Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Nederlandse oorlogsslachtoffers WO II: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(3. Commissie ... toegevoegd)
k (Van elders gedeporteerd;geen verwanten in 's-Heerenberg: Johanna Zwaab toegevoegd)
Regel 101: Regel 101:
 
*[[Pienas, Meijer Jacob|Meijer Jacob Pienas]], <5>, <8>, <10>
 
*[[Pienas, Meijer Jacob|Meijer Jacob Pienas]], <5>, <8>, <10>
 
*[[Slagter, Grietje|Grietje Pienas-Slagter]], <5>, <8>, <10>
 
*[[Slagter, Grietje|Grietje Pienas-Slagter]], <5>, <8>, <10>
 +
*[[Zwaab, Johanna|Johanna Zwaab]], <10>
 
|}
 
|}
  

Versie van 9 apr 2015 om 16:06

Inleiding

Op deze pagina staan alle Nederlandse oorlogsslachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog die een binding met Bergh hebben. Achter de meeste namen staat de woon- of geboorteplaats van de betreffende persoon.

De nummers achter de namen verwijzen naar de oorlogsmonumenten in Bergh en naar lijsten en registers, waarop of waarin de betreffende namen vermeld staan.

De nummers verwijzen als volgt:

Categorieën oorlogsslachtoffers

Nederlandse militairen

Gesneuveld tijdens de Duitse inval

Tijdens de oorlogsdagen van mei 1940 en gebeurtenissen die daarmee verband houden in de dagen daarna, zijn ruim tweeduizend Nederlandse militairen gesneuveld. Daaronder waren er zeven die in de voormalige gemeente Bergh zijn geboren, of bij het begin van de oorlog daar woonachtig waren. Bovendien is er één Nederlandse militair van elders in de gemeente Bergh gesneuveld. Zeven van hen zijn begraven op het Militair Ereveld Grebbeberg in Rhenen.

De overlijdens van deze militairen moesten, zoals elk ander overlijden, worden aangegeven in de gemeente waar zij waren omgekomen. Vervolgens zond die gemeente een uittreksel uit de overlijdensakte naar de gemeente waar de militair had gewoond, zodat het overlijden ook daar officieel geregistreerd kon worden. Door de oorlogsomstandigheden is de overlijdensaangifte voor elk van de omgekomen Berghse militairen heel verschillend verlopen. Details hierover zijn op de pagina van elk van hen te vinden.

Gesneuveld tijdens de bevrijding van Nederland

Leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten hebben in 1944 en 1945 in het kielzog van de oprukkende geallieerde strijdmacht militaire taken uitgevoerd. Hierbij zijn doden gevallen.

Joodse oorlogsslachtoffers

Hieronder volgen de namen van de Joodse oorlogsslachtoffers die in 's-Heerenberg geboren zijn of er voor langere dan wel kortere tijd gewoond hebben. In andere Berghse plaatsen hebben, voor zover bekend, geen Joden gewoond.

Informatie over Berghse Joden die de oorlog overleefd hebben of voordien al overleden waren, is te vinden op of via de pagina Joodse gemeenschap in 's-Heerenberg.

Gedeporteerd vanuit 's-Heerenberg

Van elders gedeporteerd;
verwanten in 's-Heerenberg

Van elders gedeporteerd;
geen verwanten in 's-Heerenberg

Burgerslachtoffers van de Duitse repressie

Burgers die na arrestatie op grond van activiteiten die de bezetter onwelgevallig waren, zijn gearresteerd en vervolgens door toedoen van de bezetter om het leven zijn gekomen

Burgerslachtoffers van oorlogsgeweld

Op deze lijst staan ingezeten burgers van Bergh die in Bergh of elders aan de gevolgen van oorlogsgeweld zijn overleden, en ook burgers van elders die in Bergh zijn overleden.


Berghse oorlogsslachtoffers met Duitse nationaliteit

De nazi's beschouwden iedere Duitser binnen de officiële grenzen van het Duitse Rijk als Rijksduitser. Duitsstammigen buiten het Duitse Rijk werden aangeduid met de term Volksduitser.

Berghse oorlogsslachtoffers in Nederlands-Indië en het Verre Oosten

Slachtoffers van het Kamp Rees overleden in Bergh

Er bestaan geen volledige namenlijsten van mensen die in Kamp Rees hebben gezeten. Onderstaande lijst is samengesteld op grond van de volgende bronnen:

X = acht slachtoffers die op het protestante kerkhof van 's-Heerenberg waren begraven en in 1955 als groep zijn overgebracht naar het Ereveld Loenen. Zij rusten daar nu in vak C, graven 15 t/m 22. De rest is op andere tijdstippen naar Loenen overgebracht, dan wel in de eigen woonplaats herbegraven.

De nummers achter de namen worden verklaard in de inleiding bovenaan deze pagina.

Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten

Ten tijde van de bevrijding waren heel veel Nederlanders ontheemd – zij waren om wat voor reden dan ook uit hun woonplaats verdreven of gedwongen afgevoerd. Dit waren bijvoorbeeld evacués, die in de loop van 1945 in de meeste gevallen naar huis terug konden keren. Maar er waren ook heel veel mensen afgevoerd naar concentratie- en vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Over hun lot was in de meeste gevallen niets met zekerheid bekend. Nadat de overlevenden in de maanden na de oorlog naar huis waren teruggekeerd, moest worden aangenomen dat de rest was omgekomen.

Zolang er geen bewijs was dat deze mensen waren overleden, stonden zij officieel als vermist geregistreerd. Dit betekende niet alleen dat nabestaanden in het ongewisse bleven over het lot van hun naasten, maar ook dat de overlijdens niet in de registers van de Burgerlijke Stand ingeschreven kon worden. Dit kon voor de nabestaanden allerlei juridische gevolgen hebben. Erfenissen konden niet verdeeld worden, en weduwnaars en weduwen konden niet hertrouwen, om maar een paar voorbeelden te noemen. De bestaande wetgeving voor oorlogsslachtoffers bleek niet bruikbaar, zodat op 2 juni 1949 (ruim vier jaar na de oorlog) een wet werd aangenomen die de procedures voor het opmaken van overlijdensakten van vermisten moest vereenvoudigen. Twee maanden later werd bij Koninklijk Besluit de Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten ingesteld, die deze wet moest gaan uitvoeren.

De ministeries van Justitie, van Binnenlandse Zaken en van Financiën werkten hierin samen met het Rode Kruis en nog een aantal instanties om het lot van de vermisten te achterhalen. In een aantal gevallen is uit Duitse gemeenten een overlijdensakte – een Sterbeurkunde – ontvangen, maar in de meeste gevallen – met name waar het Joden betrof – is door de inspanningen van de Commissie het bewijs geleverd dat de betroffenen waren overleden. De Commissie deed op eigen initiatief onderzoek, maar nabestaanden of belanghebbenden konden ook een verzoek tot onderzoek indienen.

In 1952 werd de Commissie ingekrompen en in september 1962 opgeheven. De gevallen die zich daarna nog voordeden, werden afgehandeld door de Hoofdafdeling Privaatrecht van het ministerie van Justitie.

De Berghse oorlogsslachtoffers die door de Commissie zijn achterhaald, zijn bijna allemaal Joden (zie 2.2). Een voorbeeld is Roidi Bloemendaal. De enige uitzondering is, voor zover op dit moment bekend, Antoon Koenders (zie 2.3).

Zie ook

Sjabloon:Onderwerp