[Bestand:Fernando Álvarez de Toledo.jpg|thumb|right|'''Gedacht werd dat het portret niet graaf Hendrik, maar de hertog van Alva voorstelde. Die draagt op dit portret inderdaad een soortgelijke uitrusting.]]
 +
Het portret kwam in het bezit van koning Karel I van Engeland, toen Van Dyck in [[1632]] hofschilder in Londen werd. Na de dood van Karel I in [[1649]] werden diens bezittingen werden geveild, en kocht koning Filips IV van Spanje het portret. Of Filips IV wist wie de afgebeelde persoon was, is niet duidelijk, maar sindsdien is lange tijd verondersteld dat het de hertog van Alva was – wat allicht de reden was waarom Filips IV het had gekocht (een portret van de "verrader" Hendrik van den Bergh zal hem minder geïnteresseerd hebben). Welke hertog van Alva dan bedoeld wordt, is niet meteen duidelijk, maar het zal Fernando Álvarez de Toledo ([[1507]]–[[1582]]) zijn, die in het begin van de [[Tachtigjarige Oorlog]] landvoogd der Nederlanden was. Van hem bestaat een portret in een soortgelijke uitrusting van de hand van Titiaan.
 +
 
 +
Het schilderij dat Filips IV kocht, hangt tegenwoordig in het Prado in Madrid. In de loop der tijd is het meerdere keren gekopieerd; als schilderij en als gravure of ets. Een selectie van deze kopieën wordt hier gepresenteerd. Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
 +
<gallery>
 +
Bestand:Hendrik-van-den-bergh-schilderij.jpg|'''<center>1</center>'''
 +
Bestand:Hendrik door Charles Bird King naar Van Dyck ca 1835 .png|'''<center>2</center>'''
 +
Bestand:Hendrik door Luis de Madrazo Kuntz ca 1846-48 Condée .png|'''<center>3</center>'''
 +
Bestand:Carstian Luykcx vanitas Graaf Hendrik.jpg|'''<center>4</center>'''
 +
</gallery>
 +
#Een kopie uit [[1840]] van het volledige schilderij door een onbekende schilder. Dit werk bevindt zich in een particuliere verzameling.
 +
# Een kopie met alleen Hendriks hoofd en borstpartij, omstreeks [[1835]] gemaakt door de Amerikaan Charles Bird King ([[1785]]–[[1862]]. Dit portret is nu te koop bij een Amerikaanse kunsthandelaar in Newport, Rhode Island, Kings geboorteplaats.
 +
# Een vergelijkbare kopie die de Spanjaard Luis de Madrazo y Kuntz ([[1825]]–[[1897]]) omstreeks [[1847]] maakte. Het bevindt zich in het ''Musée Condé'' in Chantilly bij Parijs.
 +
# Carstian Luyckx ([[1623]]–[[1658]] of later; zijn naam komt ook voor als Christiaan Lux en in andere spellingen) maakte dit stilleven omstreeks [[1640]], niet lang na graaf Hendriks dood. Het toont onder meer een boek dat open ligt op een bladzijde met een afdruk van een reproductie van Van Dycks schilderij door Paulus Pontius (zie hieronder).
 +
 
 +
Afdrukken van etsen en gravures van Van Dycks schilderij zijn te vinden in verscheidene musea, waaronder Huis Bergh en het Rijksmuseum in Amsterdam. Deze zijn soms spiegelbeeldig.
 +
<gallery>
 +
Bestand: Hendrik door Paulus Pontius.jpg|'''<center>1</center>'''
 +
Bestand: Henry comte de Bergue.jpg|'''<center>2</center>'''
 +
Bestand: Hendrik Reinier Vinkeles naar Jacobus Buys.jpg|'''<center>3</center>'''
 +
Bestand:Hendrik door Jan Frederik Christiaan Reckleben .jpg|'''<center>4</center>'''
 +
</gallery>
 +
#Ongedateerde gravure door Paulus Pontius ([[1603]]–[[1685]]). Hij staat ook op bovenstaand schilderij van Carstian Luyckx en moet dus voor 1640 gemaakt zijn.
 +
#Anonieme gravure met Frans opschrift ''<small>HENRY COMTE DE BERGVE</small>''
 +
#Gravure uit [[1787]] door Reinier Vinkeles ([[1741]]–[[1816]])
 +
#Gravure uit circa [[1850]] met het [[wapen van de graven van Bergh]] door Jan Frederik Christiaan Reckleben ([[1819]]–[[1879]])
 +
 
 +
=== Het portret door Delff en Van Mierevelt ===
 +
[[Bestand:Hendrik van den Bergh Delff Mierevelt.jpg|thumb|left|200px|'''<center>Graaf Hendrik in 1634]]
 +
Nevenstaande  gravure is in [[1634]] gemaakt door Willem Jacobsz. Delff naar een tekening van Michiel Jansz. van Mierevelt. Graaf Hendrik is hier duidelijk ouder dan op de schilderijen. Hij heeft voor deze tekening geposeerd, zo blijkt uit het onderschrift. Dit vermeldt dat Van Mierevelt deze afbeelding ''ad vivum depictam'', naar het leven heeft getekend. Ook van deze gravure zijn in meerdere musea afdrukken te vinden.
 +
 
 +
In de rand staat <small>MEA SPES IN DEO SOLO</small>, mijn hoop is in God alleen. Delff en Van Mierevelt hebben in de eerste helft van de [[:Categorie:Jaartallen 1600-1699|17e eeuw]] een groot aantal van deze portretten gemaakt, steeds met een devote spreuk in de omlijsting. Ook van graaf Hendriks  [[Catharina van den Bergh|zuster Catharina]] bestaat [[Media:Catharina van den Bergh (1636).jpg |zo'n portret]].
 +
 
 +
Op het portret staan meerdere titels, maar waarschijnlijk kon graaf Hendrik niet aan allemaal [[Heerlijke rechten|rechten]] ontlenen. ''Bauterum, Oudtheerlar'' en ''S. Michaëlis-Gestel'' waren namelijk bezittingen van zijn schoonfamilie [[Maria_Mencia_van_Wittem#Haar_vele_titels|Van Wittem]]. Ook staat er dat hij ''[[Gelderland#Het_hertogdom_Gelre|Gubernator Generalis Ducatus Geldria et Comitatus Zuphania]]'' was. Dit stadhouderschap was niet van geheel Gelre, maar (in de praktijk) slechts van Opper-Gelre.
 +
<br clear=all/>
 +
 
 +
== Varia ==
 +
*De [[Graaf Hendrikstraat]] in [[Braamt]] is naar hem genoemd.
 +
*[[Wijngoed Montferland]] produceert een rode wijn met de naam ''Het Dilemma van Hendrik''. Deze wijn is op de markt gebracht in een fles met [[Media:Wijnen Huis Bergh.jpg|een etiket]] waarop zijn portret door Otto van Veen is afgebeeld.
  
 
==Bronnen==
 
==Bronnen==
* Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (van der Aa): http://www.inghist.nl/retroboeken/vdaa/#aa__001biog02_01.xml:394
+
*[[Huis Bergh – kasteel-kunst-geschiedenis]], blz. 44–47
 +
*[[Het archief van het Huis Bergh (boek)]], blz. 54, 59–62
 +
*R.W. Tadama in ''Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg'', uitgeverij I.A. Nijhoff, [[Arnhem]] ([[1846]]), blz. 11, 38–39
 +
*[http://www.inghist.nl/retroboeken/vdaa/#aa__001biog02_01.xml:394 Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek], deel 2-1, blz. 394–396
 +
*[http://nl.wikipedia.org/wiki/Verdelingsplan_Van_den_Bergh_en_Warfusée Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée] op Wikipedia
  
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis van der Leck]] [[Categorie:Tachtigjarige Oorlog]]
+
[[Categorie:Graven van den Bergh|B]] [[Categorie:Huis van der Leck|B]] [[Categorie:Tachtigjarige Oorlog|B]]
  [[Categorie:Militairen tijdens de Tachtigjarige Oorlog]]
+
  [[Categorie:Militairen tijdens de Tachtigjarige Oorlog|B]] [[Categorie:Gravenportretten|B]] [[Categorie:Graven van graven|B]] [[Categorie:Grafkelder 's-Heerenberg|B]]

Huidige versie van 4 jun 2022 om 11:32

Graaf Hendrik door Otto van Veen
Collectie Stichting Huis Bergh, inventarisnummer 2042

Graaf van den Bergh

Hendrik van den Bergh werd in 1573 geboren in Bremen als jongste van de acht zonen van Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau. Zijn ouders leefden van 1572 tot 1576 in ballingschap in Bremen.

Als jongste zoon was Hendrik niet voorbestemd om regerend graaf van Bergh te worden. Wel was hij vanaf 1611 regent voor zijn minderjarige nichtje Maria Elisabeth Clara. Dit leidde tot een langdurig familieconflict, waarover meer te lezen is op de pagina van Albert van den Bergh.

Uit Berghs bezit werden hem de heerlijkheden Stevensweert (in 1598), en Spalbeek en Hedel (beide in 1609) toegewezen. Van 1616 tot 1626 heeft hij het Hedelse muntrecht gebruikt om in Stevensweert munten te slaan.

In 1607 kocht hij Kasteel Ter Aa ten zuidoosten van Den Bosch voor zijn zus Anna. Zij ging er wonen, maar verhuisde het jaar daarop naar het nabijgelegen landgoed Seldensate, dat hun broer Adolf toen had gekocht. Hun zus Charlotte is toen op Kasteel ter Aa gaan wonen. Later zijn Anna en Charlotte samen verhuisd naar Kasteel Annendaal in Opper-Gelre, dat graaf Hendrik daar voor hen had laten bouwen.

In 1618 volgde hij zijn broer Frederik op als stadhouder van Opper-Gelre. In datzelfde jaar kocht hij van zijn neef Filips Willem van Oranje-Nassau, zoon van Willem van Oranje, de heerlijkheden Rutten, Nederheim en Peen.

In 1624 schonk koning Filips IV van Spanje hem als dank voor bewezen diensten de heerlijkheid Montfort. In 1628 kocht hij de heerlijkheid Well.

In het voorjaar van 1638 kreeg hij een ongeluk op de weg tussen Den Haag en Delft. Hij werd overgebracht naar Zutphen om van zijn verwondingen te herstellen, maar overleed daar op 22 mei 1638.

In dienst van Spanje

Graaf Hendrik door Antoon van Dyck

Hendrik was nog maar acht jaar oud toen zijn vader en oudere broers in 1584 overliepen naar de Spanjaarden. Aan dat besluit kan hij als kind niet actief hebben bijgedragen. Hij was vijftien toen hij in Spaanse dienst trad en daar hij net als zijn broers Herman en Frederik grote carrière maakte.

In de beginjaren van zijn dienst deed zich een minder heldhaftig feit voor toen hij in 1595 als cavalerie-officier bij Weert gevangengenomen werd door zijn neef prins Maurits. Tegen betaling van 5.000 gulden losgeld kwam hij drie maanden later weer vrij. In 1601 maakte hij deel uit van een delegatie die door de Spaanse landvoogd naar Spanje werd gezonden om koning Filips III te feliciteren met de geboorte van zijn eerste kind, prinses Anna Maria.

Toen Spaanse troepen in 1606 de Staatse bezetting uit Groenlo verdreven, werd graaf Hendrik tot commandant van deze vestingstad benoemd. Het duurde meer dan twintig jaar voor prins Frederik Hendrik in 1627 de stad na een beleg kon terugveroveren. Graaf Hendrik, die zich met een groot leger ten oosten van Groenlo bevond, kwam te laat om de stad te ontzetten.

In de tussenliggende jaren had graaf Hendrik laten zien een kundig veldheer te zijn, onder meer bij de verovering van Breda in 1625. Al een jaar eerder had koning Filips IV van Spanje hem als dank voor zijn verdiensten de heerlijkheid Montfort geschonken. In 1628 werd hij opperbevelhebber van de Spaanse troepen in de Nederlanden als opvolger van Ambrogio Spinola, die na het verlies van Groenlo van zijn post was ontheven. Als nieuwe opperbevelhebber leed graaf Hendrik echter al in 1629 een nederlaag, toen zijn neef prins Frederik Hendrik 's-Hertogenbosch veroverde. In dat zelfde jaar mislukte een inval op de Veluwe, wat zijn reputatie als veldheer verder beschadigde. Door sommigen werd hij zelf van verraad beschuldigd. Aan zijn militaire loopbaan kwam niet veel later een einde.

In 1623 kreeg hij van de bestuurders van het dorp Posterholt bij Kasteel Annendaal het recht om water van de Vlootbeek via een gracht om te leiden naar de watermolen aan de Donderweg. Waar dit precies was, is niet meer bekend.

In dienst van Oranje

Het verlies in zijn aanzien als veldheer leidde er na veertig jaar Spaanse dienst toe, dat hij overwoog over te lopen naar de kant van zijn neven Van Oranje. Ook wilde hij het Spaanse gezag in de Zuidelijke Nederlanden ten val brengen, wetende dat de adel in die gewesten ontevreden was met de Spaanse overheersing. Samen met René van Renesse van Elderen, graaf van Warfusée, nam hij in het geheim contact op met zijn neef prins Frederik Hendrik en andere betrokkenen.

Dit leidde in 1632 tot het Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée, dat tot doel had de Zuidelijke Nederlanden als staatkundige eenheid op te heffen. Het zuidelijke, Franstalige deel moest bij Frankrijk komen, het noordelijke, Nederlandstalige deel (waartoe ook graaf Hendriks Opper-Gelre gerekend werd) moest zich bij de Republiek de Verenigde Nederlanden aansluiten. De scheidingslijn volgde globaal de taalgrens. Dit plan is op niets uitgelopen. In 1633 werd door anderen nog het verdelingsplan De grens der taele opgesteld, dat in 1635 werd opgenomen in een geheim verdrag tussen de Republiek en Frankrijk, maar ook dit heeft niet tot de beoogde verdeling van de Zuidelijke Nederlanden geleid.

Ook in 1632, het jaar van zijn Verdelingsplan, is graaf Hendrik overgelopen naar de Republiek. Prins Frederik Hendrik kreeg daarmee vrije doortocht langs de Maas en veroverde in acht dagen het grootste deel van Spaans Gelre met Venlo en Roermond, en verder zuidwaarts Maastricht. Op 10 juni, na de val van Maastricht, liet graaf Hendrik een proclamatie verschijnen waarin hij zijn troepen opriep zich tegen het Spaanse gezag te keren. De oproep kreeg niet de gewenste navolging, wat er mede oorzaak van was dat het Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée mislukte.

Graaf Hendrik heeft nog geprobeerd zich bij landvoogdes Isabella te verontschuldigen, maar zonder succes. Zij dwong de stad Luik, waar hij op dat moment was, hem uit te wijzen. Hij ging toen naar Aken en vervolgens naar Montfort. Na een kort verblijf in 's-Heerenberg reisde hij door naar Den Haag. Daar bereikte hem het vonnis van 13 maart 1634 van de Spaanse Hoge Raad van Mechelen: hij was tot het schavot veroordeeld en zijn bezittingen waren verbeurd verklaard. De heerlijkheid Montfort werd hem ontnomen. In Den Haag was hij veilig, zodat het vonnis niet ten uitvoer kon worden gebracht. De Staten-Generaal hebben hem zelfs deels schadeloos gesteld. Zo werd hem het markiezaat Bergen op Zoom toegewezen, wat toevallig gebeurde kort na het overlijden van de rechtmatige markiezin, zijn nicht Maria Elisabeth Clara van den Bergh. Bergen op Zoom raakte zo ook betrokken in het familieconflict dat bovenaan deze pagina al werd genoemd.

Hij kreeg ook het commando over een cavalerie-eenheid, maar in dienst van Oranje is hij niet meer als militair actief geweest. De laatste jaren van zijn leven woonde afwisselend op Huis Bergh, Kasteel Ulft en in Elburg, waar hij een versterkt huis bezat.

In het voorjaar van 1638 kreeg hij het al genoemde ongeluk op de weg tussen Den Haag en Delft. Om van zijn verwondingen te herstellen werd hij overgebracht naar Zutphen, waar zijn vrouw en jongste kinderen verbleven. Kort te voren, op 20 januari, was daar zijn jongste dochter geboren. Graaf Hendrik kreeg van zijn dokter echter iets te drinken dat hem fataal werd. Hij overleed op 22 mei 1638 in herberg De Zwaan in Zutphen. Op 31 mei werd hij als laatste van zijn geslacht begraven in de grafelijke grafkelder in 's-Heerenberg.

Huwelijken en kinderen

Graaf Hendrik is twee keer getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw was Margaretha van Wittem, met wie hij in 1612 trouwde. Zij was een dochter van Jan van Wittem en Maria Margaretha van Merode, en een jongere zus van Maria Mencia van Wittem, de vrouw van haar zwager Herman. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:

In 1629 hertrouwde graaf Hendrik met Hiëronyma Catharina van Spaur-Flavon. Uit dit huwelijk werden vijf dochters geboren:

Bij een andere vrouw (of twee andere vrouwen) had hij al voor zijn huwelijken twee buitenechtelijke kinderen verwekt:

Er wordt beweerd dat zijn zussen Anna en Charlotte (of een van hen) de moeder(s) van deze buitenechtelijke kinderen was/waren. Bewijzen hiervoor zijn er niet, en ook graaf Hendriks neef graaf Filips Willem van Oranje-Nassau (de oudste zoon van Willem van Oranje) wordt wel als vader opgevoerd. Meer rond de speculaties over het ouderschap van deze kinderen is te lezen op de pagina van gravin Anna.

Zijn portretten

De vooraanstaande rol die graaf Hendrik als militair en staatsman heeft gespeeld, blijkt ook uit het feit dat er tijdens zijn leven meerdere portretten van hem zijn gemaakt.

Het portret door Otto van Veen

Zijn grootste en belangrijkste portret prijkt bovenaan deze pagina. Otto van Veen (15571629), de hofschilder van de Spaanse landvoogd in Brussel, kreeg de opdracht voor dit schilderij waarschijnlijk toen graaf Hendrik in 1618 tot gouverneur van Spaans Gelre was benoemd.

Het levensgrote staatsieportret (191 x 115,5 cm) toont de graaf in een pronkuitrusting die hij op zijn veldtochten nooit gedragen zal hebben. Het zwart glanzende harnas met verguldsel, de rode generaalssjerp versierd met gouddraad, de kraag en manchetten van Italiaans kant, de helm met een rood-wit-blauwe pluim en de andere luxe attributen zijn vooral tekenen van zijn macht, niet van praktisch nut op het slagveld.

Het bestaan van dit portret was lange tijd niet bekend. Dr. Jan Herman van Heek had tijdens zijn leven zo veel energie in zijn schilderijencollectie gestoken, dat men er bij de Stichting Huis Bergh van uitging dat de verzameling gravenportretten compleet was. Maar in 2008 bleek dat een Londense kunsthandelaar op de kunst- en antiekbeurs TEFAF in Maastricht een portret van Hendrik van den Bergh had verkocht aan een Amerikaanse verzamelaar. De financiële crisis die kort daarop uitbrak, dwong de Amerikaan echter het doek weer van de hand te doen. Huis Bergh heeft dit waardevolle schilderij toen in 2009 met financiële steun van een aantal fondsen kunnen kopen.

Het portret is aan het publiek gepresenteerd in een expositie geweid aan graaf Hendrik, die van april 2010 tot maart 2011 liep in Huis Bergh. Ter gelegenheid van de expositie, die op 16 april 2010 werd geopend met het symposium "Graaf Hendrik van den Bergh keert terug op zijn kasteel", is het boek Hendrik, graaf van den Bergh (1573-1638): Van Spanje naar Oranje verschenen. Hierin gaan vooraanstaande historici en kunsthistorici in op het schilderij en op de persoon van graaf Hendrik.

Het staatsieportret hangt nu in de grote zaal van Huis Bergh.

Het portret door Antoon van Dyck

Een jaar of tien na Otto van Veen maakte ook de Zuid-Nederlandse schilder Antoon van Dyck (15991641) een portret van graaf Hendrik. Dit schilderij is hoger op deze pagina afgebeeld. Het meet 119 x 95 cm is ontstaan tussen 1627 en 1632 en toont graaf Hendrik ten halve lijve in een pronkuitrusting vergelijkbaar met die op Van Veens portret.

Gedacht werd dat het portret niet graaf Hendrik, maar de hertog van Alva voorstelde. Die draagt op dit portret inderdaad een soortgelijke uitrusting.

Het portret kwam in het bezit van koning Karel I van Engeland, toen Van Dyck in 1632 hofschilder in Londen werd. Na de dood van Karel I in 1649 werden diens bezittingen werden geveild, en kocht koning Filips IV van Spanje het portret. Of Filips IV wist wie de afgebeelde persoon was, is niet duidelijk, maar sindsdien is lange tijd verondersteld dat het de hertog van Alva was – wat allicht de reden was waarom Filips IV het had gekocht (een portret van de "verrader" Hendrik van den Bergh zal hem minder geïnteresseerd hebben). Welke hertog van Alva dan bedoeld wordt, is niet meteen duidelijk, maar het zal Fernando Álvarez de Toledo (15071582) zijn, die in het begin van de Tachtigjarige Oorlog landvoogd der Nederlanden was. Van hem bestaat een portret in een soortgelijke uitrusting van de hand van Titiaan.

Het schilderij dat Filips IV kocht, hangt tegenwoordig in het Prado in Madrid. In de loop der tijd is het meerdere keren gekopieerd; als schilderij en als gravure of ets. Een selectie van deze kopieën wordt hier gepresenteerd. Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

  1. Een kopie uit 1840 van het volledige schilderij door een onbekende schilder. Dit werk bevindt zich in een particuliere verzameling.
  2. Een kopie met alleen Hendriks hoofd en borstpartij, omstreeks 1835 gemaakt door de Amerikaan Charles Bird King (17851862. Dit portret is nu te koop bij een Amerikaanse kunsthandelaar in Newport, Rhode Island, Kings geboorteplaats.
  3. Een vergelijkbare kopie die de Spanjaard Luis de Madrazo y Kuntz (18251897) omstreeks 1847 maakte. Het bevindt zich in het Musée Condé in Chantilly bij Parijs.
  4. Carstian Luyckx (16231658 of later; zijn naam komt ook voor als Christiaan Lux en in andere spellingen) maakte dit stilleven omstreeks 1640, niet lang na graaf Hendriks dood. Het toont onder meer een boek dat open ligt op een bladzijde met een afdruk van een reproductie van Van Dycks schilderij door Paulus Pontius (zie hieronder).

Afdrukken van etsen en gravures van Van Dycks schilderij zijn te vinden in verscheidene musea, waaronder Huis Bergh en het Rijksmuseum in Amsterdam. Deze zijn soms spiegelbeeldig.

  1. Ongedateerde gravure door Paulus Pontius (16031685). Hij staat ook op bovenstaand schilderij van Carstian Luyckx en moet dus voor 1640 gemaakt zijn.
  2. Anonieme gravure met Frans opschrift HENRY COMTE DE BERGVE
  3. Gravure uit 1787 door Reinier Vinkeles (17411816)
  4. Gravure uit circa 1850 met het wapen van de graven van Bergh door Jan Frederik Christiaan Reckleben (18191879)

Het portret door Delff en Van Mierevelt

Graaf Hendrik in 1634

Nevenstaande gravure is in 1634 gemaakt door Willem Jacobsz. Delff naar een tekening van Michiel Jansz. van Mierevelt. Graaf Hendrik is hier duidelijk ouder dan op de schilderijen. Hij heeft voor deze tekening geposeerd, zo blijkt uit het onderschrift. Dit vermeldt dat Van Mierevelt deze afbeelding ad vivum depictam, naar het leven heeft getekend. Ook van deze gravure zijn in meerdere musea afdrukken te vinden.

In de rand staat MEA SPES IN DEO SOLO, mijn hoop is in God alleen. Delff en Van Mierevelt hebben in de eerste helft van de 17e eeuw een groot aantal van deze portretten gemaakt, steeds met een devote spreuk in de omlijsting. Ook van graaf Hendriks zuster Catharina bestaat zo'n portret.

Op het portret staan meerdere titels, maar waarschijnlijk kon graaf Hendrik niet aan allemaal rechten ontlenen. Bauterum, Oudtheerlar en S. Michaëlis-Gestel waren namelijk bezittingen van zijn schoonfamilie Van Wittem. Ook staat er dat hij Gubernator Generalis Ducatus Geldria et Comitatus Zuphania was. Dit stadhouderschap was niet van geheel Gelre, maar (in de praktijk) slechts van Opper-Gelre.

Varia

Bronnen